Vier taferelen uit de paasweek
‘Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld’ (Johannes 18:36).
Doornenkroon
Zie Mattheüs 27:29; Markus 15:17; Johannes 19:2.
De Romeinse soldaten zetten de Heiland een doornenkroon op het hoofd. ‘Misschien was die wrede daad een perverse poging om het plaatsen van een keizerslauwerkrans op zijn hoofd na te doen. […] Wat ironisch om te bedenken dat dorens een teken van Gods ongenoegen waren toen Hij de grond om Adams wil vervloekte, zodat die voortaan doornen zou voortbrengen. Maar door de kroon te dragen, maakte Jezus er een symbool van zijn heerlijkheid van.’ (President James E. Faust, algemene aprilconferentie 1991.)
Purperen bovenkleed
Zie Mattheüs 27:28; Markus 15:17; Johannes 19:2.
Purper was een koninklijke kleur. De soldaten deden Jezus Christus dit bovenkleed spottend aan, omdat Hij had beweerd dat hij de Koning van de Joden was. Hij is in werkelijkheid natuurlijk nog veel meer: Hij is de ‘Koning der koningen en Heere der heren’ (1 Timotheüs 6:15; Openbaring 19:16).
‘Er komt bloed uit iedere porie, zo groot zal zijn smart zijn’ (Mosiah 3:7).
Olijfpers
Zie Mattheüs 26:36; Markus 14:32; Lukas 22:39–40; Johannes 18:1.
‘Het is schrijnend symbolisch dat er “bloed uit iedere porie” [Mosiah 3:7] kwam bij Jezus’ lijden in Gethsémané, de plek van de olijfpers. In de tijd van de Heiland werden olijven voor de productie van olijfolie eerst geplet door er een grote steen overheen te rollen. De resulterende brij werd in zachte, losjes geweven manden gedaan die boven op elkaar werden gezet. Door het gewicht werd er de eerste, fijnste olie uit geperst. Daarna werd er meer druk uitgeoefend door een grote balk of stam op de stapel manden te leggen, waardoor er meer olie uit kwam. Uiteindelijk werden er voor het uitpersen van de allerlaatste druppels aan één kant van de balk stenen gelegd om de maximale pletkracht te krijgen. En ja, de olie is bloedrood als die er voor het eerst uitkomt.’ (Zie ouderling D. Todd Christofferson, algemene oktoberconferentie 2016.)
‘Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt’ (Lukas 24:6).
Leeg graf
Zie Mattheüs 28:1–8; Johannes 20:1–18.
‘Het lege graf op die eerste paasmorgen was het antwoord op de vraag van Job: “Als een man gestorven is, zal hij dan weer levend worden?” [Job 14:14.] En tot allen binnen het bereik van mijn stem verklaar ik dat een gestorven mens zal herleven. Dat weten we, omdat we het licht van geopenbaarde waarheid hebben.’ (President Thomas S. Monson, ‘Hij is uit de dood verrezen!’, algemene aprilconferentie 2010.)