2023
Een levende profeet voor de laatste dagen
Mei 2023


11:22

Een levende profeet voor de laatste dagen

Onze Vader in de hemel heeft ervoor gekozen om door middel van een profeet waarheid aan zijn kinderen te openbaren.

Toen ik jong was, hield ik van de zaterdag omdat alles op die dag een avontuur leek. Maar wat ik ook deed, het werd altijd voorafgegaan door het belangrijkste: op tv tekenfilms kijken. Toen ik op zo’n zaterdagochtend bij de televisie stond en naar de juiste zender zocht, zag ik dat de tekenfilm die ik wilde zien, vervangen was door een uitzending van de algemene conferentie van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Terwijl ik naar de televisie keek en verzuchtte dat er geen tekenfilm was, zag ik een man met wit haar in een pak en stropdas op een mooie stoel zitten.

Er was iets bijzonders aan hem, dus vroeg ik mijn oudste broer: ‘Wie is dat?’

Hij zei: ‘Dat is president David O. McKay; hij is een profeet.’

Ik weet nog dat ik iets voelde en op de een of andere manier wist dat hij een profeet was. Omdat ik zoveel van tekenfilms hield, veranderde ik daarna van zender. Maar ik ben nooit vergeten wat ik op dat korte, onverwachte moment van openbaring voelde. Bij een profeet is het soms meteen duidelijk.1

Als we door openbaring weten dat er een levende profeet op aarde is, verandert alles.2 Dan is men niet geïnteresseerd in het debat over de vraag wanneer een profeet als profeet spreekt en of iemand ooit gerechtvaardigd is in het selectief verwerpen van profetische raad.3 Zulke geopenbaarde kennis spoort aan tot vertrouwen in de raad van een levende profeet, zelfs als we die niet volledig begrijpen.4 Onze volmaakte en liefdevolle Vader in de hemel heeft er immers voor gekozen om door middel van een profeet waarheid aan zijn kinderen te openbaren, door iemand die nooit om zo’n heilige roeping heeft gevraagd en die onze hulp niet nodig heeft om zich bewust te worden van zijn eigen tekortkomingen.5 Een profeet is iemand die door God persoonlijk is voorbereid, geroepen, gecorrigeerd, geïnspireerd, berispt, geheiligd en geschraagd.6 Daarom zijn we nooit geestelijk in gevaar als we profetische raad opvolgen.

Of we het nu leuk vinden of niet, we zijn allemaal op de een of andere manier in het voorsterfelijk leven uitgekozen om in deze laatste dagen geboren te worden. Er zijn twee realiteiten die met de laatste dagen zijn verbonden. De eerste realiteit is dat de kerk van Christus op aarde wordt hersteld. De tweede realiteit is dat alles heel moeilijk gaat worden. In de Schriften staat dat er in de laatste dagen ‘een zware hagelstorm [zal] worden uitgezonden om de gewassen van de aarde te vernietigen’.7 Er zullen ook plagen zijn,8 evenals ‘oorlogen en geruchten van oorlogen, en de gehele aarde zal in beroering zijn […] en de ongerechtigheid zal overvloedig worden’.9

Als kind maakten die profetieën over de laatste dagen me bang. Ik bad toen dat de wederkomst niet tijdens mijn leven zou plaatsvinden – met enig succes overigens tot nu toe. Maar nu bid ik voor het tegenovergestelde, ook al staan de voorspelde beproevingen vast,10 want als Christus terugkeert om te regeren, zullen al zijn scheppingen onbezorgd ‘neerliggen’.11

De huidige omstandigheden in de wereld hebben bij sommigen paniek veroorzaakt. Als Gods verbondskinderen hoeven wij niet iets na te jagen om te weten hoe we deze moeilijke tijden kunnen doorstaan. We hoeven niet bang te zijn.12 De leringen en beginselen die we moeten navolgen om geestelijk te overleven en stoffelijk stand te houden, zijn in de woorden van een levende profeet te vinden.13 Daarom heeft president M. Russell Ballard gezegd: ‘Het is geen kleinigheid om een profeet van God onder ons te hebben.’14

President Russell M. Nelson heeft getuigd: ‘Gods aloude aanpak om zijn kinderen bij monde van profeten te onderrichten, verzekert ons ervan dat Hij iedere profeet en iedereen die profetische raad aanneemt, zal zegenen.’15 De sleutel is dus om de levende profeet te volgen.16 Broeders en zusters, in tegenstelling tot oude stripboeken en klassieke auto’s worden profetische leringen niet waardevoller met de tijd. Daarom mogen we de woorden van vroegere profeten niet gebruiken om de leer van levende profeten te verwerpen.17

Ik houd van de gelijkenissen waarmee Jezus Christus evangeliebeginselen predikte. Ik wil u vanmorgen graag een gelijkenis uit het dagelijks leven vertellen.

Op een dag liep ik de kantine van de hoofdzetel van de kerk binnen om te lunchen. Toen ik mijn dienblad had volgeladen, ging ik de eetzaal in. Ik zag een tafel waaraan alle drie leden van het Eerste Presidium zaten, met nog één lege stoel. Ik maakte in mijn onzekerheid een snelle omweg, weg van die tafel. Maar toen hoorde ik onze profeet, president Russell M. Nelson, zeggen: ‘Allen, hier is een lege stoel. Kom bij ons zitten.’ En dat deed ik.

Tegen het einde van de lunch hoorde ik tot mijn verbazing een hard krakend geluid. Toen ik opkeek, zag ik dat president Nelson zijn plastic waterflesje rechtop had gezet, het vervolgens had platgedrukt en de dop er weer op deed.

President Dallin H. Oaks stelde hem de vraag die ik wilde stellen: ‘President Nelson, waarom drukt u uw plastic waterflesje plat?’

Hij antwoordde: ‘Dat is makkelijker voor degenen die recycleerbaar materiaal verwerken, omdat het minder ruimte in de recyclagebak inneemt.’

Terwijl ik over zijn antwoord nadacht, hoorde ik weer dat krakende geluid. Ik keek naar rechts, en president Oaks had zijn plastic waterflesje ook platgedrukt, net als president Nelson. Toen hoorde ik links van mij een geluid. President Henry B. Eyring maakte zijn waterflesje plat, hoewel hij een andere strategie gebruikte door het flesje horizontaal neer te leggen, wat meer moeite kostte dan met het flesje rechtop. President Nelson zag dat en toonde hem vriendelijk de rechtopstaande techniek om het flesje gemakkelijker plat te drukken.

Op dat moment wendde ik me tot president Oaks en vroeg zachtjes: ‘Moeten we tegenwoordig in de kantine onze recycleerbare waterflesjes platdrukken?’

Met een glimlach op zijn gezicht antwoordde president Oaks: ‘Allen, we moeten de profeet volgen.’

Ik weet zeker dat president Nelson die dag in de kantine geen nieuwe leerstelling op het gebied van recycling verkondigde. Maar we kunnen wel iets leren van de snelle reactie18 van president Oaks en president Eyring om het voorbeeld van president Nelson te volgen, en van de attentheid van president Nelson om de betrokkenen iets bij te brengen.19

Enkele jaren geleden heeft ouderling Neal A. Maxwell over enkele observaties en raadgevingen gesproken die voor onze tijd profetisch juist zijn:

‘In de komende maanden en jaren zal elk lid waarschijnlijk moeten beslissen of hij [of zij] het Eerste Presidium al dan niet zal volgen. De leden zullen het moeilijker vinden om langer op twee gedachten te hinken. […]

‘Laten we onze sporen achterlaten zodat die keuzes duidelijk zijn, ongeacht wat anderen doen in het licht van profetische raad. […]

‘Jezus heeft gezegd dat als de vijgenboom bladeren uitspruit, “de zomer nabij is”. […] Dus nu we gewaarschuwd zijn dat de zomer nabij is, laten we dan niet over de hitte klagen!’20

Het opkomende geslacht groeit op in een tijd dat er meer vijgenbladeren zijn en er meer hitte is. Die realiteit legt een zware verantwoordelijkheid op de volwassen generatie, vooral wat betreft het opvolgen van profetische raad. Wanneer ouders de raad van de levende profeet negeren, verliezen zij niet alleen de beloofde zegeningen voor zichzelf, maar leren zij helaas hun kinderen dat wat een profeet zegt onbeduidend is, of dat ze profetische raad selectief kunnen opvolgen, zonder zich te bekommeren om de daaruit voortvloeiende geestelijke ondervoeding.

Ouderling Richard L. Evans heeft ooit gezegd: ‘Sommige ouders denken ten onrechte dat ze wel wat kunnen verslappen wat betreft gedrag en gedragsregels [en] dat ze een loopje kunnen nemen met de grondbeginselen zonder hun gezin of de toekomst van hun gezin te schaden. Maar als een ouder iets van de koers afwijkt, heb je kans dat de kinderen nog verder afdwalen.’21

Als generatie met de heilige opdracht om het opkomende geslacht voor te bereiden op zijn geprofeteerde rol in de laatste dagen,22 welke rol vervuld moet worden in een tijd waarin de invloed van de tegenstander hoogtij viert,23 mogen wij geen bron van verwarring zijn betreffende het opvolgen van profetische raad. Het is juist die raad waardoor het opkomende geslacht de vijand zal zien terwijl die nog veraf is en zich kan voorbereiden om de aanval van de vijand te weerstaan.24 Onze schijnbaar kleine koersafwijkingen, stille verwaarlozing of gefluisterde kritiek als reactie op profetische raad kan ertoe leiden dat wij gevaarlijk dicht bij het randje van het verbondspad wandelen. Maar wanneer de tegenstander dit in het leven van het opkomende geslacht versterkt, kan dat hen ertoe bewegen om dat pad geheel te verlaten. Zo zou een hele generatie een veel te hoge prijs betalen.25

Sommigen van u vinden misschien dat u tekortschiet in het opvolgen van de raad van president Russell M. Nelson. Als dat het geval is, bekeer u dan. Begin opnieuw de raad van Gods gekozen profeet op te volgen. Zet de afleiding van kinderlijke tekenfilms opzij en vertrouw op de gezalfde van de Heer. Verheug u ‘dat er [weer] een profeet in Israël is’.26

Zelfs als u twijfelt, getuig ik dat wij de hitte en hevigheid van de laatste dagen kunnen weerstaan en er zelfs in kunnen gedijen. Wij zijn de heiligen van de laatste dagen, en deze dagen zijn bijzonder. Wij wilden graag in deze tijd naar de aarde komen en vertrouwden erop dat we niet zouden struikelen in de duistere en verwarrende nevelen van de tegenstander.27 We kijken juist uit naar de raad en leiding van hem die als gemachtigde tegen ons en de hele wereld kan zeggen: ‘Zo zegt de Heere Heere.’28 In de heilige naam van de profeet die door God is opgewekt, de Heilige van Israël,29 ja, Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. President Russell M. Nelson heeft onlangs de studenten aan de Brigham Young University aangemoedigd om dezelfde persoonlijke openbaring te ontvangen: ‘Vraag uw hemelse Vader of wij werkelijk de apostelen en profeten van de Heer zijn. Vraag of wij openbaring over deze en andere zaken hebben ontvangen.’ (‘The Love and Laws of God’ [devotional aan de Brigham Young University, 17 september 2019], speeches.byu.edu.) Zie ook Neil L. Anderson, ‘De profeet van God’, Liahona, mei 2018, 26: ‘Als heiligen der laatste dagen is het ons voorrecht om een persoonlijk getuigenis te ontvangen dat president Nelson door God is geroepen.’ Het verhaal van Alma’s bekering, die naar de profeet Abinadi luisterde, is verder bewijs dat wij allen openbaring over een profeet kunnen ontvangen (zie Mosiah 13:5; 17:2).

  2. ‘We hebben een profeet of we hebben niets; en als we een profeet hebben, hebben we alles.’ (Gordon B. Hinckley, ‘We Thank Thee, O God, for a Prophet’, Ensign, januari 1974, 122.)

  3. ‘En gaandeweg geloofden zij niet meer in de geest van profetie en de geest van openbaring; en de oordelen van God staarden hen in het gelaat’ (Helaman 4:23; zie ook Leer en Verbonden 11:25). ‘Wij zingen vaak: “Wij danken U, Heer, voor profeten, ons tot leiding in deez’ laatste tijd.” Er zijn veel mensen die […] daaraan toevoegen: “Mits hij ons leidt volgens onze eigen ideeën en grillen.”’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Heber J. Grant [2002], 83.)

  4. ‘Soms zullen we raad krijgen die we niet begrijpen of die, zelfs als we er zorgvuldig over hebben gebeden en nagedacht, niet op ons van toepassing lijkt. Verwerp de raad niet, maar houd die in gedachten. Als iemand die u vertrouwt u iets overhandigt wat op zand lijkt, met de belofte dat er goud in zit, zou u het wijselijk een tijdje in uw hand houden en het zachtjes schudden. Steeds als ik dat met de raad van een profeet heb gedaan, werden na een tijdje de goudkorrels zichtbaar en was ik dankbaar.’ (Henry B. Eyring, ‘Finding Safety in Counsel’, Ensign, mei 1997, 26; zie ook 3 Nephi 1:13; Leer en Verbonden 1:14.)

  5. Zie 2 Nephi 4:17–18. ‘Veroordeel mij niet wegens mijn onvolmaaktheid, noch mijn vader wegens zijn onvolmaaktheid, […] maar dank liever God dat Hij u onze onvolmaaktheden heeft onthuld, opdat u zult leren wijzer te zijn dan wij geweest zijn’ (Mormon 9:31).

  6. Zie Leer en Verbonden 3:6–8; zie ook Leer en Verbonden 93:47.

  7. Leer en Verbonden 29:16.

  8. Zie Leer en Verbonden 84:97; zie ook Leer en Verbonden 87:6.

  9. Leer en Verbonden 45:26, 27.

  10. Zie Leer en Verbonden 1:38.

  11. Hosea 2:17. ‘Want Ik zal Mijzelf met macht en grote heerlijkheid openbaren vanuit de hemel met al zijn heerscharen, en duizend jaar lang in gerechtigheid bij de mensen op aarde wonen, en de goddelozen zullen niet standhouden’ (Leer en Verbonden 29:11).

  12. Zie 1 Nephi 22:16–17; zie ook Leer en Verbonden 59:23.

  13. ‘Want zie, zij hebben de woorden van de profeten verworpen. Daarom, indien mijn vader in het land was blijven wonen nadat hem was geboden uit het land te vluchten, zie, dan zou hij eveneens zijn omgekomen’ (1 Nephi 3:18; zie ook 2 Nephi 26:3; Leer en Verbonden 90:5).

  14. M. Russell Ballard, ‘Gij moet zijn woord ontvangen’, Liahona, juli 2001, 65.

  15. Russell M. Nelson, ‘Bidt, zoekt, klopt’, Liahona, november 2009, 82. ‘Er is geen groter geluk denkbaar dan door gehoorzaamheid aan de raad van de levende profeet.’ (The Teachings of Lorenzo Snow, samengesteld door Clyde J. Williams [1996], 86.)

  16. Houd uw blik gericht op hen die vandaag of morgen de kerk leiden en baseer uw leven op hen in plaats van stil te staan bij hoe vroegere profeten eruitzagen, dachten of spraken.’ (The Teachings of Harold B. Lee [1996], 525.)

  17. President Spencer W. Kimball heeft ooit gezegd dat ‘zij die de graven van de dode profeten verfraaien, nu beginnen met het stenigen van de levende profeten.’ (The Teachings of Spencer W. Kimball, samengesteld door Edward L. Kimball [1982], 462.) ‘De belangrijkste woorden die we kunnen horen, overpeinzen en volgen, zijn de woorden die door onze levende profeet worden geopenbaard.’ (Ronald A. Rasband, ‘De dingen van mijn ziel’, Liahona, november 2021, 40.)

  18. ‘Als we de raad van de Heer in de woorden van de president van de kerk horen, behoort onze reactie positief en prompt te zijn.’ (Zie M. Russell Ballard, ‘Gij moet zijn woord ontvangen’, Liahona, juli 2001, 65.)

  19. ‘De Kerk van Jezus Christus is altijd door levende profeten en apostelen geleid. Hoewel ze sterfelijk en onderhevig aan menselijke onvolkomenheid zijn, worden de dienstknechten van de Heer geïnspireerd om ons te helpen met het vermijden van hindernissen die geestelijk levensbedreigend zijn. Ze helpen ons ook om veilig door het sterfelijk leven naar onze hemelse eindbestemming te varen.’ (M. Russell Ballard, ‘God staat aan het roer’, Liahona, november 2015, 24.)

  20. Neal A. Maxwell, ‘A More Determined Discipleship’, Ensign, februari 1979, 69, 70.

  21. Richard L. Evans, ‘Foundations of a Happy Home’, Conference Report, oktober 1964, 135–136.

  22. Zie Leer en Verbonden 123:11; zie ook Robert D. Hales, ‘Onze plicht jegens God: de zending van ouders en leidinggevenden onder het opkomende geslacht’, Liahona, mei 2010, 95–98.

  23. Zie Leer en Verbonden 52:14.

  24. Zie Leer en Verbonden 101:54.

  25. Zie Mosiah 26:1–4.

  26. 2 Koningen 5:8.

  27. ‘[U] zult acht slaan op al zijn woorden en geboden die hij u zal geven wanneer hij ze ontvangt. […] Want door die dingen te doen, [zal] de Here God de machten van duisternis voor u uit verjagen, en de hemelen doen schudden voor uw welzijn en de heerlijkheid van zijn naam’ (Leer en Verbonden 21:4, 6). ‘Er is nog nooit iemand afgedwaald die de leer, het advies of de raad van de vertegenwoordiger van de Heer heeft opgevolgd.’ (Doctrines of Salvation: Sermons and Writings of Joseph Fielding Smith, samengesteld door Bruce R. McConkie [1998], 243.)

  28. Ezechiël 3:27. ‘Want zijn woord zult u aanvaarden, alsof uit mijn eigen mond, in alle geduld en geloof’ (Leer en Verbonden 21:5).

  29. Zie 1 Nephi 22:20–21; zie ook 3 Nephi 20:23.