Hulpbronnen voor het gezin
Leidraad voor de Leerkracht


Leidraad Voor de Leerkracht

Het huwelijks- en gezinsleven is door God verordonneerd (zie LV 49:15). Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hebben over het huwelijk en het gezin gezegd: ‘Man en vrouw hebben de plechtige taak om van elkaar en van hun kinderen te houden, en voor elkaar en hun kinderen te zorgen. Kinderen “zijn een erfdeel des Heren” (Psalmen 127:3). Ouders hebben de heilige plicht om hun kinderen in liefde en rechtschapenheid op te voeden, te voorzien in hun stoffelijke en geestelijke behoeften, en ze te leren dat ze elkaar moeten liefhebben en helpen, de geboden van God moeten naleven en gezagsgetrouwe burgers behoren te zijn, waar ze zich ook mogen bevinden. De echtelieden — de moeders en vaders — zullen door God verantwoordelijk worden gehouden voor het nakomen van deze verplichtingen.’1

Sterke, stabiele gezinnen zijn in deze laatste dagen essentieel om opgewassen te zijn tegen de verleidingen en moeilijkheden waarmee ouders en kinderen te maken krijgen. President Gordon B. Hinckley heeft over onze tijd gezegd: ‘Het gezin valt over de hele wereld uit elkaar. De oude banden die vader, moeder en kinderen bij elkaar hielden, raken overal los. (…) Harten breken, kinderen huilen. Kunnen we niet beter? Natuurlijk wel.’2

Deze cursus voorziet in de behoefte aan beter ouderschap en sterkere gezinnen. De inhoud bestaat uit leringen van het evangelie en opvoedkundige adviezen om vaders en moeders te helpen hun kinderen met succes groot te brengen. Ouders die zich deze evangeliebeginselen en vaardigheden eigen maken en gebedvol toepassen, voeden Gods kinderen samen met Hem op en worden daarbij door Hem geholpen en gezegend (zie 3 Nephi 18:20–21).

Gebruik deze gids voor de leerkracht samen met de leidraad voor ouders. Daarin staat aanvullende informatie om u te helpen bij de lessen.

Diverse ideeën in deze inleiding van de gids voor de leerkracht en in het aanhangsel zijn aangepast overgenomen uit Principles of Parenting. Die gids is door H. Wallace Goddard geschreven en door de Alabama Cooperative Extension Service uitgegeven.3

De cursus geven

De cursus is geschikt voor groepen van maximaal twintig deelnemers en wordt door deskundigen van LDS Family Services of door vrijwilligers in wijken en ringen gegeven. Een cursus bestaat doorgaans uit negen tot twaalf bijeenkomsten van elk 90 minuten lang. Het gezin versterken: leidraad voor ouders bevat negen onderwerpen die in groepsverband gebruikt kunnen worden. U kunt de onderwerpen kiezen die het best aansluiten bij de behoeften van de deelnemers, maar begin altijd met les 1, ‘Beginselen van goed ouderschap in de praktijk’. Sommige onderwerpen kunnen in twee of meer bijeenkomsten behandeld worden.

Neem de volgende punten in overweging bij het geven van de cursus:

  • Volg de richtlijnen van het bureau voor bijdragen in de kosten als de cursus door een kantoor van LDS Family Services wordt verzorgd. Als de cursus op initiatief van een ring of wijk wordt gegeven, wordt aan deelnemers hooguit een bijdrage in de materiaalkosten gevraagd. De deelnemers voldoen hun bijdrage bij voorkeur aan het begin van de cursus aan de leerkracht, wat de opkomst tijdens de cursus zal bevorderen.

  • Moedig echtparen aan om de bijeenkomsten zo mogelijk samen bij te wonen. De geleerde beginselen komen het meest tot hun recht als beide ouders ze begrijpen en toepassen. De beginselen kunnen een wig vormen als één persoon niet wil meedoen of wil meewerken. Als er toch maar één ouder kan deelnemen, zorg dan dat de andere ouder de deelnemende ouder aanmoedigt en openstaat voor nieuwe informatie over ouderschap en opvoeding.

  • Houd steeds de presentielijst voor elke deelnemer bij om te zien hoe vaak men de lessen bijwoont (zie pagina 102 in het aanhangsel).

  • Neem contact op met het dichtstbijzijnde bureau van LDS Family Services als u vragen hebt over het geven van deze cursus. Locaties en telefoonnummers van de bureaus zijn te vinden op www.ldsfamilyservices.org.

De cursus aankondigen

Als u informatie geeft over de cursus, benoem dan de voordelen voor ouders die eraan deelnemen. Een overzicht van de voordelen van opvoedkundige beginselen en vaardigheden (zoals meer eenheid en een betere communicatie in het gezin, of beter omgaan met conflicten zonder boos te worden) zal ouders eerder prikkelen om mee te doen dan alleen een lijst met onderwerpen.

Ouders leren zó naar hun kinderen te luisteren dat de kinderen eerder met hun eigen gevoelens zullen komen. Ook leren ze hun eigen gevoelens beter onder woorden te brengen, ook als ze boos zijn op hun kinderen. Ouders leren hoe ze hun kinderen verantwoordelijk gedrag kunnen bijbrengen, conflicten kunnen oplossen, en zelfvertrouwen en een gezonde ontwikkeling kunnen bevorderen. Ze leren hoe ze met bepaalde disciplinaire maatregelen hun zoons en dochters verantwoordelijk gedrag kunnen bijbrengen. Ze krijgen meer waardering voor het eeuwige belang van gezinsrelaties en gaan inzien wat succesvol ouderschap betekent.

Ouders die de in deze cursus geleerde beginselen en vaardigheden toepassen, zorgen voor een betere sfeer thuis waardoor de Geest van de Heer daar kan vertoeven. De onderlinge band wordt hechter en gelukkiger.

U kunt het informatieblad op pagina 100 in het aanhangsel eventueel gebruiken als toelichting bij de cursus.

Kwalificaties voor het geven van deze cursus

Deze cursus kan worden gegeven door een volwassene met goede relationele vaardigheden en ervaring in de opvoeding van kinderen. Voor effectief onderwijs zijn onder meer inleving in anderen en waardering voor de heiligheid van het gezinsleven van belang.

De belangrijkste kwalificatie voor het geven van deze cursus is uw eigen voorbereiding om de leiding van de Heilige Geest te ontvangen. De Heer heeft gezegd: ‘En de Geest zal u gegeven worden door het gelovige gebed; en indien gij de Geest niet ontvangt, zult gij niet onderwijzen’ (LV 42:14). De meeste mensen hebben wel eens een les meegemaakt waarin de boodschap niet echt overkwam en niemand geïnteresseerd leek. Maar op momenten waarop de Geest aanwezig was, vloeiden de informatie, de indrukken en de woorden als vanzelf, en voerde de Geest de waarheid ervan tot het hart en het verstand van de deelnemers.

Effectief onderwijs

U zult het meeste bereiken als u zoekt naar inspiratie en u uw eigen kennis, ideeën, ervaring en persoonlijkheid in de lessen verweeft. Sta eens stil bij uw eigen leven en bedenk hoe u uw ervaringen bij het onderwijzen in deze cursus kunt aanwenden. Leg uw hart in uw onderricht, dan zult u veel voldoening vinden in de interactie met de cursisten.

De schat aan ervaring van alle deelnemers heeft ook een grote meerwaarde bij het geven van deze cursus. Erken de verantwoordelijkheid die elke ouder voor zijn of haar gezin heeft, en breng uw kennis en ervaring over zoals de Geest u leidt. U bent verantwoordelijk om de deur naar nieuwe mogelijkheden te openen, niet om deelnemers de wet voor te schrijven. De lessen zijn een gezamenlijke inspanning, waarbij u en de cursisten ideeën en inzichten uitwisselen en elkaar steun geven.

Moedig de cursisten aan de hand van uw kennis, ervaringen en inzichten aan om na te denken over hun eigen ervaringen en sterke punten. Help ze de beginselen te herkennen waardoor ze zich kunnen verbeteren, en moedig ze aan de vaardigheden te ontwikkelen om die beginselen toe te passen. Als u die vaardigheden zelf ook oefent, zult u een steeds betere leerkracht worden.

U kunt uw presentatie van een onderwerp afstemmen op de individuele behoeften van de cursisten. Stel uzelf de vraag: ‘Wat moeten de cursisten vandaag leren?’ U krijgt dan vermoedelijk een of twee algemene ideeën. Bedenk vervolgens met welke ondersteunende ideeën u de cursisten de hoofdgedachte kunt overbrengen. Als u de hoofdgedachte en ondersteunende ideeën hebt vastgesteld, bepaalt u de beste manier om ze te presenteren. De volgende onderwijsstrategieën kunnen u bij de planning van nut zijn.

Een beginsel met verhalen illustreren

Aan het begin van de les kunt u de hoofdgedachte of het beginsel bijvoorbeeld op het bord schrijven en daarna een verhaal vertellen ter illustratie. Verhalen zijn effectief, omdat ze het hart kunnen raken en iemands leven erdoor kan veranderen. Ze illustreren abstracte beginselen, zodat iedereen die beter begrijpt. Het leven bestaat uit verhalen, en mensen onthouden verhalen en de beginselen die eruit spreken vaak heel goed.

De Heiland gebruikte verhalen als krachtig leermiddel. Houd de verhalen die u vertelt zo kort en eenvoudig mogelijk. Voorkom dat u te veel persoonlijke verhalen vertelt. Dat zou de privacy van uw gezin kunnen schaden en ook aanstootgevend kunnen zijn voor anderen.

De cursisten zullen zich niet goed in persoonlijke verhalen kunnen inleven als uw gezin te volmaakt lijkt. Te veel van die verhalen kan de cursisten ontmoedigen om zelf de nodige veranderingen aan te brengen. Wellicht is het passend om enkele verhalen te vertellen over de uitdagingen en moeilijkheden die u hebt ondervonden, naast enkele ‘succesverhalen’. Leg bij het vertellen van die verhalen uit wat u ervan hebt geleerd. Wees positief en leg uit wat u hebt gedaan om verbeteringen tot stand te brengen. Als uw verhalen blijk geven van te veel problemen, verliest u uw geloofwaardigheid en krijgen de deelnemers wellicht het idee dat de onderwezen beginselen niet werken.

Rollenspel

Nadat u de cursisten hebt geleerd hoe ze een beginsel kunnen toepassen, kunt u het geleerde met een rollenspel soms nog meer kracht bijzetten. Een goed rollenspel begint vaak met de vraag: ‘Wat gebeurt er meestal in deze situatie?’ Laat iemand dat dan uitbeelden. De cursisten bespreken vervolgens bijvoorbeeld de fouten die ouders in deze situaties vaak maken. Na de bespreking zegt u dan: ‘Laten we de situatie nog een keer naspelen en nu de beginselen toepassen die we hebben besproken. Daarna zien we wat heeft gewerkt en waar het nog beter kan.’

Dit is vaak een effectieve leermethode om ouders beginselen te leren en hun gedrag te veranderen.

  • Geef les over een beginsel en hoe dit in een opvoedkundige situatie is toe te passen.

  • Laat iemand in een rollenspel typerend gedrag uitbeelden.

  • Bespreek het rollenspel en hoe ouders het beginsel in deze en soortgelijke opvoedkundige situaties kunnen toepassen.

  • Laat iemand in een rollenspel een betere toepassing van het beginsel uitbeelden.

  • Bespreek het rollenspel en hoe de aanpak van de ouder eventueel nog beter kan.

  • Ga door met het afwisselen van een rollenspel en de bespreking ervan, tot de ouders weten hoe ze het beginsel effectief kunnen toepassen.4

Verwacht geen volmaakte prestaties van de deelnemers. Ze komen er wellicht achter dat sommige dingen goed gaan en er voor andere aspecten nog ruimte voor verbetering is. Ze zien misschien ook wel in dat ze niet direct volmaakt hoeven te zijn; verbeteringen komen vaak na verloop van tijd. Wijs de deelnemers ook op zaken die goed gaan, op hun sterke punten. Andere cursisten willen tijdens de les misschien dezelfde situatie in een rollenspel uitbeelden, of een andere situatie kiezen. De deelnemers kunnen net zo lang oefenen tot ze begrip hebben van de vaardigheden die ze moeten leren.

Als cursisten liever niet aan een rollenspel meedoen, betrek ze dan in een bespreking hoe ze het beginsel in diverse situaties kunnen toepassen. Dat kunnen persoonlijke situaties zijn of die van andere ouders die ze kennen (zonder de identiteit prijs te geven of tot roddelen over te gaan).

Groepsbesprekingen op gang brengen en leiden

Een groepsbespreking is een waardevol leermiddel. Als u een bespreking op gang brengt, laat u zien dat u waarde hecht aan de inzichten en ervaringen van anderen, en dat u niet het gevoel hebt dat u alle antwoorden op alle problemen hoeft te weten. U laat ook zien dat problemen soms op veel manieren zijn op te lossen. Vertrouw op de Geest voor hulp bij het lesgeven, en besef dat de Geest ook anderen zal inspireren. Vraag de cursisten naar hun ideeën. Ze zullen van elkaars opmerkingen leren.

Sommige cursisten voelen zich direct op hun gemak om deel te nemen aan besprekingen in de klas. Anderen brengen hun mening of inzichten minder snel naar voren. Deelnemers hebben het meest aan de cursus als ze ook echt de gelegenheid krijgen om deel te nemen. Cursisten kunnen zo ook iets van elkaar opsteken. Zorg voor een veilige omgeving in de klas door respect te tonen voor alle cursisten. Laat merken dat u de opvattingen en ervaringen van iedere deelnemer op prijs stelt, en sta niet toe dat iemand door anderen wordt uitgelachen.

Met de volgende richtlijnen kunt u in een veilige sfeer een groepsbespreking op gang brengen en leiden.

  1. Stel duidelijke basisregels vast zodat elke deelnemer zich veilig voelt. Zorg voor het volgende:

    • Vertrouwelijkheid. Persoonlijke informatie die in de klas wordt besproken, blijft in de klas.

    • Bondigheid. Opmerkingen van cursisten dienen bondig te zijn.

    • Evenwicht. Cursisten mogen zo vaak spreken als ze dat willen, zolang de andere cursisten ook de gelegenheid krijgen.

    • Vriendelijkheid en geduld. Deelnemers hebben tijd nodig om nieuwe vaardigheden te leren. Ouders behoren vriendelijk en geduldig naar elkaar en met zichzelf te zijn.

    • Bemoediging. De cursisten dienen elkaar te bemoedigen bij het toepassen van het geleerde in de thuissituatie.

    • Vergeving. Iedereen maakt fouten, ook nadat ze een nieuwe aanpak hebben geleerd. Iedere deelnemer moet inzien dat het belangrijk is om zichzelf en elkaar te vergeven.*

  2. Stel vragen die verschillende meningen uitlokken in plaats van één goed antwoord. Vraag bijvoorbeeld: ‘Wat vindt u over welke belangrijke eigenschappen een goede vader of moeder dient te beschikken?’ in plaats van: ‘Wat is de belangrijkste eigenschap (…) ?’ De deelnemers zullen hun gedachten eerder naar voren brengen als ze weten dat u niet naar één bepaald antwoord zoekt.

  3. Respecteer de opmerkingen van iedereen. Schrijf bijvoorbeeld een beknopte samenvatting van elke opmerking op het bord als blijk dat die is overgekomen. Geef oprechte complimentjes, zoals: ‘Dat is een goed idee.’ Bedank degene die een opmerking maakt, ook al is de opmerking zelf twijfelachtig.

  4. Richt vragen tactvol aan anderen als één persoon de bespreking lijkt te overheersen. Dat is niet altijd eenvoudig, omdat sommige deelnemers uitvoerig willen praten over de problemen waarmee ze kampen. Hoewel hun bedoelingen wellicht goed zijn, moet u toch zien te voorkomen dat ze kostbare lestijd in beslag nemen of andere ouders de kans ontzeggen om hun verhaal te doen. Luister aandachtig en bevestig hun gevoelens, maar richt de aandacht ook op andere groepsleden. U zou iets in de volgende trant kunnen zeggen: ‘Dat lijkt me een grote uitdaging voor u. Ik ben benieuwd hoe de beginselen en vaardigheden die u in deze cursus leert u zullen helpen. Wie heeft nog meer iets te vertellen over een situatie of een probleem?’ of ‘U hebt enkele moeilijke zaken naar voren gebracht, waar we in latere lessen beter op in kunnen gaan.’

  5. Sommige deelnemers stellen wellicht onacceptabel gedrag voor. Veroordeel die aanpak dan niet en breng ze niet in verlegenheid. Help de persoon liever nieuwe wegen in te slaan. U kunt ook zeggen: ‘Dat klinkt als een echt probleem. Later zal ik wat ideeën over dat onderwerp naar voren brengen waar u vast wat aan zult hebben. Ook de groep zal met ideeën komen.’ Ga niet met de cursisten in discussie over verschillende manieren van aanpak.

  6. Als deelnemers zich veilig, gewaardeerd en gerespecteerd voelen, kunt u ze helpen om ontvankelijker te worden voor de gevoelens van hun kinderen. Als ze een eigen ervaring beschrijven, stel dan vragen zoals ‘Als u het kind was in deze situatie, hoe zou u zich dan hebben gevoeld?’ ‘Wat zou uw kind hebben gedacht?’ of ‘Waarom zou deze situatie moeilijk zijn geweest voor haar [of voor hem]?’ Stel de vragen op een neutrale manier. Als mensen de gevoelens van hun kinderen aan hun eigen ervaring koppelen, leren ze hun kinderen vaak beter te doorgronden.

  7. Stel vragen om de behoeften van de deelnemers te peilen. Leid de bespreking op een manier die tegemoetkomt aan hun behoeften. Stem het programma en de leeractiviteiten af op hun mogelijkheden.

  8. Help ouders de situaties te herkennen waarin ze zich ongepast of onhandig gedragen. Laat ze een plan bespreken en opschrijven om anders in die situaties te reageren.

  9. Gebruik gepaste humor en straal enthousiasme en energie uit.

  10. Wissel klassikale instructies af met verschillende activiteiten — breng een groepsbespreking op gang, vertel een verhaal of doe een groepsactiviteit om de vaart erin te houden.

  11. Bedank de deelnemers na elke les.

Een schema volgen

Soms is een bespreking zo levendig en interessant, dat u de klas maar met moeite naar de volgende activiteit kunt loodsen. Als de cursisten een beginsel eenmaal begrijpen en weten hoe ze dat kunnen toepassen, neemt een aanvullende bespreking soms kostbare tijd in beslag die u beter aan andere activiteiten kunt besteden. Buig de bespreking om of ga naar de volgende activiteit als de tijd daarvoor rijp is.

Met een schema op het bord is de voortgang vaak beter te handhaven. Het schema kan gedetailleerd of algemeen zijn, wat u zelf handig vindt. U zou iets in de trant van het volgende kunnen opschrijven:

  • 19:00 tot 19:15 — Herhaling van eerdere concepten en leeractiviteiten

  • 19:15 tot 19:30 — Zorgen voor kinderen: waarom en hoe?

  • 19:30 tot 19:45 — Stappen die ouders helpen om voor hun kinderen te zorgen

  • 19:45 tot 20:30 — Vaardigheden oefenen om voor kinderen te zorgen5

Als u klaar bent om naar het volgende gedeelte te gaan en de cursisten nog bij het vorige onderwerp willen blijven stilstaan, kunt u op het schema wijzen en zeggen: ‘U hebt een paar prachtige ideeën en inzichten. Misschien kunnen we er later verder op ingaan. Laten we nu naar het volgende onderwerp gaan.’ Als u echter van mening bent dat de cursisten baat hebben bij een verdere bespreking van een bepaald onderwerp, aarzel dan niet om van het schema af te wijken.

Media gebruiken

Kies indien dat gepast is korte mediafragmenten op cd, dvd of videocassette, waarmee u bepaalde beginselen kunt overbrengen en de aandacht van de cursisten bij de lesstof kunt houden. Het is aan te bevelen door de kerk goedgekeurd materiaal te gebruiken. Met korte segmenten houdt u de belangstelling van de deelnemers beter vast dan met lange segmenten. Zorg dat u eventuele auteursrechten in acht neemt. Vragen op dit gebied kunt u richten aan het Intellectual Property Office van de kerk via 1-801-240-3959.

Een voorbeeld zijn van wat u onderwijst

Het doel van deze cursus is het aanleren van effectieve vaardigheden en ouders aanmoedigen om die vaardigheden toe te passen en te zorgen voor een warme, liefdevolle omgeving voor hun kinderen. Het klaslokaal biedt een goede gelegenheid om de beginselen, opvattingen en vaardigheden van goed ouderschap zelf in woord en daad uit te dragen. Leer vaders en moeders om aardig en vriendelijk te zijn door ze vriendelijk te bejegenen. Wees ontvankelijk, invoelend en zorgzaam, vooral als deelnemers bijsturing nodig hebben. Gebruik goede communicatieve vaardigheden. Sommige mensen komen zelden iemand tegen die werkelijk naar ze luistert. De manier waarop u met ze omgaat, kan wel eens net zo belangrijk zijn als de informatie die u overbrengt. Uw positieve voorbeeld kan ze helpen om hun omgang met hun gezinsleden te verbeteren.

Sommige cursisten kunnen af en toe gefrustreerd raken of zelfs boos en vijandig worden. Uw reactie daarop kan bepalend zijn voor wat ze van de cursus opsteken. Als u vriendelijk blijft, geeft u blijk van goede luistervaardigheden en probleemoplossende vermogens. Sta niet toe dat iemand die boos is de interactie in de klas bepaalt.

De cursus beginnen en afsluiten

Met de volgende suggesties kunt u de cursus beginnen en afsluiten.

Aan de slag

In de eerste les kunt u het volgende doen:

  • Als de cursisten het gebouw niet kennen, zijn wegwijzers naar het lokaal en de toiletruimtes wellicht een goed idee.

  • Neem exemplaren van Het gezin versterken: leidraad voor ouders mee voor de deelnemers. U kunt naamplaatjes en stiften of pennen klaarleggen, en de cursisten hun naam laten dragen tot iedereen elkaar kent.

  • Als de lessen door een kantoor van LDS Family Services worden verzorgd, geef de deelnemers dan het telefoonnummer van het kantoor zodat ze bij vragen contact kunnen opnemen.

Zorg dat u aan het begin van elke volgende les 15 tot 30 minuten de tijd neemt om de concepten en leeractiviteiten van de voorgaande les te herhalen.

Follow-up en evaluatie

Bij de laatste les kunt u het volgende overwegen:

  • Deel exemplaren uit van het programma-evaluatieformulier (zie pagina 103 in het aanhangsel) en laat de deelnemers dit invullen.

  • Spreek uw waardering uit voor de inzet en de vooruitgang van de deelnemers. (Pagina 104 in het aanhangsel bevat een certificaat dat u eventueel kunt gebruiken.)

Noten

  1. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 1996, p. 93.

  2. De Ster, januari 1998, p. 71.

  3. ‘Parent Educator Training: A Guide for Instructors’, Principles of Parenting, Circular HE-711, Alabama Cooperative Extension Service, Auburn University, Alabama (V.S.)

  4. Overzicht aangepast overgenomen uit ‘Parent Educator Training’, p. 8.

  5. Aangepast overgenomen uit ‘Parent Educator Training’, p. 6.