2023
Verbonden geven ons toegang tot Gods macht
Mei 2023


13:9

Verbonden geven ons toegang tot Gods macht

Als u het verbondspad bewandelt, vanaf de doop tot de tempel en uw verdere leven, beloof ik u de macht en kracht om tegen de natuurlijke wereldse stroom in te gaan.

Afgelopen november had ik het voorrecht om de Belémtempel (Brazilië) in te wijden. Ik was blij om onder de toegewijde leden van de kerk in het noorden van Brazilië te zijn. Bij die gelegenheid ontdekte ik dat Belém de poort is naar het gebied met de machtigste rivier ter wereld, de Amazone.

Ondanks de kracht van de rivier vindt er twee keer per jaar iets schijnbaar onnatuurlijks plaats. Als de zon, de maan en de aarde dan op één lijn staan, stroomt er een krachtige vloedgolf stroomopwaarts de rivier op. Golven tot 6 meter hoog1 gaan tot wel 50 kilometer2 landinwaarts. Dat fenomeen, een zogeheten getijdegolf of vloedbranding, noemen ze daar de pororoca, ofwel ‘luid gebrul’, vanwege het hevige lawaai. We kunnen terecht concluderen dat zelfs de machtige Amazone zich aan de hemelse machten moet overgeven.

Net als de Amazone gaan wij doorgaans met de stroom mee; we volgen onze natuurlijke impulsen. Net als de Amazone kunnen wij, met hemelse hulp, echter ook schijnbaar onnatuurlijke dingen doen. Het is immers tegen onze natuur om onze wil nederig, zachtmoedig en bereidwillig aan God te onderwerpen. Maar alleen dan kunnen we veranderen, terugkeren naar God en onze eeuwige bestemming bereiken.

In tegenstelling tot de Amazone kunnen wij kiezen of we ons aan hemelse machten overgeven of ‘met de stroom meegaan’.3 Het kan moeilijk zijn om tegen de stroom op te roeien. Maar als we ons overgeven ‘aan de ingevingen van de Heilige Geest’ en de zelfzuchtige neigingen van de natuurlijke mens afleggen,4 kunnen we de veranderende kracht van de Heiland ontvangen en moeilijke dingen doen.

President Russell M. Nelson heeft uitgelegd hoe we dat doen. Hij heeft beloofd: ‘Ieder die verbonden in de doopvont en in de tempel sluit en die nakomt, krijgt daarmee meer toegang tot de macht van Jezus Christus [die] ons boven de invloed van deze gevallen wereld uit [tilt].’5 Met andere woorden, we krijgen toegang tot Gods macht mits we ons door heilige verbonden aan Hem binden.

Vóór de schepping van de aarde heeft God verbonden ingesteld als het mechanisme waardoor wij, zijn kinderen, ons met Hem konden verenigen. Op grond van een eeuwige, onveranderlijke wet legde Hij de onherroepelijke voorwaarden vast waaronder wij veranderd, verlost en verhoogd worden. In dit leven sluiten we die verbonden door aan priesterschapsverordeningen deel te nemen. We beloven tevens te doen wat God van ons vraagt. In ruil daarvoor belooft God ons bepaalde zegeningen.6

Een verbond houdt een plechtige belofte in. Dat vergt voorbereiding, een helder begrip en absolute naleving.7 Een verbond met God sluiten, is iets anders dan terloops een belofte doen. Ten eerste komt er priesterschapsgezag bij kijken. Ten tweede is een zwakke belofte niet krachtig genoeg om ons boven de natuurlijke stroom uit te tillen. We sluiten alleen een verbond als we van plan zijn ons er in alle opzichten aan te houden.8 We worden verbondskinderen van God en erfgenamen van zijn koninkrijk, vooral als we ons volledig met het verbond vereenzelvigen.

De term verbondspad verwijst naar een reeks verbonden waardoor we tot Christus komen en ons aan Hem binden. Deze verbondsband biedt ons toegang tot zijn eeuwige macht. Het pad begint met geloof in Jezus Christus en bekering, gevolgd door de doop en het ontvangen van de Heilige Geest.9 Jezus Christus heeft ons getoond hoe we het pad betreden toen Hij zich liet dopen.10 Volgens Markus en Lukas in het Nieuwe Testament sprak onze hemelse Vader bij Jezus’ doop rechtstreeks tot Hem: ‘U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen!’ Als we ons door de doop op het verbondspad begeven, kan ik me voorstellen dat onze hemelse Vader ook zoiets tegen ieder van ons zegt: ‘Jij bent mijn dierbare kind in wie Ik Mij verheug. Ga zo door.’11

Bij onze doop, en als we aan het avondmaal deelnemen,12 betuigen we dat we gewillig zijn om de naam van Jezus Christus op ons te nemen.13 Laten we in deze context aan het gebod in het Oude Testament denken: ‘U zult de Naam van de Heere, uw God, niet ijdel gebruiken.’14 In onze hedendaagse oren klinkt dit als een verbod om de naam van de Heer oneerbiedig te gebruiken. Het gebod houdt dat inderdaad in, maar behelst nog meer. Het Hebreeuwse woord dat hier als gebruiken is vertaald, betekent hooghouden of dragen, zoals men een vaandel draagt om zich met een persoon of groep te identificeren.15 Het woord dat met ijdel is vertaald, betekent hol of misleidend.16 Het gebod om de naam van de Heer niet ijdel te gebruiken, kan dus betekenen: ‘U mag uzelf niet als discipel van Jezus Christus kenbaar maken, tenzij u voornemens bent Hem op gepaste wijze te vertegenwoordigen.’

We worden zijn discipelen en vertegenwoordigen Hem op de juiste wijze als we de naam van Jezus Christus bewust en stap voor stap door middel van verbonden op ons nemen. Onze verbonden geven ons de kracht om op het verbondspad te blijven, omdat onze relatie met Jezus Christus en onze hemelse Vader dan is veranderd. We zijn door een verbondsband met Hen verbonden.

Het verbondspad leidt naar de verordeningen van de tempel, waaronder de begiftiging.17 De begiftiging is Gods gave van heilige verbonden die ons nog meer aan Hem binden. In de begiftiging verbinden we ons er ten eerste toe ernaar te streven Gods geboden te onderhouden; ten tweede ons met een gebroken hart en een verslagen geest te bekeren; ten derde het evangelie van Jezus Christus na te leven. Dat doen we als we geloof in Hem oefenen, verbonden met God sluiten door de verordeningen van heil en verhoging te ontvangen, die verbonden ons hele leven lang nakomen, en ernaar streven de twee grote geboden na te leven: God en onze medemensen liefhebben. We verbinden ons er ten vierde toe om de wet van kuisheid te onderhouden, en ten vijfde onszelf en alles waarmee de Heer ons zegent aan de opbouw van zijn kerk toe te wijden.18

Door tempelverbonden te sluiten en na te komen, komen we meer over de doeleinden van de Heer te weten. Ook ontvangen we een volheid van de Heilige Geest.19 We ontvangen leiding voor ons leven. We worden volwassen in ons discipelschap, zodat we geen onwetende kinderen blijven.20 We gaan dan leven vanuit een eeuwig perspectief en zijn meer gemotiveerd om God en anderen te dienen. We zijn beter in staat om onze aardse doeleinden te verwezenlijken. We worden tegen het kwaad beschermd,21 en krijgen meer kracht om verleiding te weerstaan en ons te bekeren als we struikelen.22 Als we wankelen, helpt de herinnering aan onze verbonden met God ons om op het pad terug te keren. Door ons met Gods macht te verbinden, worden we zelf een pororoca. We zijn dan in staat om ons leven lang tegen de stroom van de wereld in te gaan, de eeuwigheid tegemoet. Uiteindelijk verandert onze bestemming, omdat het verbondspad tot verhoging en eeuwig leven voert.23

De verbonden nakomen die we in de doopvont en de tempel hebben gesloten, geeft ons ook de kracht om onze aardse beproevingen en smarten te doorstaan.24 De achterliggende leer van deze verbonden maakt onze weg begaanbaar en biedt hoop, troost en gemoedsrust.

Mijn grootouders Lena Sofia en Matts Leander Renlund ontvingen van Gods macht door hun doopverbond toen ze in 1912 in Finland lid van de kerk werden. Ze waren blij om deel uit te maken van de eerste gemeente van de kerk in Finland.

Leander overleed vijf jaar later aan tuberculose toen Lena zwanger was van hun tiende kind. Dat kind was mijn vader, die twee maanden na Leanders dood werd geboren. Uiteindelijk droeg Lena niet alleen haar man, maar ook zeven van haar tien kinderen ten grave. Als arme weduwe had ze het moeilijk. Twintig jaar lang kreeg ze amper voldoende nachtrust. Overdag schraapte ze voedsel voor haar gezin bij elkaar. In de avonden en nachten zorgde ze voor haar stervende gezinsleden. Ik begrijp haast niet hoe ze het voor mekaar kreeg.

Lena volhardde omdat ze wist dat haar overleden man en kinderen voor eeuwig de hare konden zijn. De leer van tempelzegeningen, waaronder die van eeuwige gezinnen, schonk haar gemoedsrust omdat ze op de verzegelbevoegdheid vertrouwde. Ze werd bij leven niet begiftigd noch aan haar man verzegeld. Toch voelde ze Leander vaak zeer nabij en zag ze de toekomst mede dankzij hem hoopvol tegemoet.

Lena stuurde in 1938 als een van de eersten in Finland familiegegevens in, zodat er tempelverordeningen voor haar overleden familieleden konden worden verricht. Na haar dood werden er door anderen tempelverordeningen voor haar, Leander en haar overleden kinderen verricht. Ze werd plaatsvervangend begiftigd, Lena en Leander werden aan elkaar verzegeld, en hun overleden kinderen en mijn vader werden aan hen verzegeld. Lena is, net als anderen, ‘in het geloof gestorven. Zij [had] de vervulling van de beloften niet verkregen, maar [heeft] die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet.’25

Lena leefde alsof ze die verbonden al had gesloten. Ze wist dat haar doop- en avondmaalsverbonden haar aan de Heiland bonden. Ze liet ‘het verlangen naar [het] heilig huis [van de Verlosser] de hoop zijn voor [haar] eenzaam hart’.26 Lena beschouwde het als een van Gods grote barmhartigheden dat ze vóór al die tragedies in haar leven te weten was gekomen dat gezinnen eeuwig zijn. Dankzij haar verbond ontving ze de kracht van God om te volharden en boven de terneerdrukkende last van haar ontberingen en moeilijkheden uit te stijgen.

Als u het verbondspad bewandelt, vanaf de doop tot de tempel en uw verdere leven, beloof ik u de macht en kracht om tegen de natuurlijke wereldse stroom in te gaan – om te leren, u te bekeren en geheiligd te worden, en om in de moeilijkheden van het leven hoop, troost en zelfs vreugde te vinden. Ik beloof u en uw gezin bescherming tegen de invloed van de tegenstander, vooral als u de tempel een belangrijke rol in uw leven laat spelen.

Als u tot Christus komt en door een verbond met Hem en onze hemelse Vader verbonden bent, gebeurt er iets schijnbaar onnatuurlijks. U wordt veranderd en vervolmaakt in Jezus Christus.27 U wordt een verbondskind van God en erfgenaam in zijn koninkrijk.28 Ik kan me voorstellen dat Hij dan tegen u zegt: ‘Jij bent mijn dierbare kind in wie Ik Mij verheug. Welkom thuis.’ In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Ongeveer 20 voet.

  2. Ongeveer 30 mijl.

  3. We hebben een keuze omdat God ons het voorrecht heeft gegeven zelfstandig te kiezen en te handelen. Zie Gids bij de Schriften, ‘Keuzevrijheid’, schriften.ChurchofJesusChrist.org; 2 Nephi 2:27; Mozes 7:32.

  4. Zie Mosiah 3:19.

  5. Russell M. Nelson, ‘De wereld overwinnen en rust vinden’, Liahona, november 2022, 96, 97.

  6. Zie Gids bij de Schriften, ‘Verbond’, schriften.ChurchofJesusChrist.org.

  7. Iedereen struikelt weleens, maar God heeft geduld met onze blunders. Hij heeft ons de gave van bekering gegeven, zelfs na het verbreken van een verbond. Ouderling Richard G. Scott heeft gezegd: ‘De Heer maakt een onderscheid tussen zwakheid en opstandigheid, want Hij is altijd barmhartig als Hij het over zwakheden heeft.’ (Zie ‘Persoonlijke kracht door de verzoening van Jezus Christus’, Liahona, november 2013, 83.) Daarom hoeven we er niet aan te twijfelen dat de Heiland ons met onze zwakheden kan helpen. Maar een verbond bewust verbreken met het snode plan om ons daarna te bekeren – dat wil zeggen zonde en bekering met voorbedachten rade – is weerzinwekkend in de ogen van de Heer (zie Hebreeën 6:4–6).

  8. Zie Robert Bolt, A Man for All Seasons: A Play in Two Acts (1990), XIII–XIV, 140.

  9. Zie 2 Nephi 31:17–18.

  10. Zie 2 Nephi 31:4–15.

  11. Lukas heeft opgetekend ‘dat de Heilige Geest op Hem neerdaalde in lichamelijke gedaante als een duif. En er kwam een stem uit de hemel die zei: U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen!’ (Lukas 3:22.) In Markus staat: ‘En er kwam een stem uit de hemelen: U bent Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!’ (Markus 1:11.) De vertaling van William Tyndale is nog levendiger en intiemer. In zijn vertaling zegt de stem van onze hemelse Vader: ‘Gij zijt mijn dierbare Zoon in wie Ik Mij verheug.’ (In: Brian Moynahan, God’s Bestseller: William Tyndale, Thomas More, and the Writing of the English Bible—A Story of Martyrdom and Betrayal [2002], 58.) Alleen Mattheüs vermeldt dat de stem tot een algemener publiek was gericht: ‘En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!’ (Mattheüs 3:17.) In het evangelie van Johannes staat alleen iets over de doop door Johannes de Doper: ‘En ik heb gezien en getuigd dat Híj de Zoon van God is’ (Johannes 1:34).

  12. Zie 2 Nephi 31:13; Leer en Verbonden 20:77.

  13. President Dallin H. Oaks heeft uitgelegd hoe belangrijk het woord ‘gewillig’ is als we ons doopverbond bij het avondmaal hernieuwen: ‘Het is opmerkelijk dat we, als we aan het avondmaal deelnemen, niet betuigen dat we de naam van Jezus Christus op ons nemen. We betuigen dat we gewillig zijn om dat te doen. [Zie Leer en Verbonden 20:77.] Het feit dat we alleen onze gewilligheid betuigen, impliceert dat er nog iets moet gebeuren voordat we die heilige naam in de belangrijkste zin daadwerkelijk op ons nemen.’ (‘Taking upon Us the Name of Jesus Christ’, Ensign, mei 1985, 81.) Dat ‘nog iets’ duidt op de tempelzegeningen en toekomstige verhoging.

  14. Exodus 20:7.

  15. Zie James Strong, The New Strong’s Expanded Exhaustive Concordance of the Bible (2010), Hebreeuwse woordenlijst, pagina 192, nummer 5375.

  16. Zie Strong, The New Strong’s Expanded Exhaustive Concordance of the Bible, Hebreeuwse woordenlijst, pagina 273, nummer 7723.

  17. Ouderling David A. Bednar heeft gezegd: ‘Het doopverbond verwijst naar iets wat in de toekomst gaat gebeuren en blikt vooruit naar de tempel. […] Het proces waarbij we de naam van Jezus Christus op ons nemen, [begint] in het water van de doop en wordt voortgezet en uitgebreid in het huis van de Heer. Wanneer we ons in de wateren van de doop bevinden, kijken we vooruit naar de tempel. Wanneer we aan het avondmaal deelnemen, kijken we vooruit naar de tempel. Wij beloven dat we de Heiland altijd indachtig zullen zijn en zijn geboden zullen onderhouden, zodat wij kunnen deelnemen aan de heilige tempelverordeningen en de hoogste zegeningen kunnen ontvangen die beschikbaar zijn door de naam en het gezag van de Heer Jezus Christus. Met de verordeningen van de heilige tempel nemen we de naam van Jezus Christus dus nog verder op ons.’ (‘Op eervolle wijze een naam en status behouden’, Liahona, mei 2009, 98.) Dat proces is waarschijnlijk pas voltooid wanneer we volledig veranderd en ‘Hem gelijk zullen zijn’ (Moroni 7:48).

  18. In het Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, 27.2 (ChurchofJesusChrist.org), staan de verbonden genoemd: de wet van gehoorzaamheid naleven, de wet van offerande gehoorzamen, de wet van het evangelie van Jezus Christus volgen, de wet van kuisheid onderhouden en de wet van toewijding naleven; zie ook David A. Bednar, ‘Laat dit huis worden gebouwd voor mijn naam’, Liahona, mei 2020, 84–87.

  19. Zie Leer en Verbonden 109:14–15. Ouderling D. Todd Christofferson heeft gezegd: ‘De “volheid van de Heilige Geest” omvat wat Jezus beschreef als “de belofte die Ik u geef van het eeuwige leven, ja, de heerlijkheid van het celestiale koninkrijk; welke heerlijkheid die van de kerk van de Eerstgeborene is, ja, van God, de heiligste van allen, door Jezus Christus, zijn Zoon” (Leer en Verbonden 88:4–5).’ (‘De kracht van verbonden’, Liahona, mei 2009, 23, noot 5.)

  20. Zie Leer en Verbonden 109:15.

  21. Zie Leer en Verbonden 109:22; 25–26.

  22. Zie Leer en Verbonden 109:21.

  23. Zie Leer en Verbonden 109:15, 22; Russell M. Nelson, ‘De kracht van geestelijk momentum’, Liahona, mei 2022, 98.

  24. Zie Russell M. Nelson, ‘De wereld overwinnen en rust vinden’, 96; Leer en Verbonden 84:20. President Nelson heeft onder meer gezegd: ‘Elke keer dat u zich instelt op de influisteringen van de Geest en die opvolgt, elke keer dat u iets goeds doet – dingen die “de natuurlijke mens” niet zou doen – overwint u de wereld.’ (‘De wereld overwinnen en rust vinden’, 97.)

  25. Hebreeën 11:13.

  26. Verlosser van Israël’, Lofzangen, nr. 6, vers 5. Dit was Lena Sofia Renlunds lievelingslofzang.

  27. Zie Moroni 10:30–33.

  28. Zie Leer en Verbonden 132:19–20.