De opkomende generatie motiveren
De auteur woont in Utah (VS).
Hier zijn vier tips om uw kinderen te helpen zinvolle doelen te stellen en te bereiken, zodat ze net als de Heiland zullen groeien.
Als ouders en leidinggevenden willen we kinderen en jongeren helpen om levenslange discipelen van Jezus Christus te worden, met een intrinsieke motivatie om de Heer te dienen en hun zending te vervullen.
‘Kinderen en jongeren’ bevat een aantal eenvoudige maar krachtige middelen om kinderen en jongeren te helpen om net als de Heiland geestelijk, sociaal, lichamelijk en intellectueel te groeien (zie Lukas 2:52). Dat kan door het evangelie van Jezus Christus te leren en na te leven, deel te nemen aan zinvol dienstbetoon en leuke activiteiten, en door zelf doelen te stellen en te bereiken. Net als de ouders in het onderstaande verhaal kunnen we ons echter al overbelast voelen voordat we de doelen van iemand anders aan onze lijst toevoegen. Of we kunnen ons zorgen maken dat onze kinderen niet zullen groeien, tenzij ze een duwtje in de rug krijgen.
Gesprek over doelen stellen, voorbeeld 1:
Alana (15) maakte samen met haar moeder, Rachel, een lijstje van mogelijke doelen waar Alana aan kon werken. Alana’s vader, Jeff, liep langs. ‘Welk doel zal ik kiezen, papa?’ vroeg Alana.
Jeff keek op zijn horloge, glimlachte en bekeek het lijstje. ‘Hm, dit ziet er makkelijk uit. Wat dacht je van “Leer een lofzang uit het hoofd”? Daar ben je snel mee klaar. Wat ziet er nog meer makkelijk uit?’
Rachel greep snel in, want ze herinnerde zich dat Alana geen moeite had willen doen om in het atletiekteam van de school te komen. ‘Misschien moet je iets moeilijkers proberen! Wat dacht je van iets met sport?’ opperde ze.
‘Bah’, mompelde Alana, en pakte haar telefoon. ‘Ik ben klaar.’
Hoe kunnen ouders en leidinggevenden helpen?
Ouders en leidinggevenden kunnen veel doen om kinderen en jongeren te motiveren om goede waarden aan te nemen, goede keuzes te maken en te genieten van zowel hun vooruitgang als hun prestaties.
Denk aan een situatie waarin u zeer gemotiveerd was om een bepaald doel te bereiken. Wat motiveerde u? Waarschijnlijk wilde u een kans benutten, een vaardigheid onder de knie krijgen, of een probleem oplossen. Door het voorbeeld en de steun van anderen werd u ertoe aangezet om een poging te wagen.
Ook kinderen en jongeren ontwikkelen intrinsieke motivatie als ze (1) in gebed beslissen wat ze willen (en niet alleen wat anderen voor hen willen), (2) een plan maken om het te krijgen, (3) niet al te zeer beïnvloed worden door beloning of straf, en (4) het gevoel hebben dat ouders en leidinggevenden aan hun kant staan.
1. Help jongeren om erachter te komen wat ze het liefst willen
Iedereen wil iets: bij een sportteam horen, meer slapen, zich minder eenzaam voelen, dichter bij God zijn. De Heer en zijn boodschappers vragen mensen vaak: ‘Wat wilt u?’ (Zie Markus 11:24; 1 Nephi 11:1–2; Alma 18:15; 3 Nephi 27:1–2; Ether 2:23–25.) Maar weten wat we het liefst willen, en niet zozeer wat we op dit moment willen, vereist ervaring en introspectie.
Als u een kind of jongere wilt helpen, stel uzelf dan de volgende vragen:
-
Hoe kan ik ze op een positieve, leuke manier kennis laten maken met nieuwe ervaringen, waarden en ideeën?
-
Laat ik ze de gevolgen van slechte keuzes dragen, zodat ze gemotiveerd worden om betere keuzes te maken?
-
Wanneer kan ik ze vragen wat ze geloven en waar ze belang aan hechten? (Zie de lijst ‘Nuttige open vragen’.)
-
Hoe kan ik ze laten inzien waar ze goed in zijn? (Bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je echt goed kunt . Hoe kun je daarmee de Heer dienen?’)
2. Help jongeren om een plan uit te stippelen
Als jongeren zich eenmaal iets tot doel hebben gesteld, lukt het ze meestal wel om een plan uit te stippelen. Kleine kinderen hebben wellicht meer hulp nodig. Bied alleen suggesties aan als ze het zelf niet meer weten. Maar wees enthousiast en niet beledigd als ze hun eigen ideeën beter vinden!
Om anderen te helpen een plan op te stellen, kunt u ze vragen:
-
Wat is je doel? (Het is moeilijk om abstracte doelen zoals ‘Vriendelijker zijn’ te definiëren, tenzij er concrete acties aan verbonden zijn, zoals ‘Elke dag iemand een complimentje geven’ of ‘Mijn verontschuldigingen aanbieden als ik boos ben geweest’.)
-
Waarom is dat doel belangrijk voor jou? (Hoe draagt het ertoe bij dat ze hun waarden naleven of meer op de Heiland gaan lijken?)
-
Is dit een goed moment om aan dit doel te werken? (Waarom of waarom niet?)
-
Met welke kleine, makkelijke stap zou je kunnen beginnen? (Leg uit dat hun motivatie zal toenemen als ze eenmaal op gang zijn gekomen. Help ze om met iets kleins en eenvoudigs te beginnen of dat te hervatten.)
-
Hoe kun je ervoor zorgen dat je plan slaagt? (Ze kunnen bijvoorbeeld herinneringen in hun telefoon zetten, briefjes met bemoedigende woorden ophangen, hun vooruitgang in een tabel of kalender bijhouden, afleidingen vermijden, voor de juiste hulpmiddelen zorgen, of om hulp vragen.)
-
Welke hindernissen zou je kunnen tegenkomen? Hoe ga je die overwinnen? (Help ze om hun plan in gedachte te houden, zich af te vragen wat er mis is gegaan, de moeilijke dingen te oefenen, een nieuwe methode te proberen of hun doel bij te sturen.)
Om anderen te helpen tegenslagen te overwinnen, kunt u vertellen hoe u of uw gezin met beproevingen omgaat en veerkrachtig blijft. U kunt ook de volgende vragen stellen:
-
Wat heb je al geprobeerd? Wat zou je nog meer kunnen proberen?
-
Wie kan jou helpen? Hoe kan ik je helpen?
-
Welke ideeën komen in je op als je hierover bidt?
3. Wees voorzichtig met belonen of straffen
Kleine beloningen kunnen mensen aanmoedigen om iets nieuws te proberen. Moeilijke taken worden er leuker door, en je kunt er overwinningen mee vieren. Maar als je ermee overdrijft, kunnen beloningen de motivatie ondermijnen. Mensen die een taak leuk vinden, zullen niet meer maar juist minder geneigd zijn om die taak uit te voeren als ze ervoor worden betaald, omdat ze dan het sop de kool niet waard vinden. En hoewel kinderen moeten leren dat slechte keuzes gevolgen hebben, leiden straffen ertoe dat ze mensen gaan vrezen en ontlopen in plaats van goede waarden aan te kweken.
Natuurlijk worden mensen betaald voor hun werk, en zorgen bonussen of blijken van waardering voor nuttige feedback. Maar als het om het naleven van het evangelie en het bereiken van persoonlijke doelen gaat, zijn niet-materiële beloningen op de lange termijn de beste motivatie. Niet-materiële beloningen zijn bijvoorbeeld:
-
de Geest voelen;
-
zich verbonden voelen met ouders,lei- dinggevenden en vrienden;
-
hun waarden naleven;
-
leren, nieuwe dingen proberen en problemen oplossen;
-
plezier maken;
-
iemand positief beïnvloeden.
Help jongeren om deze niet-materiële beloningen te herkennen en te waarderen. En geef ze af en toe iets kleins om te vieren als ze een doel hebben bereikt!
4. Laat de jongeren voelen dat u van ze houdt
Liefdevolle relaties zijn een belangrijke manier om de waarden, doelstellingen en motivatie van anderen te beïnvloeden. Hoe bent u te weten gekomen dat mensen van u houden en u koesteren? Hoe bepaalt u met wie u veilig over uw fouten of moeilijkheden kunt praten? Als u zich thuis niet geliefd voelde, wat ontbrak er volgens u dan?
Uw antwoorden kunnen u helpen om jongeren te laten voelen dat u ze koestert en dat ze veilig bij u zijn.
Met wat oefening en hemelse hulp kunnen we de opkomende generatie motiveren en beïnvloeden.
Gesprek over doelen stellen, voorbeeld 2:
Alana (15) maakte samen met haar moeder, Rachel, een lijstje van mogelijke doelen waar Alana aan kon werken. Alana’s vader, Jeff, liep langs. ‘Welk doel zal ik kiezen, papa?’ vroeg Alana.
Jeff keek op zijn horloge, glimlachte en bekeek het lijstje. ‘Hm, dit ziet er makkelijk uit. Wat dacht je van “Leer een lofzang uit het hoofd”? Daar ben je snel mee klaar. Wat ziet er nog meer makkelijk uit?’
Jeff zweeg even. Hij had er geen goed gevoel bij, en vroeg zich af hoe dat kwam.
Ik ben al te laat, dacht hij. Ik wil me hier snel van af maken. Ik ben niet zo goed in dat opvoedgedoe. Hmmm. Hij keek naar zijn dochter en besefte dat hij ook iets anders voelde. Hoop. Blijdschap. Dit ging niet alleen om dingen van een lijstje afvinken. Dit ging over haar groei. En dit was een kans om de band met haar te versterken. Hij begon te glimlachen.
‘Laten we hier eens rustig over nadenken’, zei hij. ‘Zullen we alle drie eens opschrijven welke verbeterpunten er de laatste tijd bij ons zijn opgekomen?’
‘Eh, goed’, zei Alana. Rachel haalde potloden en papier, en ze begonnen na te denken en te schrijven.
‘Oké’, zei Rachel na een paar minuten. ‘Wat nu?’
Alana zei: ‘Ik denk dat we erover moeten bidden, en dan een doel uitkiezen en een plan uitstippelen. Maar papa, denk je echt dat het onze hemelse Vader uitmaakt welk doel ik kies?’
Jeff dacht even na. ‘Je hebt veel goede ideeën, dus misschien wil onze hemelse Vader gewoon dat je er een kiest om mee te beginnen. Maar één ding weet ik zeker: onze hemelse Vader geeft om jou.’
‘Ik weet dat je je gaven wilt gebruiken om iets goeds te doen,’ voegde Rachel eraan toe, ‘dus als een van deze dingen belangrijker is, dan weet ik zeker dat onze hemelse Vader je dat zal ingeven.’
Alana glimlachte en herinnerde zich toen: ‘President Nelson heeft de jongeren gevraagd om hun leven grondig onder de loep te nemen. Zal ik eens kijken wat ik toen heb opgeschreven?’
‘Goed idee!’ zei Jeff lachend. Hij keek weer op zijn horloge. ‘Oei, ik moet er vandoor. Zoek maar op wat je genoteerd hebt, en dan praten we vanavond aan tafel, goed? Ik heb een paar vragen die kunnen helpen.’
‘Geweldig!’ zei Alana lachend. ‘En, papa? Mama? Bedankt.’