Batbayar en het plaatjesboek
Het waaide erg hard in Mongolië. De 9-jarige Batbayar liep na schooltijd van de bushalte naar huis. Hij drukte zijn armen stevig tegen zijn lichaam aan. Het was gelukkig niet ver naar het huis van zijn grootouders, waar hij woonde.
‘Hallo!’ zei Batbayar toen hij binnenkwam.
‘Welkom thuis’, zei oma. ‘Ik heb als tussendoortje wat khuushuur gemaakt.’
‘Bedankt!’ Batbayar strekte zijn hand uit naar de warme, pittige vleespasteitjes.
‘Wacht! Je moet wachten tot de zendelingen er zijn’, zei opa. ‘Ze kunnen er elk moment aankomen.’
Batbayar vond het altijd fijn als de zendelingen van oma en opa’s kerk op bezoek kwamen. Hij leerde altijd veel van ze. Maar er was wel een probleem.
‘Zouden ze me weer vragen om in het Boek van Mormon te lezen?’ vroeg Batbayar. ‘Ik kan niet goed lezen.’
‘Daarom nemen ze vandaag een ander boek mee’, zei oma.
‘Wat voor boek?’ vroeg Batbayar.
‘Wacht maar af’, zei opa.
Kort daarop kwamen de zendelingen aan. Samen aten ze oma’s heerlijke vleespasteitjes. Toen zei Batbayar: ‘Oma zegt dat jullie een boek voor me hebben.’
‘Ik denk dat je dit boek leuk zult vinden’, zei zuster Heitz. ‘Er staan veel plaatjes in.’
Batbayar bekeek de kaft. ‘Verhalen uit het Boek van Mormon’, las hij. Op de kaft stond een plaat van mensen die een boot bouwden.
‘Ik ken dat verhaal’, zei Batbayar. ‘Die man wist niet hoe hij een boot moest bouwen. Toen ging hij bidden. En God hielp hem.’
‘Klopt’, zei zuster Enkhtuya. ‘Wil je proberen om dit boek te lezen? Dan kun je bidden om te weten of het waar is.’
‘Dat doe ik’, beloofde Batbayar.
Die avond las hij in het plaatjesboek. Hij las het verhaal over de boot. Daarna bad hij. Hij viel in slaap terwijl hij aan de man dacht die de boot bouwde en hoe God hem hielp.
Vanaf die dag las Batbayar elke avond een verhaal. Daarna bad hij. En elke avond viel hij in slaap terwijl hij dacht aan wat hij had gelezen.
Toen de zendelingzusters weer langskwamen, leerden ze Batbayar meer over Jezus Christus. Batbayar leerde over profeten. En hij leerde over Gods geboden. Hij bleef met oma en opa naar de kerk gaan. En hij bleef lezen en bidden.
Op een dag wilde Batbayar iets belangrijks aan zijn grootouders vertellen. ‘Wanneer ik de verhalen in het plaatjesboek lees, voel ik me goed’, zei hij. ‘Wanneer ik bid, voel ik dat ze waar zijn. Ik denk dat ik me moet laten dopen.’
Batbayar is nu lid van de kerk. Hij kan al veel beter lezen. En hij leest nog steeds elke avond in het Boek van Mormon! ●