Kom dan en volg Mij
De schepping
Jezus Christus heeft de aarde op aanwijzing van onze hemelse Vader geschapen, zodat wij een plek hebben om te leven, te leren en uit vrije wil goede keuzes te maken (zie Abraham 3:24–26).
De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat ‘scheppen […] niet iets uit niets maken betekent; het betekent vormgeven, net zoals een mens materialen vorm zou geven om een schip te bouwen’.1 Het Hebreeuwse woord voor ‘scheppen’ betekentvormgeven, maken,organiseren en formeren (zie Genesis 1:1;Abraham 3:24).
President Russell M. Nelson heeft uitgelegd dat ‘de schepping zelf in perioden was onderverdeeld’, niet in kalenderdagen. ‘Of de perioden nu dag of tijdperk genoemd werden, elke [scheppings]fase was een tijdsperiode tussen twee herkenbare gebeurtenissen – een onderdeel van de eeuwigheid.’2
Eerste dag:Licht en duisternis
‘God zei: Laat er licht zijn’ en Hij ‘maakte scheiding tussen het licht en de duisternis’. Zo schiep Hij dag en nacht (zie Genesis 1:3–5).
Tweede dag: Water en hemel
God scheidde het water van de hemel. ‘God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden vanhet water […]!En God noemde het gewelf hemel.’ (Zie Genesis 1:6–8.)
Derde dag:Zeeën en aarde
‘God noemde het droge aarde en het samengevloeide water noemde Hij zeeën’ (Genesis 1:10). De aardewas toen gereed voorhet plantenleven (zie Genesis 1:11–12).
Vierde dag:Zon en seizoenen
God maakte de zon,de maan en de sterren ‘om scheiding te maken tussen de dag en de nacht’, en ‘tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren’(zie Genesis 1:14–16).
Vijfde dag: Levende wezens
God schiep alle ‘levende wezens […] naar hun soort’ (Genesis 1:21). Deze wezens werd geboden talrijk te worden en de aardeen de zeeën te vervullen(zie Genesis 1:22).
Zesde dag:Adam en Eva
Gods schepping van het leven ging verder met ‘dieren van de aarde’, ‘vee’ en ‘kruipende beesten’ (Abraham 4:24–25). Daarna schiep Hij Adam en Eva ‘naar het beeld van zijn eigen lichaam’ (Mozes 6:9) en gebood Hij ze: ‘Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en […] heers over […] al de dieren’ (Genesis 1:28).
Zevende dag: Dag van rust
God rustte op de zevende dag, nadat Hij zijn werk voltooid had. ‘En God zegende de zevende dag en heiligde die, want daarop rustte Hij van al Zijn werk, dat God schiep door het te maken’ (Genesis 2:3).
God gebood ons later ook: ‘Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt’ (Exodus 20:8).
We kunnen de sabbatdag heiligen door naar de kerk gaan, aan het avondmaal deel te nemen en de Heiland indachtig te zijn. De Heer heeft gezegd: ‘Want voorwaar, dat is de dag die voor u is ingesteld om van uw arbeid uit te rusten en om de Allerhoogste uw toewijding te betonen’ (Leer en Verbonden 59:10).
‘Onze gedachten, daden en ons gedrag zijn op [de sabbatdag] een teken dat we Hem geven en een uiting van onze liefde voor Hem.’3