Een vogeltje stelde me gerust
Laura Linton
Utah (VS)
Ik was 26 toen mijn man en ik ons eerste kind verloren. Ze hadden bij Kennedy een hersentumor gevonden toen ze nog maar 13 maanden was. Na drie operaties, vijf cyclussen chemotherapie, en veel medicijnen en behandelingen, overleed ze, 20 maanden oud, in onze armen.
Ik was kapot door het verlies van mijn prachtige, nieuwsgierige en energieke meisje. Hoe kon dat gebeuren? Hoe kon ik mijn leven weer oppakken? Ik had zoveel vragen, maar geen antwoorden. Een paar dagen na de begrafenis bezochten mijn man en ik het graf, dat nog steeds met prachtige roze bloemen en linten van de begrafenis bedekt was.
Terwijl ik over mijn dochter mijmerde, zag ik een piepklein babyvogeltje, nog te jong om te kunnen vliegen, op het gras hoppen. Dat vogeltje deed me aan Kennedy denken, omdat ze dol op dieren was. Het vogeltje hopte het graf op en speelde tussen de linten en de bloemen. Ik glimlachte bij de gedachte dat Kennedy dat precies zo gewild zou hebben. Toen hopte het vogeltje mijn kant op. Ik durfde geen vin te verroeren. Het vogeltje hield pal naast me stil, leunde tegen mijn been, sloot de ogen en viel in slaap.
Ik kan mijn gevoelens van dat moment amper beschrijven. Ik had het gevoel dat ik een knuffel van mijn Kennedy kreeg. Ik kon mijn dochter niet vasthouden, maar dit vogeltje – een schepsel van onze Vader in de hemel – kon bij me komen en zijn piepkleine hoofdje op mij laten rusten. Het stelde me gerust dat mijn hemelse Vader mijn pijn begreep, en altijd bij me zou zijn om me te troosten en me door deze beproeving heen te helpen.
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Als woorden niet de troost kunnen bieden die we nodig hebben […], als logica en rede ons niet voldoende begrip over de onrechtvaardigheid en oneerlijkheid van het leven kunnen verschaffen, […] en als het erop lijkt dat we volkomen alleen zijn, dan worden we door de tedere barmhartigheden van de Heer gezegend.’ (Zie ‘De tedere barmhartigheden van de Heer’, Liahona, mei 2005, 100.)
Ik had nog steeds niet alle antwoorden op mijn vragen, maar deze tedere barmhartigheid verzekerde me ervan dat onze hemelse Vader Kennedy en mij allebei liefheeft. Dankzij het zoenoffer van zijn zoon, Jezus Christus, heb ik de hoop dat Kennedy, mijn man en ik op een dag weer als gezin samen zullen zijn.