‘Beperken we God in ons leven?’, Liahona, april 2022.
Beperken we God in ons leven?
De bisschop is niet als enige door God gestuurd om ons te helpen als we problemen hebben.
Illustraties, David Green
Als pasgeroepen bisschop had Marco een van zijn eerste afspraken met broeder en zuster Peña (namen zijn gewijzigd). Ze hadden beiden trauma’s opgelopen als gevolg van mishandeling. Hierdoor hadden ze veel problemen met hun psychische gezondheid. Beiden kwamen uit een gestrand huwelijk, en ze deden hun best om voor hun samengestelde gezin te zorgen. Hun werksituatie was onzeker, waardoor ze moeite hadden zelfredzaam te zijn. Ze wilden graag naar de tempel, maar ze kwamen niet in aanmerking voor een tempelaanbeveling. Het leek wel alsof er altijd wel iemand in de problemen zat.
Marco gaf om hen, maar het werd hem al snel duidelijk dat ze meer hulp nodig hadden dan hij in zijn eentje kon bieden.
Helaas wilde de familie Peña geen hulp van anderen uit de wijk. Er heerste in die tijd onder veel kerkleden de opvatting dat het de verantwoordelijkheid van de bisschop was om leden bij dergelijke moeilijkheden te ondersteunen. Bovendien was Marco bang dat de familie Peña zich onbelangrijk zou voelen als hij de hulp van anderen zou inschakelen.
Dus Marco deed zijn uiterste best. Hij ging bij hen op bezoek. Hij gaf hun raad. Hij probeerde contact te leggen met hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. Marco en zijn vrouw volgden samen met hen een zelfredzaamheidscursus en hielpen met hun financiële problemen. De bisschop besteedde veel tijd aan de familie Peña, terwijl andere leden van de wijk ook hulp boden. Na vijf jaar waren ze in de tempel aan elkaar verzegeld, maar hadden ze nog steeds veel van dezelfde problemen als aan het begin van alle hulp.
Achteraf gezien zegt Marco dat zowel hij als de familie Peña de rol van de bisschop verkeerd hadden begrepen. Daarnaast had geen van hen vertrouwd op de quorumpresident ouderlingen en de ZHV-presidente, die de goddelijke taak hebben om leden met dergelijke problemen te helpen. Hierdoor hadden zij de Heer beperkt in zijn mogelijkheden om de familie Peña te zegenen.
Onze visie en onze kring vergroten
Dit verhaal staat niet op zichzelf. De meesten van ons zien de bisschop als de geestelijke leider van onze wijk. Hij is de presiderende hogepriester en bezit de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Omdat hij de Schriftuurlijke taak heeft als plaatselijke rechter op te treden, hebben wij zijn hulp nodig bij kwesties omtrent waardigheid en bekering. Hij is ook de eindverantwoordelijke voor het gebruik van kerkelijke middelen om hulpbehoevenden bij te staan. Dit zorgt ervoor dat hij vaak de eerste persoon is aan wie we denken wanneer we hulp nodig hebben.
In De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is de bisschop niet de enige die door de Heer gemachtigd is om in zijn naam te handelen. Mannen en vrouwen in de wijk dienen op aanwijzing van iemand die priesterschapssleutels bezit. Ze hebben de macht en het gezag om openbaring te ontvangen voor hen die aan hun zorg zijn toegewezen. De quorumpresident ouderlingen en ZHV-presidente zijn aangewezen om door God geleid te worden in de hulp die ze ons bieden. De benodigde hulp kan ook worden verleend door andere wijkfunctionarissen, dienende broeders en zusters, en iedereen die onder het gezag van priesterschapssleutels een taak heeft gekregen om in naam van de Heer te handelen.
‘De quorumpresident ouderlingen en ZHV-presidente hebben de goddelijke taak en openbaring om leden te helpen’, zegt zuster Jean B. Bingham, algemeen ZHV-presidente. ‘Ieder die voor een roeping is aangesteld of onder het gezag van priesterschapssleutels een taak heeft gekregen, heeft gezag en heeft recht op de nodige openbaring om die taak te kunnen uitvoeren.’ 1
God houdt van ons en Hij wil zijn oneindige macht gebruiken om ons te zegenen (zie Leer en Verbonden 41:1). 2 ‘Maar Hij komt meestal door een ander aan onze behoeften tegemoet.’ 3 Wanneer we beperkingen opleggen aan aangeboden hulp, houden we zegeningen die God ons wil geven bij ons vandaan, omdat we niet aan de voorwaarden voldoen om die zegeningen te kunnen ontvangen (zie Leer en Verbonden 130:20–21). 4
De ZHV-presidente en quorumpresident ouderlingen versterken
Tijdens de algemene aprilconferentie 2018 werden er belangrijke veranderingen aangekondigd. Hieronder vielen de herstructurering van de priesterschapsquorums; het huisonderwijs en huisbezoek dat plaats maakte voor het bedieningswerk; en de uitbreiding van de rol van de presidiums van de ZHV en het ouderlingenquorum in het werk van heil en verhoging. Deze veranderingen legden de nadruk op de rol van de ZHV-presidente en de quorumpresident ouderlingen om ‘de primaire verantwoordelijkheid voor […] de zorg voor en bediening aan kerkleden op zich [te] nemen’. 5 Ook werken zij in overleg met elkaar en de bisschop om in stoffelijke behoeften te voorzien. 6
Deze recente aanpassingen in de kerkorganisatie, het kerkbeleid en de programma’s zijn gedeeltelijk bedoeld om ‘het ouderlingenquorum en de zustershulpvereniging [te helpen] hun werk op elkaar af te stemmen. […] En ze stellen de bisschop in staat om meer taken aan de president van het ouderlingenquorum en de ZHV-presidente te delegeren, zodat hij zich met zijn raadgevers op hun primaire taken kan concentreren’, namelijk de zorg voor de opkomende generatie in de wijk. 7
Voor bisschoppen: de kracht van goddelijk delegeren
Er zijn taken die enkel door de bisschop uitgevoerd kunnen worden. Als we ze hun werk laten doen, kunnen ZHV-presidentes en quorumpresidenten ouderlingen de bisschop en hulpbehoevende leden tot zegen zijn.
Enkel de bisschop kan bijvoorbeeld als plaatselijke rechter optreden wanneer het waardigheidskwesties betreft. Zo is hij ook verantwoordelijk voor het gebruik van de vastengaven en de wijkfinanciën. Hij draagt de sleutels van het Aäronische priesterschap in de wijk en mag zijn taken voor de opkomende generatie niet verzuimen.
Kunnen delegeren, is zowel een zegen voor de bisschop als voor de wijk. President Dallin H. Oaks, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Een bisschop moet goed kunnen delegeren, anders bezwijkt hij onder de last van zijn taken en raakt hij gefrustreerd omdat hij zoveel van die taken niet kan uitvoeren.’ 8
Zuster Reyna I. Aburto, tweede raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium, heeft gezegd: ‘De bisschop moet begrijpen dat dit zijn rol niet ondermijnt.’ 9 Integendeel, doordat anderen bij het werk van de Heer worden betrokken, zullen zij door hun dienstbaarheid worden opgebouwd en gezegend. Dat is het resultaat wanneer er met het gezag van de Heiland gehandeld wordt, om in zijn naam anderen tot zegen te zijn.
Voor leidinggevenden: hoe gaat het in zijn werk?
Leden en leidinggevenden zullen deze zegeningen het meest in hun wijken terugzien, wanneer leden de visie achter het bedieningswerk begrijpen en wanneer de quorumpresident ouderlingen en ZHV-presidente goed met elkaar en de bisschop samenwerken.
Presidente Bingham heeft gezegd: ‘Idealiter werken de quorumpresident ouderlingen en de ZHV-presidente al samen aan de behoeften van de leden wanneer ze het bedieningswerk op elkaar afstemmen. Daarna bespreken ze hun plannen met de bisschop om zijn ideeën te horen en goedkeuring te krijgen.’ 10
Het is belangrijk om te beseffen dat de klus geklaard wordt wanneer wijkleden hun bedieningstaken uitvoeren. Ouderling Walter F. González van de Zeventig heeft gezegd: ‘Bedienen is het evangelie in praktijk brengen. Het is niet enkel de taak van de quorumpresident ouderlingen, de ZHV-presidente of de bisschop om aan de behoeften van de leden tegemoet te komen.’ 11
‘Bediening is de sleutel tot het vervullen van behoeften en het tot stand brengen van het werk van heil en verhoging’, aldus presidente Bingham. ‘Bediening houdt in dat we mensen uitnodigen om tot Christus te komen en tempelverbonden met Hem te sluiten. Door middel van bediening stellen we de behoeften en sterke punten van leden vast en ondersteunen wij hen bij het naleven van het evangelie en het ontwikkelen van zelfredzaamheid.’ 12
Niet het einde
Kort nadat Marco als bisschop was ontheven, sloeg de pandemie toe. Broeder Peña raakte zijn baan kwijt en het gezin werd opnieuw door emotionele en financiële problemen geteisterd. De quorumpresident ouderlingen van de familie Peña volgde de raad van kerkleiders en het herziene handboek 13 op. Hij zocht naar inspiratie om hen te kunnen helpen. In overleg met de nieuwe bisschop kreeg de quorumpresident ouderlingen het gevoel broeder Peña aan Marco toe te wijzen.
Ze hadden al een belangrijke vertrouwensband. Met de taak die hij door het gezag van priesterschapssleutels gekregen had, kon Marco op openbaring rekenen om zijn taak uit te voeren. 14
‘Sommigen vinden het wellicht ironisch dat ik de taak kreeg om broeder Peña te helpen, nadat ik als bisschop zoveel tijd aan hen heb besteed’, zegt Marco. ‘Maar deze taak is een bijzondere ervaring voor me geweest. Het is een taak van de Heer om zijn werk tot stand te brengen. Ik ben dankbaar dat ik niet alleen de lasten van de familie Peña kan verlichten, maar ook die van de bisschop.’