2023
Bediening
Mei 2023


14:31

Bediening

Laten we liefdevol de helpende hand uitsteken zoals onze Heiland dat zou doen, in het bijzonder naar hen die we uit liefde en wegens onze bedieningstaak mogen dienen.

Geliefde broeders en zusters, vrienden, welkom op de algemene conferentie!

Na de afgelopen algemene oktoberconferentie praatten mijn vrouw en ik in het Conferentiecentrum met mensen over hun ervaringen met het evangelie.

Onze leden uit Mexico zeiden: ‘Hoy es el tiempo de México.’ [Nu is de tijd voor Mexico.]

Gilly en Mary met ouderling en zuster Gong

We maakten kennis met Gilly en Mary, twee vriendinnen uit Engeland. Toen Mary lid van de kerk werd, werd ze uit huis gezet. Gilly nodigde Mary onbaatzuchtig uit om bij haar te komen wonen. Gilly zegt vol geloof: ‘Ik heb er nooit aan getwijfeld dat de Heer bij me is.’ Op die conferentie had Gilly ook een vreugdevol weerzien met de zendelingzuster die haar 47 jaar geleden had onderwezen.

Jeff en Melissa met ouderling en zuster Gong

Jeff en zijn vrouw, Melissa, woonden de algemene conferentie voor het eerst bij. Jeff is professioneel honkballer (catcher) geweest en is nu anesthesist. Hij vertelde me: ‘Tot mijn verbazing leef ik naar de doop toe omdat dit als de authentiekste en eerlijkste manier van leven aanvoelt.’

Eerder had Melissa zich verontschuldigd bij Jeffs dienende broeder: ‘Jeff wil geen “witte overhemden” in ons huis.’ De dienende broeder zei: ‘Ik vind wel een manier.’ De twee mannen zijn nu goede vrienden. Bij Jeffs doop ontmoette ik een groep heiligen der laatste dagen die Jeff, Melissa en hun dochter, Charlotte, dierbaar zijn.

Als volgelingen van Jezus Christus streven we ernaar anderen te dienen zoals Hij dat zou doen, omdat er levens kunnen veranderen.

Toen Peggy me vertelde dat haar man, John, zich 31 jaar na hun trouwdag zou laten dopen, vroeg ik wat er veranderd was.

Peggy zei: ‘John en ik waren Kom dan en volg Mij over het Nieuwe Testament aan het bestuderen. John stelde toen vragen over de kerkleer.’

Peggy zei: ‘Laten we de zendelingen uitnodigen.’

John zei: ‘Geen zendelingen – tenzij mijn vriend ook kan komen.’ Johns dienende broeder was na ruim 10 jaar een goede vriend geworden. (Ik dacht: Stel dat Johns dienende broeder na 1, 2 of 9 jaar niet meer was gekomen?)

John luisterde. Hij las het Boek van Mormon met veel interesse. Toen de zendelingen vroegen of John zich wilde laten dopen, zei hij ja. Peggy zei: ‘Ik viel van mijn stoel en begon te huilen.’

John zei: ‘Ik veranderde doordat ik nader tot de Heer kwam.’ Later werden John en Peggy in de tempel aan elkaar verzegeld. Vorig jaar december overleed John op 92-jarige leeftijd. Peggy zegt: ‘John was altijd al een goed mens, maar na zijn doop werd hij op een prachtige manier anders.’

Jenny en Meb

Mijn vrouw en ik hebben Meb en Jenny tijdens de coronapandemie via videochat leren kennen. (We hebben tijdens covid veel geweldige echtparen en alleenstaanden via videochat leren kennen. Ze waren allemaal na gebed door hun ringpresident met ons in contact gebracht.)

Meb en Jenny hadden het moeilijk en vroegen zich nederig af of hun tempelhuwelijk nog kon worden gered, en zo ja, hoe. Ze geloofden dat de verzoening van Jezus Christus en hun verbondsbeloften ze konden helpen.

Ik was erg blij toen Meb en Jenny een nieuwe tempelaanbeveling kregen en samen naar het huis des Heren terugkeerden. Meb liet later bijna het leven. Wat een zegen dat Meb en Jenny de verbondsrelatie met de Heer en elkaar hersteld hebben en de dienende liefde van velen om hen heen voelen.

Ik ben dankbaar dat ik overal waar ik kom iets opsteek van mensen die anderen dienen en liefhebben zoals onze Heiland dat zou doen.

Salvador met ouderling en zuster Gong

In Peru leerden mijn vrouw en ik Salvador kennen.1 Hij en zijn broertjes en zusjes zijn weeskinderen. Het was Salvadors verjaardag. De kerkleiders en -leidsters die dit gezin trouw dienen, zijn een bron van inspiratie voor mij. ‘De zuivere en onbevlekte godsdienst […] is dit: wezen en weduwen bezoeken’,2 ‘de zwakken te hulp [komen], de handen die slap neerhangen [verheffen] en de knikkende knieën [sterken].’3

In Hongkong vertelt een quorumpresident ouderlingen bescheiden hoe ze in hun quorum consequent 100 procent bedieningsgesprekken voeren. ‘We delen koppels onder gebed in, zodat iedereen naar iemand omkijkt en er naar iedereen wordt omgekeken’, zegt hij. ‘We vragen elk koppel regelmatig naar de mensen die ze bedienen. We vinken geen lijstjes af; we staan klaar voor de dienende broeders en zusters die voor onze kudde zorgen.’

Familie Bokolo

In Kinshasa (Democratische Republiek Congo) vertelt president Bokolo hoe hij en zijn gezin in Frankrijk lid van de kerk zijn geworden. Toen hij op een dag zijn patriarchale zegen las, inspireerde de Geest broeder Bokolo om met zijn gezin naar Congo terug te keren. Broeder Bokolo wist dat ze veel moeilijkheden zouden ondervinden als ze terugkeerden. En hun kerk, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, was nog niet in Kinshasa gevestigd.

Toch volgde de familie Bokolo, net als veel andere mensen, de Geest van de Heer met geloof. In Kinshasa bedienden en zegenden ze de mensen om hen heen, overwonnen ze moeilijkheden, en ontvingen ze geestelijke en stoffelijke zegeningen. Inmiddels verheugen ze zich in een huis des Heren in hun land.4

Een bekeerling werd door iemands voorbeeld geholpen. Als jongeman lag hij dagenlang aan het strand te luieren. Hij zei: ‘Op een dag zag ik een aantrekkelijk meisje met een zedig zwempak aan.’ Hij vroeg zich verbaasd af waarom zo’n mooi meisje zo’n zedig zwempak aanhad. Ze was lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en vroeg met een glimlach: ‘Kom je zondag naar de kerk?’ Hij zei ja.

Jaren geleden vertelde ouderling L. Tom Perry, toen we samen voor de kerk bezig waren, hoe hij en zijn collega geregeld hulp boden aan een zuster die alleen in een ruige buurt van Boston woonde. Wanneer ouderling Perry en zijn collega aankwamen, gaf de zuster voorzichtig aan: ‘Schuif jullie tempelaanbeveling onder de deur door.’ Pas als ze de tempelaanbevelingen had gezien, ontgrendelde ze meerdere sloten en deed ze de deur open.5 Ik beweer uiteraard niet dat bedieningskoppels een tempelaanbeveling nodig hebben. Maar deze gedachte spreekt me wel aan: de bediening van mensen die hun verbonden nakomen, opent deuren en harten.

Ouderling Perry heeft ook praktisch advies gegeven. Hij zei: ‘Wijs koppels een redelijk aantal te bezoeken leden toe, onder gebed gekozen en waar mogelijk in dezelfde buurt, zodat ze de reistijd goed benutten.’ Hij gaf als raad: ‘Begin bij hen die bezoeken het meeste nodig hebben. Breid dan uit naar mensen die bezoeken waarschijnlijk op prijs stellen en er goed op reageren.’ Tot slot zei hij: ‘Getrouwe volharding brengt wonderen teweeg.’

Onze bediening neemt een hogere en heiligere vorm aan6 als we om ‘de reine liefde van Christus’7 bidden en de Geest volgen. Dat gebeurt ook als het quorumpresidium ouderlingen en het ZHV-presidium op aanwijzing van de bisschop toezien op het bedieningswerk, waaronder het indelen van bedieningskoppels. Geef onze jongemannen en jongevrouwen alstublieft de kans om mee te gaan met ervaren dienende broeders en zusters en van hen te leren. En laat onze jonge opkomende generatie alstublieft dienende broeders en zusters als collega’s inspireren.

Op sommige plaatsen in de kerk is er sprake van een bedieningskloof. Leden zeggen dat ze meer op bediening gaan dan dat ze die zelf krijgen. We willen geen afvinklijstjes afwerken. Maar vaak hebben we meer nodig dan een oprechte groet in de gang of een terloops ‘Kan ik je ergens mee helpen?’ op de parkeerplaats. In veel gevallen kunnen we contacten leggen, anderen in hun situatie begrijpen, en relaties opbouwen door leden regelmatig thuis te bezoeken. Geïnspireerde uitnodigingen veranderen levens. Als we ingaan op uitnodigingen om heilige verbonden te sluiten en na te komen, naderen we dichter tot de Heer en elkaar.

Men zegt wel dat zij die de ware geest van bediening begrijpen meer doen dan voorheen, terwijl zij die het niet begrijpen minder doen. Laten we meer doen, zoals onze Heiland dat zou doen. In een oude lofzang staat dat het ‘een zegen vol liefde, zo schoon’ is.8

Wijkraden, ouderlingenquorums en zustershulpverenigingen, luister alstublieft naar de goede Herder en help Hem het verlorene te zoeken, het afgedwaalde terug te brengen, het gebrokene te verbinden en het zieke te versterken.9 We bieden wellicht ‘zonder het te weten engelen onderdak’10 als we voor iedereen plaats maken in zijn herberg.11

Onze geïnspireerde bediening is gezinnen en personen tot zegen. We sterken er ook wijken en gemeenten door. Beschouw uw wijk of gemeente als een geestelijk ecosysteem. In de geest van de gelijkenis van de olijfbomen in het Boek van Mormon brengen de heer van de wijngaard en zijn knechten voortreffelijke vruchten voort. Zij versterken iedere boom door de sterkte en zwakte van alle bomen samen te voegen.12 De heer van de wijngaard en zijn knechten vragen herhaaldelijk: ‘Wat kan ik nog méér doen?’13 Samen zijn ze harten en gezinnen, wijken en gemeenten tot zegen door hun geïnspireerde, aanhoudende bediening.14

Vervlochten wortels en takken

Onze bediening – onze taak als herders – maakt van onze wijngaard ‘één lichaam’15 – een heilig bos. Elke boom in ons bos is een levende stamboom. Wortels en takken raken vervlochten. Bediening is generaties tot zegen. Verstandige bisschoppen, quorumpresidiums ouderlingen en ZHV-presidiums vragen als er hulp nodig is: ‘Wie zijn de dienende broeders en zusters?’ In de wijkraad en bedieningsgesprekken praten we niet alleen over moeilijkheden of problemen, maar zijn we ook blij als we de vele tedere barmhartigheden van de Heer in ons leven zien terwijl we dienen zoals Hij dat zou doen.

Onze Heiland is ons volmaakte voorbeeld.16 Omdat Hij goed is, kan Hij rondgaan en goeddoen.17 Hij zegent die ene én de 99. Hij is de verpersoonlijking van bediening. We gaan meer op Jezus Christus lijken wanneer we voor de geringste doen wat we voor Hem zouden doen,18 wanneer we onze naaste liefhebben als onszelf,19 wanneer we ‘elkaar liefheb[ben] zoals Ik u liefgehad heb’,20 en wanneer ‘wie onder u groot wil worden, […] uw dienaar [zal] zijn’.21

Jezus Christus dient mensen. Engelen dienen mensen.22 Volgelingen van Jezus Christus dienen elkaar,23 ‘verblijd[en zich] met hen die blij zijn, en huil[en] met hen die huilen’,24 waken over de mensen en voeden hen ‘met dingen die verband houden met de gerechtigheid’,25 ‘denk[en] aan de armen en de behoeftigen, de zieken en de bezochten’,26 en maken Gods naam bekend door hun bediening.27 Als we Hem in onze bediening navolgen, zijn we getuige van zijn wonderen en zegeningen.28 We bereiken dan ‘een zoveel voortreffelijker bediening’.29

We worden lichamelijk wellicht moe. Maar in zijn dienst worden we ‘niet moe goed te doen’.30 We doen ijverig ons best, lopen niet harder dan we kracht hebben,31 maar vertrouwen op wat de apostel Paulus zegt: ‘God heeft een blijmoedige gever lief.’32 Want God ‘Die de zaaier zaad verschaft, moge ook brood tot voedsel schenken en uw zaaigoed doen toenemen’.33 Met andere woorden, God stelt ons rijkelijk ‘in staat tot alle vrijgevigheid’.34 ‘Wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten.’35

Waar we ons in deze paastijd ook bevinden, laten we liefdevol de helpende hand uitsteken zoals onze Heiland dat zou doen, in het bijzonder naar hen die we uit liefde en wegens onze bedieningstaak mogen dienen. Mogen wij daardoor nader tot Jezus Christus en elkaar komen, meer worden zoals Hij, en de volgelingen worden die Hij voor ogen heeft. In zijn heilige naam, Jezus Christus. Amen.