augustus
Mijn hemelse Vader hoort en verhoort mijn gebeden
‘Wees nederig; en de Heer, uw God, zal u aan de hand leiden en u antwoord geven op uw gebeden’ (LV 112:10).
Bedenk er zelf nog wat ideeën bij. Bedenk iedere week manieren om (1) duidelijk vast te stellen wat de leer is, (2) de kinderen er begrip van bij te brengen, en (3) de kinderen aan te moedigen ze toe te passen. Vraag uzelf af: wat gaan de kinderen leren en hoe kan ik ervoor zorgen dat ze de Geest voelen?
Week 1: De Schriften leren me hoe ik moet bidden.
Vaststellen wat de leer is: Houd de Schriften op en vraag de kinderen wat we allemaal uit de Schriften leren. Vertel de kinderen dat een van de dingen die we uit de Schriften kunnen leren is hoe we moeten bidden.
Begrip bevorderen en toepassing aanmoedigen (naar een verhaal uit de Schriften luisteren): Vertel het verhaal van Alma en Amulek die de Zoramieten lesgeven (zie Alma 31; 33–34). Laat de kinderen uitbeelden hoe je moet bidden. Vraag de kinderen wat we van het verhaal over het gebed kunnen leren. Maak op het bord een lijst met de antwoorden van de kinderen. Laat de kinderen bespreken hoe het verhaal op hen van toepassing is.
Week 2: Mijn hemelse Vader wil dat ik vaak tot Hem bid, altijd en overal.
Vaststellen wat de leer is en begrip bevorderen (teksten lezen): Vertel de kinderen dat ze altijd en overal tot hun hemelse Vader kunnen bidden. Laat ze Alma 33:3–9 opzoeken. Lees de verzen samen en laat de kinderen elke keer als ze een plek horen waar Zenos heeft gebeden hun hand opsteken. Zet die plekken op het bord. Maak woordstroken met vergelijkbare hedendaagse plekken, zodat de kinderen begrijpen wat ze er nu aan hebben (bijvoorbeeld: een plek waar je je eenzaam en verloren hebt gevoeld voor ‘wildernis’, een tuin, speeltuin of park voor ‘veld’ en onze lessen en kerkbijeenkomsten voor ‘gemeenten’). Laat de kinderen de woordstroken zoeken die bij de woorden op het bord passen.
Toepassing aanmoedigen (het gebed bespreken): Verdeel de kinderen in groepjes en vraag hen wanneer ze hebben gebeden op de plekken die Zenos heeft genoemd.
Week 3 en 4: Antwoorden van onze hemelse Vader op ons gebed komen op veel manieren.
Vaststellen wat de leer is (een spel spelen): Schrijf van tevoren op het bord: ‘Antwoorden van onze hemelse Vader op ons gebed komen op veel manieren’ en bedek ieder woord met een apart vel papier. Laat elk kind een vel papier weghalen en vraag of ze kunnen raden wat er staat. Ga daarmee door totdat ze het hebben geraden en laat ze de zin samen oplezen.
Begrip bevorderen (teksten lezen): Vertel de kinderen dat Joseph Smith bad om te weten te komen tot welke kerk hij toe moest treden. Lees gezamenlijk De geschiedenis van Joseph Smith 1:17 om erachter te komen op welke manier zijn gebed verhoord werd (onze hemelse Vader en Jezus Christus bezochten hem). Vertel de kinderen dat Alma bad dat zijn zoon, Alma de jonge, de waarheid zou kennen. Lees gezamenlijk Mosiah 27:11 om erachter te komen op welke manier Alma’s gebed verhoord werd (er verscheen een engel aan Alma de jonge). Leg uit dat het antwoord op een gebed meestal op een andere manier komt. Schrijf op aparte papiertjes de volgende teksten waarin manieren worden beschreven waarop een gebed beantwoord kan worden: LV 6:22–23 (door een rustig gevoel), LV 8:2 (door gedachten en een gevoel in ons hart), Mosiah 27:36 (door wat andere mensen doen) en 2 Nephi 32:3 (door de Schriften). Doe de papiertjes in een bakje. Laat een kind er eentje uithalen en voorlezen. Zoek de tekst op, lees hem samen en vraag de kinderen op welke manier onze hemelse Vader de gebeden heeft verhoort.
Toepassing aanmoedigen (naar verhalen luisteren): Nodig vier gastsprekers uit om een verhaal te vertellen over een antwoord op gebed. De voorbeelden kunnen afkomstig zijn uit persoonlijke ervaringen, kerkelijke tijdschriften of de Schriften. Vraag de kinderen om hun familie thuis te laten vertellen over een gebed dat verhoord werd.
Tips voor de dirigente
Om de kinderen ‘Gebed van een kind’ (KL, pp. 6–7), te leren, kunt u het volgende doen:
-
Vraag de kinderen zich in te beelden dat ze lange tijd ver van huis zijn en eindelijk thuiskomen; ze doen de deur open en worden overladen met troost en liefde. Leg uit dat het gebed is zoals de deur voor onze hemelse Vader open doen; Hij troost ons en houdt echt van ons; Hij luistert naar en verhoort het gebed van ieder kind.
-
Vraag de kinderen naar de woorden ‘gebed’ en ‘let’ te luisteren terwijl u de eerste twee regels van ‘Gebed van een kind’ hebt gezongen. Laat de kinderen hun oren aanraken als ze de woorden horen. Vraag ze om die regels met u mee te zingen. Als u de rest van het lied doorneemt, laat de kinderen dan in de verschillende gedeelten op woorden letten die rijmen.
-
Zing het tweede couplet een keer en vraag de kinderen iedere regel te herhalen als u ernaar wijst. Verdeel daarna de kinderen in twee groepen en vraag de ene groep om het eerste deel van de regel te zingen (bijvoorbeeld: ‘Bid’) en de andere groep om het tweede deel te zingen (‘Hij is daar’). Vraag alle kinderen om op te staan en te zingen: ‘Voor hen is zijn hemelse koninkrijk.’