Nooit alleen

Renan Apolonio de Sá Silva, Pernambuco (Brazilië)

De zieke man was een vreemde voor mij, maar niet voor onze hemelse Vader.

Afbeelding

twee zendelingen geven een man een priesterschapszegen

Samengestelde foto, Adobe Stock en Janae Bingham

Samen met vijf andere Braziliaanse zendelingen was ik net in Argentinië aangekomen. We wachtten op onze vlucht naar onze desbetreffende zendingsgebieden. In de wachtruimte van de vertrekhal wilden we foto’s maken van de landingsbaan, met de stad op de achtergrond. Ik bleef bij onze bagage wachten terwijl de andere vijf zendelingen foto’s gingen maken.

Toen ze terug waren, keek ik rond en zag ik een plekje waar ik graag een foto wilde maken. ‘Ik ben zo terug’, zei ik.

Nadat ik de foto had maakt, hoorde ik iemand ‘Ouderling!’ roepen. Ik keek om me heen, maar zag niemand. Opnieuw zei er iemand ‘Ouderling!’

Toen ik nog een keer keek, zag ik vlakbij een oude man op een bankje zitten. Ik liep naar hem toe en hij zei: ‘Ouderling, ik zou graag een zalving ontvangen.’

Zijn verzoek overviel me. Op mijn eerste dag in een land waar ik de taal nauwelijks sprak, werd ik door een vreemdeling om een zegen gevraagd.

In gebrekkig Spaans stelde ik hem enkele vragen: ‘Hebt u geloof? Gelooft u in de macht van het priesterschap? Bent u bekend met De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen?’

Ietwat verbaasd over mijn vragen antwoordde hij: ‘Ik ben lid van de kerk, ouderling. Ik kom uit het noorden, uit Salta. Ik ben alleen, ik ben ziek en ik heb een zalving nodig.’

Ik haalde de andere zendelingen erbij. We stelden ons voor en spraken enkele minuten met hem. Toen namen mijn collega en ik hem mee naar de toiletten, waar we hem een zalving gaven.

Op dat moment had ik geen tijd om veel aandacht te besteden aan wat de man tegen me had gezegd. Ik hoorde alleen dat hij een zalving nodig had. Maar later werd ik diep getroffen door zijn woorden: ‘Ik ben alleen.’ Hij was eenzaam, maar hij had een hemelse Vader die wist waar hij was en dat hij ziek was. In plaats van hem in de steek te laten, stuurde onze hemelse Vader zendelingen op zijn pad om hem gerust te stellen, hem een zalving te geven en hem te laten weten dat hij niet alleen was.

Mijn getuigenis werd versterkt dat we een hemelse Vader hebben die ons kent en ons nooit in de steek zal laten.