‘Les 184 – Voor ons stoffelijk lichaam zorgen: De wetten voor lichamelijke gezondheid naleven’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Voor ons stoffelijk lichaam zorgen’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
Ons lichaam is een grandioos geschenk van een liefdevolle hemelse Vader. We doen dat geschenk eer aan door verstandige keuzes te maken in de zorg voor ons lichaam. In deze les leren de cursisten hun dankbaarheid voor onze hemelse Vader en Jezus Christus te tonen door voor hun stoffelijk lichaam te zorgen.
Mogelijke leeractiviteiten
NB Denk er tijdens deze les aan dat dit een moeilijk onderwerp voor sommige cursisten kan zijn. Zorg voor het lichaam is vooral moeilijk voor mensen met een eetstoornis, handicap, ernstige ziekte en in andere omstandigheden.
Laat de cursisten zich op deze les voorbereiden door na te denken over de druk die mensen voelen en hun houding wat betreft hun uiterlijk. Doe dit bijvoorbeeld door de woorden Stoffelijk lichaam op het bord te schrijven en de cursisten de volgende vragen te stellen:
Welke druk kunnen mensen betreffende hun lichaam voelen?
Welke houding kunnen mensen betreffende hun lichaam hebben?
Laat de cursisten de volgende vragen in hun studiedagboek beantwoorden:
Wat vind jij van je lichaam? Waarom?
Hoe goed zorg je voor je lichaam? Waarom?
Streef bij je studie van deze les naar inspiratie van de Heilige Geest om te weten hoe jij voor je lichaam kunt zorgen.
Waarheid van de Heer over ons lichaam
Lees de eerste alinea van ‘Je lichaam is heilig ’ in Voor de kracht van de jeugd: een leidraad voor het maken van keuzes ([2022], 23).
Om er zeker van te zijn dat de cursisten dit beginsel goed begrijpen en weten hoe ze voor het geschenk van ons stoffelijk lichaam kunnen zorgen, kunt u de hand-out ‘Voor ons stoffelijk lichaam zorgen’ over vier leerposten verspreiden. Verdeel de klas in groepjes die langs elke leeractiviteit gaan. Leg bij elke post een vel papier neer waarop de cursisten de schrijfopdracht aan het einde van elk onderdeel doen. De cursisten kunnen dan lezen wat andere groepen hebben opgeschreven en daar iets aan toevoegen.
Hoe kunnen de meningen van anderen onze gevoelens over ons lichaam beïnvloeden?
In welke opzichten verschillen de waarheden die de Heer ons in Genesis 1:26–27 en 1 Korinthe 6:19–20 voorhoudt van de boodschappen van anderen?
Bestudeer de volgende raad van de Heer bij monde van president Russell M. Nelson en ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen, en ga na wat ons lichaamsbeeld ten goede kan komen:
Beschouw uw lichaam als een tempel als u in de spiegel kijkt. Die waarheid – waaraan u dagelijks met dank kunt denken – kan uw beslissingen omtrent de zorg voor en het gebruik van uw lichaam ten goede beïnvloeden. En die beslissingen zullen uw bestemming bepalen. (Russell M. Nelson, ‘Beslissingen met eeuwige gevolgen ’, Liahona , november 2013, 107.)
Ik smeek jullie […] jezelf meer te aanvaarden zoals je bent, met inbegrip van je lichaamsbouw en -figuur. Probeer wat minder op iemand anders te lijken. We zijn allemaal anders. Sommigen zijn lang, anderen klein. Sommigen zijn rond, anderen slank. En bijna iedere jongevrouw wil ergens in haar leven iets zijn wat zij niet is! Terecht heeft een adviseuse van tienermeisjes opgemerkt: ‘Je kunt je niet je hele leven zorgen maken over hoe de wereld over je denkt. Als de mening van anderen er zoveel voor je toe doet, kun je een deel van je gemoedsrust kwijtraken. […] De sleutel tot zelfvertrouwen is altijd te luisteren naar je innerlijke ik, [je ware ik].’ En in het koninkrijk van God is de ware jij ‘kostbaarder dan robijnen’ [Spreuken 3:15 ]. (Jeffrey R. Holland, ‘Aan de jongevrouwen ’, Liahona , november 2005, 29.)
Schrijf op wat de Heer zou willen dat je tegen iemand zegt die het moeilijk vindt om positief naar zijn of haar lichaam te kijken.
Lees Leer en Verbonden 88:124 en ga na wat de Heer over nachtrust zegt.
Als je niet genoeg nachtrust krijgt, kan dat tot serieuze gezondheidsklachten leiden. De meeste deskundigen raden tieners aan om 8–10 uur per nacht te slapen. (Zie National Sleep Foundation, ‘How Much Sleep Do You Really Need?’, 1 oktober 2020, thensf.org .) Als iemand niet voldoende nachtrust krijgt, kan hij of zij moe zijn, slecht functioneren en vatbaar zijn voor lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen. Als we moe zijn, zijn we vatbaarder voor verleiding.
Bespreek met je groepje wat je iemand zou adviseren die zijn of haar slaapgewoonten wil verbeteren of wie hij of zij het beste om advies kan vragen. Noteer je ideeën op het vel papier.
Lui zijn of onze tijd verbeuzelen betekent dat we onze tijd verspillen of niet willen werken. Lees een of twee van de volgende verzen en ga na wat de Heer van luiheid vindt: Leer en Verbonden 42:42 ; 60:13 ; 75:3 .
Waarom zou de Heer willen dat we actief zijn en hard werken in plaats van lui zijn?
Hoe zegent de Heer jou als je actief bent en hard probeert te werken?
Hoe kunnen lichaamsbeweging en een actieve levensstijl onze mentale gezondheid verbeteren? Hoe kan dat ons helpen om de Heer te dienen?
Schrijf je advies op voor een tiener die zijn of haar lichaamsbeweging wil verbeteren en actiever wil zijn.
Lees de volgende verzen en let op de raad van de Heiland aangaande gezonde voedingskeuzes: Leer en Verbonden 59:16–20 ; 89:10–16 .
Bespreek enkele obstakels voor gezonde voeding. Noem enkele manieren waarop we de hulp van de Heer kunnen inroepen en die obstakels kunnen overwinnen.
Maak als groep drie lijstjes met de kopjes ‘Mijden’, ‘Af en toe’ en ‘Gezond’. Kies samen enkele voedingsmiddelen die jullie elke dag tegenkomen. Bespreek in welke categorie die zouden vallen.
Vraag de cursisten na het doorlopen van de posten wat ze hebben geleerd en waar ze zich zorgen over maken. De volgende vragen kunnen daarbij nuttig zijn:
Waarom kan het moeilijk zijn om gezonde gewoonten te ontwikkelen en goed voor ons lichaam te zorgen?
Hoe zou onthouden dat ons lichaam een geschenk van God is, nuttig kunnen zijn?
Wanneer heeft de Heer jou of iemand die je kent geholpen om gezonde gewoonten te ontwikkelen?
Vraag de klas naar waarheden of ervaringen die nuttig kunnen zijn bij de problemen of zorgen die de cursisten noemen.
Laat de cursisten tot slot in hun studiedagboek noteren wat de Heer van hen verlangt om beter voor hun lichaam te zorgen.
President Russell M. Nelson, voormalig hartchirurg, heeft gezegd:
Hoe langer ik leef, hoe meer kennis ik krijg. Met die kennis ga ik steeds beter begrijpen wat een weergaloos wonder ons stoffelijke lichaam is. Ieder van ons heeft van een liefdevolle hemelse Vader een uniek lichaam gekregen. Hij heeft dat geschapen als omhulsel voor onze geest, om ons te helpen aan het doel van onze schepping te beantwoorden. Dankzij ons lichaam kunnen wij het grote heilsplan ervaren dat Hij voor al zijn dierbare kinderen heeft ontworpen. Hij wil dat wij uiteindelijk meer als Hij worden en bij Hem terugkeren. Die grote zegen zou niet mogelijk zijn als we niet eerst in deze proeftijd een stoffelijk lichaam kregen. (Russell M. Nelson, ‘Je lichaam: een prachtig geschenk om te koesteren ’, Liahona , augustus 2019, 50.)
Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd:
16:20
Iemand die toegewijd leeft, respecteert de onvergelijkelijke gave van zijn stoffelijke lichaam, een goddelijke schepping naar het evenbeeld van God. Een belangrijk doel van het sterfelijke leven is dat iedere geest zo’n lichaam ontvangt en zijn of haar morele keuzevrijheid leert te gebruiken in een tabernakel van vlees. […] In deze verdorven wereld is het leven soms pijnlijk kort; soms is het lichaam misvormd, gebrekkig of nauwelijks levensvatbaar. Toch is voor iedere geest het leven lang genoeg, en elk lichaam zal in aanmerking komen voor de opstanding. (D. Todd Christofferson, ‘Bespiegelingen over een toegewijd leven ’, Liahona , november 2010, 17.)
Ouderling Adrián Ochoa van de Zeventig heeft gezegd:
Het leven kan soms moeilijk zijn en soms kampen we met angst, neerslachtigheid of een gebrek aan zelfvertrouwen. Bedenk echter dat sporten en werken zowel de lichamelijke als de emotionele gezondheid ten goede komen. Voor je lichaam zorgen komt ook je geest ten goede en herinnert je eraan dat je een kind van God bent en dat je zelfverzekerd en gelukkig kunt zijn. Onze emotionele, lichamelijke en geestelijke conditie houden allemaal verband met elkaar. (Adrián Ochoa, ‘Wees sterk, leef gezond, wees slim ’, Liahona , oktober 2013, 52.)
Bisschop Gérald Caussé van de Presiderende Bisschap heeft gezegd:
De gewoonten met betrekking tot je persoonlijk welzijn die je jezelf nu aanleert, zullen je de rest van je leven zowel stoffelijk als geestelijk beïnvloeden. Je moet je niet richten op de ijdele trends van de wereld. Het gaat er niet alleen om dat je hier of daar wat vet verliest, of dat je nog tien kilo extra kunt heffen om net zo sterk als je kamergenoot te worden! Het doel is om je beter te voelen en een stoffelijk en geestelijk evenwicht te vinden. Dat geeft je de beste kans om je hele leven gezond te blijven. Dat geeft je weer vreugde en vertrouwen in je aardse vermogens en een beter besef van je eeuwige potentieel. (Gérald Caussé, ‘Harmony of Body and Spirit: A Key to Happiness ’ [devotional aan de Brigham Young University, 13 oktober 2020], 5, speeches.byu.edu .)
Wie zijn wij en wat is onze bestemming?
Om de cursisten duidelijk te maken hoe het eeuwige perspectief van hun goddelijke identiteit ze een beter lichaamsbeeld kan geven, kunt u de video ‘Onze ware identiteit ’ (3:39) vertonen. Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen vertelt het verhaal van het lelijke eendje om ons duidelijk te maken wie we werkelijk zijn, vooral voor onze hemelse Vader. (Deze video staat ook in de les ‘Onze goddelijke identiteit en doel ’.)
3:39
Het kan nuttig zijn om persoonlijke verzorging met de klas te bespreken. Houd er rekening mee dat de normen en toegang tot verzorgingsproducten niet overal ter wereld gelijk zijn. Als u deze activiteit doet, laat u de cursisten Leer en Verbonden 42:41 lezen en letten op de woorden van de Heer over reinheid. We kunnen voor het grandioze geschenk van ons lichaam zorgen door goede persoonlijke verzorging toe te passen.
Vraag de cursisten te overdenken hoe goed ze op een schaal van 1 (zelden) tot 5 (vaak) aan hun persoonlijke verzorging aandacht schenken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het volgende:
Geregeld je handen met water en zeep wassen.
Dagelijks je tanden poetsen en flossen.
Geregeld douchen en je haar wassen.
Geregeld je kleding wassen.
Laat de cursisten zich voorstellen dat ze tijdens een kerkactiviteit een presentatie moeten geven over persoonlijke verzorging. Laat ze bespreken wat de zegeningen van persoonlijke verzorging zijn en hoe we daarmee dankbaarheid voor onze hemelse Vader kunnen tonen.