Het heeft mijn dag goedgemaakt
Deze week moest ik terugdenken aan een mooie herinnering die ik op mijn zending in Frankrijk had. Een van de eerste dingen die me opviel toen ik in een nieuw gebied aankwam was de Navette, een schattig busje dat door de stad reed. Ik heb me toen voorgenomen om altijd naar de buschauffeurs te glimlachen en zwaaien. Als zendeling probeer je sowieso iedereen te groeten, dus waarom dan ook niet de buschauffeurs?
Na enkele weken kwamen mijn collega en ik terug van een voorbereidingsdag in een andere stad en we namen de Navette om naar een afspraak te gaan. De buschauffeur sprak vrolijk met iedereen, en toen de laatste mensen waren uitgestapt richtte hij zich tot ons. Hij vroeg wat de zwarte naamplaatjes betekenden, maar voor we dit goed konden uitleggen was het tijd om uit te stappen. Hij zei dat hij ons wel een keer wilde uitnodigen en we gaven hem een Boek van Mormon met ons telefoonnummer. We zeiden dat hij ons kon bellen als hij meer wilde weten over ons geloof. Al de volgende dag werden we tot onze verbazing gebeld. We maakten een afspraak en hadden eigenlijk geen hoge verwachtingen, maar het werd een heel fijn gesprek. We kwamen erachter dat hij wel in iets geloofde en heel veel vragen had die het herstelde evangelie kon beantwoorden. Toen vroeg mijn collega waarom hij had besloten dat hij met ons wilde afspreken. Hij zei dat hij ons vaak naar hem had zien glimlachen en zwaaien en het had hem geraakt dat wij dit deden zonder dat we hem kenden. Omdat we in de bus niet veel tijd hadden om te vertellen wie wij waren, was hij erg nieuwsgierig geworden om ons te ontmoeten. Het glimlachen en zwaaien had ons onderscheiden van anderen en dit was precies de reactie waarop ik had gehoopt. Ik verlangde dat het mensen blij zou maken en dat ze het licht en de liefde van Christus een beetje zouden kunnen voelen.
Ik ben dit blijven doen in de gebieden waar ik hierna werkte en ook na mijn zending. De eerste keer dat ik op weg was met mijn familie, een vriendin of wie dan ook, keken ze me verbaasd aan en vroegen of ik de persoon kende die ik gedag zei of naar wie ik zwaaide. Ik legde uit dat het een gewoonte van mijn zending was en dat mensen er vaak blij van worden en er echt van kunnen opleven. Vooral nu we met corona beperkte contacten met anderen kunnen hebben, is het toch een manier om ons met elkaar verbonden te voelen. Na enige tijd was iedereen het wel van me gewend dat ik dit deed. Op een dag fietste ik met mijn moeder en ik begroette iemand met een glimlach en een zwaai. Mijn moeder vertelde dat ze het nu eindelijk begreep. Ze zei dat ze had gevoeld hoe het is om aan de andere kant te staan, de persoon te zijn die door een vreemdeling wordt gegroet met een glimlach. ‘Het heeft mijn dag goedgemaakt!’ zei ze.