Innerlijke vrede vinden
Ik bid dat u vrede vindt, veel anderen helpt haar te vinden en haar doorgeeft.
Geliefde broeders en zusters, we zijn gezegend door de geïnspireerde boodschappen en de prachtige muziek die ons in deze openingsbijeenkomst van de algemene conferentie hebben geraakt. We danken u voor uw deelname en uw geloof.
Vandaag wil ik u vertellen wat ik heb geleerd over het wonder van persoonlijke vrede vinden, wat onze omstandigheden ook zijn. De Heiland weet dat alle kinderen van onze hemelse Vader naar vrede verlangen, en Hij heeft gezegd dat Hij ons die kan geven. U weet wat Jezus Christus in het boek Johannes heeft gezegd: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.’1
Wat Hij met vrede bedoelt en hoe Hij die kan geven, blijkt uit de omstandigheden van wie Hem dat hoorden zeggen. Luister naar het verhaal in Johannes over de voleinding van de bediening van Christus. Hij werd overspoeld door grote krachten van het kwaad, die kort daarna ook over zijn discipelen zouden komen.
Dit zijn de woorden van de Heiland:
‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.
‘En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid,
‘namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
‘Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe.
‘Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar u zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven.
‘Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u.
‘Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
‘Judas, niet de Iskariot, zei tegen Hem: Heere, hoe komt het dat U Zichzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld?
‘Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.
‘Wie Mij niet liefheeft, neemt Mijn woorden niet in acht; en het woord dat u hoort, is niet van Mij, maar van de Vader, Die Mij gezonden heeft.
‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik bij u verblijf.
‘Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.
‘Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.’2
Deze lering van de Heiland heeft mij ten minste vijf waarheden geleerd.
Ten eerste, we ontvangen de gave van vrede nadat we het geloof hebben om zijn geboden te onderhouden. De verbondsleden van de kerk van de Heer hebben al beloofd om gehoorzaam te zijn.
Ten tweede, de Heilige Geest zal naar ons toe komen en bij ons intrekken. De Heer zegt dat de Heilige Geest in ons zal blijven als we getrouw blijven. Dat is de belofte in het avondmaalsgebed, dat de Geest onze metgezel zal zijn en dat we zijn troost in ons hart en verstand zullen voelen.
Ten derde, de Heiland belooft ons dat we de liefde van de Vader en de Zoon voor elkaar en voor ons zullen voelen, als we onze verbonden nakomen. We kunnen hun nabijheid in ons sterfelijk leven voelen, en we zullen die ook voelen wanneer we gezegend worden om voor eeuwig bij Hen te zijn.
Ten vierde, de geboden van de Heer onderhouden gaat verder dan gehoorzaamheid. We moeten God liefhebben met heel ons hart, onze macht, ons verstand en onze ziel.3
Zij die Hem niet liefhebben, onderhouden zijn geboden niet. En dus ontvangen zij de gave van vrede in dit leven en in het hiernamaals niet.
Ten vijfde, het is duidelijk dat de Heer genoeg van ons hield om de prijs voor onze zonden te betalen, zodat wij – door ons geloof in Hem en onze bekering, door de gevolgen van zijn verzoening – in dit leven en voor eeuwig bij Hem kunnen genieten van de gave van de vrede die ‘alle begrip te boven gaat’.4
Sommigen van u, misschien velen, voelen de vrede die de Heer heeft beloofd niet. Misschien hebt u gebeden om innerlijke vrede en geestelijke troost, en toch het gevoel gekregen dat de hemel uw smeekbede om vrede niet hoort.
Uw ziel heeft een vijand die niet wil dat u en uw dierbaren vrede vinden. Hij kan die zelf niet ervaren. Hij houdt u tegen om zelfs maar te verlangen naar de vrede die de Heiland en onze hemelse Vader u willen geven.
Satans pogingen om haat en twist om ons heen te zaaien, lijken toe te nemen. We zien het over de hele wereld gebeuren, in landen en steden, in buurten en op elektronische media.
Toch kunnen we optimistisch zijn: elk kind wordt met het licht van Christus geboren. Die universele gave geeft een besef van wat goed is, een verlangen om lief te hebben en liefde te ontvangen. Ieder kind van God komt de sterfelijkheid in met een aangeboren gevoel voor rechtvaardigheid en waarheid.
Ons optimisme voor de innerlijke vrede van die kinderen is gegrond in hun verzorgers. Als zij die hen opvoeden en dienen hard hebben gewerkt om de gave van vrede van de Heiland te ontvangen, zullen zij – door hun eigen voorbeeld en inzet – hun kind aanmoedigen tot het geloof om voor de goddelijke gave van vrede in aanmerking te komen.
Die belofte staat in de Schriften: ‘Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.’5 De mensen aan wie de zorg en opvoeding van een kind is toevertrouwd, moeten dus de gave van vrede waardig zijn.
Helaas hebben we allemaal de pijn gevoeld van kinderen die door geïnspireerde ouders zijn opgevoed, soms door één ouder, en die na een leven van geloof en vrede toch kiezen voor het pad van verdriet.
Zelfs als dat verdriet zich voordoet, berust mijn optimisme op een andere gave van de Heer. Dit is die gave: Hij doet vele vredestichters onder zijn vertrouwde discipelen opstaan. Zij hebben de vrede en liefde van God gevoeld. Zij hebben de Heilige Geest in hun hart, en de Heer kan hen leiden om de dwalende schapen de hand te reiken.
Ik heb dit gedurende mijn leven en over de hele wereld gezien. U hebt het ook gezien. Soms als u ertoe wordt geleid om iemand te redden, lijkt dat misschien toeval.
Ik heb ooit gevraagd aan iemand die ik op reis tegenkwam: ‘Kunt u me wat over uw familie vertellen?’ In dat gesprek vroeg ik uiteindelijk of ik een foto mocht zien van haar volwassen dochter, die het moeilijk had. Ik werd getroffen door de goedheid in het gezicht van het meisje op de foto. Ik kreeg de ingeving om haar e-mailadres te vragen. De dochter was op dat moment afgedwaald, en vroeg zich af of God een boodschap voor haar had. Dat had Hij. Dit was de boodschap: ‘De Heer houdt van je. Hij heeft altijd van je gehouden. De Heer wil dat je terugkomt. De zegeningen die je zijn beloofd, zijn er nog steeds.’
Overal in de kerk hebben leden de gave van innerlijke vrede van de Heer gevoeld. Hij moedigt iedereen aan om anderen de kans te geven om tot Hem te komen en zelf voor die vrede in aanmerking te komen. Zij kiezen er dan op hun beurt voor om naar inspiratie te streven zodat ze die gave aan anderen kunnen doorgeven.
De opkomende generatie zal voor de generatie daarna zorgen. Het vermenigvuldigingseffect zal tot een wonder leiden. Het zal zich in de loop der tijd verspreiden en groeien, en het koninkrijk van de Heer op aarde zal voorbereid zijn en klaarstaan om Hem met hosannakreten te begroeten. Er zal vrede op aarde zijn.
Ik geef mijn zekere getuigenis dat de Heiland leeft en dat Hij deze kerk leidt. Ik heb zijn liefde voor mij en zijn liefde en zorg voor alle kinderen van onze hemelse Vader gevoeld. De uitnodiging van de Heiland om tot Hem te komen is een aanbod van vrede.
President Russell M. Nelson is de levende profeet van God voor de hele aarde. Hij heeft gezegd: ‘Ik geef u mijn verzekering dat u – ongeacht de toestand van de wereld en uw persoonlijke omstandigheden – de toekomst vol optimisme en vreugde tegemoet kunt zien.’6
Ik spreek mijn liefde voor u uit. Uw grote geloof en liefde zijn van invloed op andere mensen. Dit stelt de Heer in staat om hun hart te veranderen, zodat ze het verlangen krijgen om anderen de gave van vrede die alle begrip te boven gaat, aan te bieden.
Ik bid dat u vrede vindt, veel anderen helpt haar te vinden en haar doorgeeft. Er zal een geweldige duizendjarige vrede aanbreken als de Heer wederkeert. Daarvan getuig ik met vreugde en in de naam van Jezus Christus. Amen.