Hulpbronnen voor het gezin
Les Vier: Voor Kinderen Zorgen


Les Vier

Voor Kinderen Zorgen

‘Zorg voor uw kleinen, verwelkom ze bij u thuis en koester en houd van ze met geheel uw hart.’

President Gordon B. Hinckley

Doelen van de les

Help ouders in deze les met het volgende:

  • Het belang inzien van het zorgen voor kinderen.

  • De verschillende manieren onderkennen om voor kinderen te zorgen.

  • Het zorgproces in vijf stappen, ‘emotionele coaching’ genaamd, leren en toepassen.

De noodzaak van goede zorg

President Gordon B. Hinckley heeft ouders aangespoord om goed voor hun kinderen te zorgen: ‘Breng uw kinderen in liefde en in de lering en vermaning van de Heer groot. Zorg voor uw kleinen, verwelkom ze bij u thuis en koester en houd van ze met geheel uw hart.’1

Zorgen voor kinderen betekent vriendelijk en liefdevol voorzien in de behoeften van die kinderen. Het betekent voeden (lichamelijk, emotioneel en geestelijk), liefhebben, onderwijzen, beschermen, helpen, ondersteunen en aanmoedigen.

Ouders spelen een cruciale rol om hun kinderen voor te bereiden op de vele uitdagingen van het leven. Kinderen die met zorg zijn opgevoed, zijn beter in staat om moeilijke tijden te doorstaan. Goed voor hun kinderen zorgen is een van de belangrijkste dingen die ouders kunnen doen.

Helaas laten drukke vaders en moeders hun kinderen wel eens aan hun lot over. Ouders, leerkrachten en leidinggevenden in de kerk en in de gemeenschap maken zich al jaren zorgen over het welzijn van kinderen die op zichzelf zijn aangewezen. De problemen die samenhangen met stukgelopen huwelijken zijn zelfs nog groter. Vaders en moeders die verwikkeld zijn in een pijnlijke relatie, zijn vaak minder goed in staat om hun kinderen iets te leren, te koesteren en te troosten. Kinderen ervaren vaak het verdriet en het verlies die gepaard gaan met onenigheid in een huwelijk. Ook als hun ouders niet gaan scheiden, ondervinden de kinderen de gevolgen van de keuzes die anderen maken en van het leven in een sterfelijke, onvolmaakte wereld. Hoewel sommige problemen onvermijdelijk lijken, zijn andere te voorkomen.

De Schriften zorgen voor een leerstellige basis voor het opvoeden van en zorgen voor kinderen. De psalmist heeft de goddelijke oorsprong van ouders en kinderen uiteengezet: ‘Gij zijt goden, ja, allen zonen des Allerhoogsten’ (Psalmen 82:6). Ook Paulus leerde ‘dat wij kinderen Gods zijn’ (Romeinen 8:16). God heeft zijn kinderen aan de zorg van hun aardse ouders toevertrouwd. Ouders hebben de heilige verantwoordelijkheid om hun kinderen te helpen in de tegenwoordigheid van God terug te keren. Paulus spoorde ouders aan om hun kinderen ‘in de tucht en in de terechtwijzing des Heren’ op te voeden (zie Efeziërs 6:4). De Heer heeft door middel van de profeet Joseph Smith ook gezegd: ‘Ik heb u geboden uw kinderen in licht en waarheid groot te brengen’ (LV 93:40).

Hedendaagse profeten hebben deze schriftuurlijke waarheid bevestigd. Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf hebben plechtig verklaard: ‘Ouders hebben de heilige plicht om hun kinderen in liefde en rechtschapenheid op te voeden, te voorzien in hun stoffelijke en geestelijke behoeften, en ze te leren dat ze elkaar moeten liefhebben en helpen, de geboden van God moeten naleven en gezagsgetrouwe burgers behoren te zijn, waar ze zich ook mogen bevinden. De echtelieden — de moeders en vaders — zullen door God verantwoordelijk worden gehouden voor het nakomen van deze verplichtingen.’2

Ouders dienen hun heilige verantwoordelijkheid om voor hun kinderen te zorgen nooit uit het oog te verliezen. President Gordon B. Hinckley heeft ouders als volgt aangespoord: ‘Ik hoop dat u uw kinderen blijft koesteren en liefhebben. (…) Van alle bezittingen die u hebt, is er niets kostbaarder dan uw kinderen.’3

Manieren om voor kinderen te zorgen

De zorg voor kinderen bestaat uit vele aspecten, zoals:

  • Kinderen in de ware leer onderwijzen. President Ezra Taft Benson heeft beklemtoond dat rechtschapen vaders in het Boek van Mormon hun zoons in ‘“het grote plan van de eeuwige God” hebben onderricht — de val, de wedergeboorte, de verzoening, de opstanding, het oordeel, het eeuwig leven. (Zie Alma 34:9.) Enos zei dat hij wist dat zijn vader een rechtvaardig man was, “want hij heeft mij onderwezen in zijn taal, en tevens in de lering en terechtwijzing des Heren (…)” (Enos 1:1).’4

  • Zorgen voor de geestelijke ontwikkeling door schriftstudie, gebed, gezinsavond en deelname aan kerkactiviteiten.

  • Kinderen van voedsel, kleding en onderdak voorzien.

  • Op een christelijke manier met kinderen spreken en naar ze luisteren.

  • Kinderen gepast gedrag leren.

  • Consequenties verbinden aan wangedrag.

  • Liefde, respect en toewijding tonen.

  • Een goed voorbeeld geven.

  • De waarde van werken overbrengen en gelegenheden creëren om te werken.

  • Financiële discipline bijbrengen en leren met geld omgaan, inclusief tiende en sparen.

  • Zorgen voor leuke en gezonde ontspanning.

In moeilijke tijden of problemen schuilen de grootste mogelijkheden om kinderen te koesteren.

Zorgen voor kinderen in moeilijke tijden

Als mensen problemen hebben, kunnen ze de hulp van anderen soms goed gebruiken — een luisterend oor, een helpende hand, advies van een goede vriend of vriendin. President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘[God] komt meestal door een ander aan onze behoeften tegemoet.’5 Als kinderen het moeilijk hebben, is vooral de hulp van hun ouders gewenst. Die hebben immers meer dan wie dan ook het beste met ze voor. Ouders dienen in moeilijke tijden de bondgenoot, de beste vriend of vriendin van hun kinderen te zijn. Ouders hebben de mogelijkheid en de plicht om in de behoeften van hun kinderen te voorzien. De manier waarop ouders in de behoeften van hun kinderen voorzien, bepaalt vaak mede het beeld dat kinderen van hun hemelse Vader hebben en van zijn gewilligheid om hen lief te hebben en te helpen.

Over de zorgende rol van moeders heeft ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf gezegd: ‘Wanneer haar (…) kinderen (…) ontgoocheld thuiskomen na een dag ruwe werkelijkheid in de wereld, kan een liefhebbende vrouw zeggen: “Kom tot mij. Ik zal je rust geven.” Waar ze ook is kan een geheiligde plek worden, veilig voor de stormen van het leven. Ze creëert een toevluchtsoord vanwege haar vermogen om onvoorwaardelijk te koesteren en lief te hebben.’6 Deze uitspraak geldt evenzeer voor vaders.

Uit een onderzoek van twintig jaar onder 119 gezinnen door psycholoog John Gottman van de University of Washington is gebleken dat echtparen die het er als ouders het beste van af hadden gebracht, in staat waren hun kinderen te helpen toen ze die hulp het meest nodig hadden — toen ze verdrietig of overstuur waren. De succesvolle ouders deden vijf dingen — allemaal zorgtaken — die hun kinderen een veel betere basis in het leven hebben gegeven.

Gottman gebruikte de term ‘emotionele coaching’ om de activiteiten van deze ouders te beschrijven. Hij kwam erachter dat de ‘gekoesterde’ kinderen beter hadden geleerd hun gevoelens te begrijpen en te hanteren, met anderen om te gaan en problemen op een gepaste manier op te lossen. Ze hadden ook een betere lichamelijke gezondheid, hogere cijfers op school, betere relaties met vrienden en vriendinnen, minder gedragsproblemen, meer positieve gevoelens en een betere emotionele gezondheid.7 Het proces van emotionele coaching in vijf stappen8 wordt hierna beschreven.

Stap 1: Inspelen op de emoties van het kind

De succesvolle ouders in het onderzoek van Gottman waren in staat de gevoelens van hun kinderen te herkennen en er goed op in te spelen. Gevoelens zijn belangrijk en horen bij het leven. Ouders die hun eigen gevoelens herkennen en accepteren, vinden het gemakkelijker om ook de gevoelens van hun kinderen te herkennen en te accepteren. Kinderen die zien dat hun ouders met moeilijke gevoelens kunnen omgaan, leren vaak met hun eigen emoties omgaan.

Kinderen geven meestal signalen af als ze ergens mee zitten. Voorbeelden daarvan zijn gedragsproblemen, meer of minder eetlust, terugtrekken, slechte cijfers op school of een treurig gezicht.

Ouders hebben empathie als ze herkennen wanneer een kind van slag is en ze erg bezorgd zijn om hem of haar. Het inlevingsvermogen vergroot de effectiviteit van ouders bij de zorg voor hun kinderen, zoals het volgende praktijkgeval aantoont.

Brandon

De vierjarige Brandon kwam de kamer in om samen met zijn moeder en broer en zus televisie te kijken. Voordat Brandon ging zitten, bleef hij even voor een stoel staan praten met zijn zus, Katie. Tijdens dat gesprekje kwam Steve, zijn oudere broer, binnen, pakte de stoel achter Brandon vandaan en ging erop zitten. Brandon had dit niet in de gaten en kwam op de vloer terecht toen hij wilde gaan zitten. Het voorval gebeurde onopzettelijk maar was wel grappig. Iedereen moest lachen, behalve Brandon. Hij voelde zich vernederd, rende naar zijn kamer, sloot zich op in de kast en begon te huilen. Even later klopte zijn moeder zachtjes op de deur en deed hem open. Ze knielde naast hem neer, kuste hem op de wang en zei: ‘Ik weet dat je je schaamt en gekwetst bent. Het spijt me dat ik lachte. Ik houd van je.’ Ze stond op en ging weer weg.

Jaren later herinnerde Brandon dit voorval als een van de belangrijkste momenten in zijn jeugd. Uitingen van genegenheid kwamen in zijn gezin zelden voor, maar bij die gelegenheid voelde hij zich begrepen en geliefd op een moment dat hij er het meest behoefte aan had. Hij is dat nooit vergeten.

Stap 2: Emoties gebruiken als leermomenten en om dichter tot elkaar te komen

Soms spreken ouders niet met hun kind als het overstuur is, mogelijk uit angst om afgewezen te worden of met het idee dat ze het kind tekort hebben gedaan. Veel ouders hopen dat de heftige emoties vanzelf weer verdwijnen. Maar vaak verdwijnen deze emoties niet zonder enige hulp. Ouders kunnen de heftige emoties van hun kinderen beter beschouwen als een gelegenheid om te groeien en een betere band met elkaar te krijgen. De heftige gevoelens van een kind tot bedaren brengen is een van de meest lonende dingen die ouders kunnen doen. Kinderen voelen zich begrepen en gerustgesteld als vriendelijke en liefdevolle ouders hun gevoelens erkennen en begrijpen.

Karel

Het was een prachtige, warme zaterdagochtend. Oscar was vrolijk en keek ernaar uit om de dag met zijn gezin door te brengen. Na de weekendklusjes was hij van plan om met zijn kinderen te gaan picknicken in het park. Het gezin genoot altijd van deze uitstapjes, omdat er zo veel was te doen. Toen Oscar voorstelde dat de kinderen hun klusjes zo vlug mogelijk zouden afmaken, zag hij dat Karel, zijn elfjarige zoon, kennelijk boos was. Karel keek zijn vader opstandig aan en draaide zich toen om en liep weg. Oscar was verrast en maakte zich zorgen. Karel was een plichtsgetrouw kind. Oscar vroeg of ze even met elkaar konden spreken.

Oscar:

Je leek wel boos toen ik over de klusjes begon. Zit je iets dwars?

Karel:

(Kortaf.) Nee. Ik zorg er wel voor. Maak je geen zorgen.

Oscar:

Je klinkt overstuur. Wat is er? (Actief luisteren, het kind uitnodigen om te praten.)

Karel:

Wat maakt het uit? Je wilt toch alleen dat het werk af komt, of niet? Dus zorg ik er wel voor.

Oscar:

Het is waar dat ik wil dat het werk af komt, maar dat is niet het enige dat telt. Je gevoelens en wat je dwars zit tellen ook mee. Je bent ergens boos over, misschien wel op mij. Hoe komt dat zo? (Niet-defensief luisteren, verduidelijken.)

Karel:

Ik vind je schema met taken maar stom — dat zit me dwars. Waarom sta ik vaker op de lijst om de rotklusjes te doen dan de anderen? Dat is niet eerlijk.

Oscar:

Je staat er niet vaker op. Ik heb dit schema gemaakt zodat iedereen evenveel doet, behalve Meg en Annie. Zij zijn te jong voor de klusjes buiten.

Karel:

Dat is niet zo. Ik moet meer doen dan de anderen.

Oscar:

Je denkt dat ik je met opzet oneerlijk behandel. (Niet-defensief luisteren.)

Karel:

Ja.

Oscar:

Laat eens zien wat je bedoelt. (Karel laat zijn vader zien dat zijn naam inderdaad vaker op het schema voorkomt dan zijn twee broers. Oscar is verrast en even van slag.) Je hebt gelijk. Ik heb een fout gemaakt. Het spijt me. Ik verander het meteen. (Niet-defensief luisteren — toegeven van een fout.)

Oscar bracht veranderingen in het schema aan en stelde zijn zoon de week erop vrij van alle klusjes. Karel was niet meer boos en de goede gevoelens keerden al snel terug.

Stap 3: Empathisch luisteren en de gevoelens van het kind bevestigen

Als een kind emoties toont, kunnen ouders in eigen woorden proberen te herhalen hoe ze de boodschap hebben begrepen. Ze gebruiken daarbij de luistervaardigheden van les 3, geïllustreerd aan de hand van het gesprek tussen Oscar en Karel. De ouder kan bijvoorbeeld zeggen: ‘Je bent verdrietig omdat je vriendje is verhuisd.’ Als ouders vragen hebben over wat het kind zegt of voelt, kunnen ze om verduidelijking vragen. Door al te indringende vragen kan het kind echter defensief worden en ophouden met praten. Simpele opmerkingen werken vaak beter. De ouder kan bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik merk dat je gespannen raakte toen je over je cijfers begon.’ De ouder kan dan het beste even wachten tot het kind verder gaat. Kinderen zullen eerder blijven praten als ze het idee hebben dat ze het gesprek kunnen sturen en te maken hebben met een neutrale, invoelende toehoorder.

Andrea

Valerie merkte dat haar zevenjarige dochter, Andrea, er bij thuiskomst na school overstuur uitzag. Valerie wilde graag weten waarom.

Valerie:

Je ziet er nogal ongelukkig uit. Vanwaar die frons op je gezicht en die afhangende schouders?

Andrea:

Ik wil niet meer naar school.

Valerie:

Zie je het niet meer zitten op school?

Andrea:

Het gaat niet om school; het gaat om Lies en Ashley. Ze hebben een hekel aan me en zeggen gemene dingen als ze me zien. Ik weet niet waarom. Ik heb ze niets gedaan.

Valerie:

Ze hebben je gekwetst en je snapt niet waarom.

Andrea:

Ik weet dat ze het niet leuk vonden toen Melanie mijn vriendin werd. Ze wilden haar helemaal voor zichzelf. Nu proberen ze haar weer van mij af te pakken.

Valerie:

Dat voelt niet fijn. Dus je bent bang dat ze jou en Melanie uit elkaar willen halen.

Andrea:

Wat het meest pijn doet is dat ze me niet aardig vinden. Wat maakt het hun dan uit of Melanie mijn vriendin is? Ze kan toch nog steeds met hen spelen? Ik heb ze niets gedaan. (Begint te huilen.)

Valerie:

(Houdt haar dochter even zonder wat te zeggen in haar armen en geeft dan antwoord.) Ik zou me ook gekwetst en verdrietig voelen. Het is altijd moeilijk als je door iemand wordt afgewezen.

Andrea:

Wat moet ik doen?

Valerie:

Dat is een goede vraag. Daar moet ik over nadenken. Wat zou je kunnen doen?

Andrea:

Ik heb al geprobeerd om aardig voor ze te zijn. Maar ze lachen me gewoon uit. Misschien moet ik ze gewoon negeren. Melanie zei dat ik ze gewoon moet negeren omdat ze lelijk tegen me doen. Ze zei dat ze nog steeds mijn vriendin is. Maar ik vind het erg als iemand me niet aardig vindt.

Valerie:

Dat is niet makkelijk, hè?

Andrea:

Ik wil dat iedereen me aardig vindt.

Valerie:

Wat mij heeft geholpen is te bedenken dat ik het niet iedereen naar de zin kan maken. Wie je ook bent of wat je ook doet, er is altijd wel iemand die het niet leuk vindt wat je doet. Je kunt het beste je hemelse Vader een plezier doen door te doen wat jij denkt dat goed is en wat je denkt dat Hij wil dat je doet. Als je dat doet, maakt het niet zo veel meer uit of andere mensen je wel of niet aardig vinden.

Andrea:

Dan blijf ik wel aardig tegen ze doen, maar zal ik proberen me er niet meer zo veel van aan te trekken als ze gemeen tegen me doen.

Valerie:

Dat lijkt je een goed plan?

Andrea:

Ik denk het wel. Ik voel me in elk geval beter door er gewoon even over te praten.

Valerie:

Nou, laat me maar weten hoe het verder gaat. Ik zal je aanmoedigen.

Andrea:

Bedankt, mam.

In dit voorbeeld hielp Valerie haar dochter zich beter te voelen over een probleem op school. Hoewel de leeftijdsgenootjes van Andrea haar mogelijk slecht blijven behandelen, zal ze de situatie waarschijnlijk anders gaan bekijken en minder gekwetst zijn. Ze ervaart het begrip en de steun van haar moeder. Als ze zich meer bezighoudt met wat zij denkt dat goed is in plaats van bij anderen in de smaak te vallen, zal haar gevoel van eigenwaarde vast toenemen.

Stap 4: Het kind helpen emoties te herkennen en te benoemen

Sommige ouders gaan er onterecht van uit dat hun kinderen over de woorden beschikken om hun innerlijke gevoelens te beschrijven. Maar kinderen hebben niet altijd een woordenschat voor hun emoties. Ouders die de juiste woorden voor hun kinderen kunnen noemen, helpen ze vage, ongedefinieerde en onprettige gevoelens in beschrijvende taal om te zetten, zoals ‘verdrietig’, ‘boos’, ‘gefrustreerd’, ‘bang’, ‘bezorgd’, ‘gespannen’ en dergelijke. Kinderen krijgen meer vat op hun emoties als ze die onder woorden kunnen brengen.

De beste tijd om woorden voor verschillende gevoelens te leren is wanneer kinderen die gevoelens ervaren. Een moeder die haar dochter ziet huilen omdat haar vriendin gaat verhuizen, kan bijvoorbeeld zeggen: ‘Je bent vast erg verdrietig. Jullie waren zulke goede vriendinnen.’ Als ze dit hoort, voelt het meisje zich niet alleen begrepen, maar heeft ze nu ook een woord om haar ervaring mee te beschrijven.

Uit enkele onderzoeken blijkt dat het herkennen en benoemen van emoties een kalmerend effect op het zenuwstelsel kan hebben, waardoor kinderen sneller hun evenwicht terugvinden na een ingrijpende gebeurtenis.9 Kinderen die daar geen woorden voor hebben, uiten hun gevoelens soms met hun gedrag of gebruiken ongepaste woorden zoals ‘hou je kop’, ‘laat me met rust’ of nog erger, zoals in het volgende praktijkgeval.

Ted

De ouders van Ted namen hem na zijn laatste driftbui mee naar een therapeut. Ze hadden gehoopt dat hun zevenjarige zoon over zijn agressieprobleem heen zou groeien. De middag ervoor was Ted echter erg boos geworden toen zijn moeder hem niet naar zijn vriendje Bas wilde brengen. Ted krijste zo hard hij kon, schold zijn moeder uit en schopte tegen de muur. Toen de therapeut Ted vroeg hoe hij zich voelde toen zijn moeder niet wilde doen wat hij haar vroeg, zei hij: ‘Dat weet ik niet.’ Op de vraag hoe hij zich voelde als hij dingen deed die hij erg leuk vond, gaf hij hetzelfde antwoord. Na enig doorvragen bleek dat Ted geen woordenschat had om zijn emoties mee uit te drukken.

Het verhaal van Ted zou wellicht anders zijn verlopen als hij zijn gevoelens duidelijk en accuraat had kunnen beschrijven. Als kinderen in staat zijn om gevoelens te benoemen, is dat nog geen garantie dat ze zich ook verantwoordelijker gaan gedragen. Kinderen zullen echter minder snel hun gevoelens door hun gedrag tot uiting brengen als ze erover kunnen praten. Bovendien zijn ouders beter in staat emotionele wonden te verzachten en te helpen genezen als kinderen hun gevoelens verwoorden.

Stap 5: Grenzen stellen en het kind helpen problemen op te lossen

Een kind kan zich beter beheersen als ouders hem of haar helpen om met onprettige gevoelens om te gaan. Kinderen moeten op een sociaal aanvaardbare en emotioneel gezonde manier met onplezierige gedachten en gevoelens leren omgaan. Ouders dienen waar nodig grenzen te stellen aan ongepast gedrag en kinderen te helpen hun problemen op te lossen.

Ruben

De twaalfjarige Ruben wist een hoge bal niet goed te vangen, waardoor zijn team de wedstrijd verloor en het kampioenschap wel kon vergeten. Toen hij het veld verliet, riep een van zijn medespelers: ‘Je wordt bedankt, dombo!’ Ruben voelde zich al akelig en rende op de jongen af, greep hem om de nek en probeerde hem op de grond te gooien. Rubens vader stormde van de tribune af, trok zijn zoon weg, hield hem stevig vast en zei: ‘Ik weet dat je boos en overstuur bent, maar we doen anderen geen pijn. Laten we naar huis gaan en praten over een betere manier om dit aan te pakken.’

In plaats van foeteren of preken kan de vader in dit voorbeeld van de gelegenheid gebruikmaken om dichter bij zijn zoon te komen door invoelend te luisteren, Rubens gevoelens te bevestigen en hem andere manieren te laten vinden om met moeilijke situaties om te gaan. Zo voelt Ruben zich begrepen, waardevol en beter in staat om zijn gevoelens te beheersen.

Als ouders de oorzaak van een probleem van het kind niet kennen, kunnen ze beter eerst vragen stellen om de oorzaak te achterhalen en daarna een oplossing zoeken. Ouders kunnen vragen stellen zoals: ‘Waardoor voel je je zo?’ Ze moeten niet toestaan dat het kind anderen onterecht de schuld geeft.

Als de oorzaak boven tafel is, kunnen ouders vragen: ‘Hoe valt het probleem volgens jou op te lossen?’ Laat ze dan goed naar het antwoord van het kind luisteren. Ze kunnen enkele suggesties doen om het kind op andere gedachten te brengen. Ouders dienen bij jongere kinderen het initiatief te nemen. Bij oudere kinderen is brainstormen over oplossingen vaak een goed idee. Als ouders en kinderen aan het brainstormen zijn, horen ze geen enkele oplossing bij voorbaat uit te sluiten. Creatief denken gaat namelijk het beste zonder kritiek. De ouders en kinderen kiezen later een geschikte oplossing uit. Ouders horen hun vertrouwen uit te spreken dat het kind een geschikte oplossing zal weten te bedenken. Ze kunnen het kind het beste zo veel mogelijk eigen verantwoordelijkheid geven en leren om steeds meer op zichzelf te vertrouwen.

Soms is het nuttig dat een kind aan eerdere gelegenheden denkt waarbij hij of zij een probleem goed heeft opgelost. Hoe ging het kind er toen mee om? Is dezelfde aanpak mogelijk bij het huidige probleem? Meer suggesties voor het oplossen van problemen komen in les 7 aan bod.

De volgende fase van stap 5 is het overwegen van de mogelijke oplossingen. Ouders kunnen hun kinderen daarbij de volgende soorten vragen stellen:10

  • ‘Is deze oplossing eerlijk?’

  • ‘Werkt het wel?’

  • ‘Is het veilig?’

  • ‘Hoe zul je je er waarschijnlijk bij voelen?’

  • ‘Welke invloed zal de oplossing op anderen hebben?’

  • ‘Zal de oplossing iemand helpen of kwetsen?’

  • ‘Toont de oplossing respect voor alle betrokkenen?’

Nadat ze de gevolgen van elke oplossing hebben overwogen, helpen de ouders hun kinderen bij het kiezen van de beste oplossing. Ouders dienen met raad en daad bij te staan. Kinderen hebben baat bij de wijsheid en ervaring van hun ouders. Ouders kunnen over hun ervaringen vertellen toen ze met soortgelijke problemen te maken hadden. Ze kunnen vertellen welke keuzes zij toen hebben gemaakt en wat ze ervan hebben geleerd.

Als een kind vastbesloten lijkt om een oplossing te proberen die volgens de ouders niet zal werken, is het soms niet verkeerd dat op zijn beloop te laten als de gevolgen te overzien zijn en het kind niet in grote problemen komt. De beste levenslessen leren we door onze eigen fouten. Daarna helpen de ouders het kind met het uitwerken van een andere oplossing, zonder te zeggen: ‘Dat zei ik toch al?’

Ouders zouden hun relatie met hun kinderen als een bankrekening kunnen beschouwen. Ouders investeren in de relatie door hun kinderen goed te behandelen, hun grenzen te respecteren, te luisteren naar hun gedachten en gevoelens, ze bij hun problemen te coachen en ze met liefde te disciplineren. Elke daad van vriendelijkheid, liefde en respect wordt bijgeschreven op de relatierekening. Als de pogingen om het probleem op te lossen spaak lopen en het kind vastbesloten lijkt om een ernstige fout te maken, kunnen ouders wat van de rekening afhalen als er genoeg op staat. Er wordt iets van de relatierekening afgeschreven als een ouder het kind iets vraagt te doen wat de ouder belangrijk vindt. Als een zoon bijvoorbeeld een weekend wil doorbrengen met dubieuze vrienden, kunnen ouders hem vragen om niet te gaan. Hij zal eerder aan hun verzoek voldoen als er steeds voldoende in de relatierekening is geïnvesteerd.

Richtlijnen om betrokken te raken bij de problemen van kinderen

Ouders vragen zich wel eens af hoe betrokken ze moeten raken bij het probleem van een kind. De volgende beginselen kunnen nuttig zijn.

  • Ouders hebben de verantwoordelijkheid om hun kinderen te helpen. (Zie Mosiah 4:14–15; LV 68:25; 93:40.)

  • Kinderen die onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad, zijn verantwoordelijk hoe ze hun keuzevrijheid gebruiken. (Zie 2 Nephi 2:27; Moroni 7:12–17; LV 58:27–29.)

  • Bij het opgroeien tot volwassenen moeten kinderen leren voor zichzelf te zorgen. Als volwassenen horen ze zelfredzaam te zijn en in hun eigen ‘sociale, emotionele, geestelijke, lichamelijke en economische’ behoeften te voorzien.11

Een belangrijk aspect van ouderschap is kinderen van afhankelijkheid naar zelfredzaamheid te begeleiden. Ouders leren hun kinderen op eigen benen te staan door ze de juiste beginselen bij te brengen, zodat ze zichzelf op een rechtschapen en verantwoordelijke wijze kunnen besturen. Als ouders de problemen van hun kinderen overnemen, belasten ze zichzelf onnodig terwijl ze hun zoons en dochters de gelegenheid onthouden om verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid te ontwikkelen. Als algemene regel dienen kinderen met hun eigen problemen, frustraties, verveling en fouten om te gaan, waarbij de ouders de nodige coaching en sturing geven.

Soms moeten ouders de leiding nemen bij het oplossen van problemen. Ouders horen dat te doen als het kind te jong, te onervaren of te onvolwassen is om het probleem zelf op te lossen. Ouders moeten ook ingrijpen als het kind hen of anderen bedreigt, en eigendommen wegneemt of vernielt. In dergelijke gevallen dienen ouders het wangedrag aan de kaak te stellen. De ‘ik’-boodschappen volgens les 3 vormen een goede manier om het verkeerde gedrag bespreekbaar te maken. (Als beide ouders aanwezig zijn, gebruiken ze ‘wij’ in plaats van ‘ik’.) Ouders kunnen hun kinderen ook verantwoordelijkheid laten nemen door ze keuzes te geven (wat in les 8 aan de orde komt) of door consequenties aan gedrag te verbinden (wat in les 9 wordt behandeld).

Goede zorg voor kinderen is van eeuwige waarde

Kinderen zullen positief reageren op ouders die met liefde, vriendelijkheid en empathie voor ze zorgen en de suggesties in deze les waar nodig toepassen. Het zorgproces begint al vroeg en gaat door in het leven van elk kind op een wijze die past bij zijn of haar behoeften.

President Gordon B. Hinckley heeft de noodzaak onderstreept om in harmonie met onze hemelse Vader samen te werken wat het liefhebben en opvoeden van kinderen betreft: ‘Vergeet nooit dat deze kleinen de zoons en dochters van God zijn die tijdelijk aan uw zorg zijn toevertrouwd. Hij was al Ouder voordat u ouder werd, en Hij heeft zijn ouderschap van of belangstelling voor zijn kinderen nooit opgegeven.’12

Noten

  1. Conferentie van de ring Salt Lake University 3, 3 november 1996; Church News, 1 maart 1997, p. 2.

  2. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 1996, p. 93.

  3. Church News, 3 februari 1996, p. 2.

  4. Conference Report, oktober 1985, p. 47; of Ensign, november 1985, p. 36.

  5. ‘Small Acts of Service’, Ensign, december 1974, p. 5.

  6. Conference Report, oktober 1989, p. 27; of Ensign, november 1989, p. 22.

  7. Uit Raising an Emotionally Intelligent Child door John Gottman, Ph.D. met Joan DeClaire, voorwoord door Daniel Goleman. Copyright © 1997 John Gottman. Opnieuw gedrukt met toestemming van Simon & Schuster, Inc., NY. Pp. 16–17.

  8. Raising an Emotionally Intelligent Child, pp. 76–109.

  9. Raising an Emotionally Intelligent Child, p. 100.

  10. Zie Gottman, Raising an Emotionally Intelligent Child, p. 108.

  11. Spencer W. Kimball, Conference Report, oktober 1977, p. 124; of Ensign, november 1977, p. 77.

  12. Church News, 1 maart 1997, p. 2.

Woorden voor Gevoelens

Woorden voor Gevoelens

  • Aangemoedigd

  • Aangeslagen

  • Aardig

  • Achterlijk

  • Afgedankt

  • Afgeleid

  • Afgemat

  • Afgewezen

  • Afgunstig

  • Afhankelijk

  • Afschuwelijk

  • Akelig

  • Alleen

  • Angstig

  • Arrogant

  • Bang

  • Bedroefd

  • Bedrukt

  • Beduusd

  • Bekaf

  • Beklagenswaardig

  • Bekommerd

  • Belachelijk

  • Belangrijk

  • Belast

  • Belemmerd

  • Benauwd

  • Berouwvol

  • Beschaamd

  • Bescheiden

  • Beschermend

  • Betoverd

  • Betrouwbaar

  • Bevoorrecht

  • Bevreesd

  • Bezorgd

  • Bizar

  • Blij

  • Boetvaardig

  • Boos

  • Buitengesloten

  • Chagrijnig

  • Comfortabel

  • Content

  • Dankbaar

  • Defensief

  • Depressief

  • Diepbedroefd

  • Dom

  • Dwaas

  • Eenzaam

  • Eerbiedig

  • Efficiënt

  • Eigenwijs

  • Energiek

  • Enthousiast

  • Erkentelijk

  • Ernstig

  • Extatisch

  • Furieus

  • Geboeid

  • Gebruikt

  • Gedesillusioneerd

  • Geërgerd

  • Gefascineerd

  • Gefrustreerd

  • Gegeneerd

  • Gegriefd

  • Gehaast

  • Geïmponeerd

  • Geïnspireerd

  • Geïnteresseerd

  • Geïrriteerd

  • Geïsoleerd

  • Gek

  • Gekleineerd

  • Gekrenkt

  • Gekwetst

  • Gelukkig

  • Geplaagd

  • Geprikkeld

  • Geraakt

  • Geradbraakt

  • Geremd

  • Geschokt

  • Gespannen

  • Gestoord

  • Getroffen

  • Gevloerd

  • Gevoelig

  • Geweldig

  • Gewillig

  • Goed

  • Hartstochtelijk

  • Hongerig

  • Huiverig

  • Hulpeloos

  • Infantiel

  • Invoelend

  • Jaloers

  • Joviaal

  • Klein

  • Koel

  • Kokend

  • Koud

  • Laf

  • Langzaam

  • Leeg

  • Lui

  • Melancholiek

  • Misbruikt

  • Misdeeld

  • Miserabel

  • Misselijk

  • Moe

  • Moedig

  • Murw

  • Naïef

  • Nederig

  • Neerslachtig

  • Nerveus

  • Nieuwsgierig

  • Nijdig

  • Nodig

  • Nutteloos

  • Nuttig

  • Onbehaaglijk

  • Onbelangrijk

  • Ondergewaardeerd

  • Onervaren

  • Ongeduldig

  • Ongeliefd

  • Ongelukkig

  • Ongemakkelijk

  • Ongerust

  • Onhandig

  • Onplezierig

  • Ontdaan

  • Ontevreden

  • Onthutst

  • Ontmoedigd

  • Ontoereikend

  • Ontspannen

  • Ontstemd

  • Ontvankelijk

  • Onvoorbereid

  • Onvriendelijk

  • Ontwapend

  • Ontzet

  • Onverschillig

  • Onverstoord

  • Onwaardig

  • Onzeker

  • Opgejaagd

  • Opgejut

  • Opgelucht

  • Opgetogen

  • Opgewekt

  • Opgewonden

  • Onprettig

  • Optimistisch

  • Opvliegend

  • Overdonderd

  • Overgelukkig

  • Overstelpt

  • Overstuur

  • Overweldigd

  • Paniekerig

  • Pessimistisch

  • Plechtig

  • Raar

  • Rancuneus

  • Rusteloos

  • Rustig

  • Saai

  • Schuldig

  • Sentimenteel

  • Sip

  • Slecht

  • Slim

  • Stomverbaasd

  • Superieur

  • Sympathiek

  • Teleurgesteld

  • Ten einde raad

  • Tevreden

  • Toegeeflijk

  • Tolerant

  • Triest

  • Trots

  • Twijfelachtig

  • Uitgelaten

  • Uitgeput

  • Uitzinnig

  • Vaardig

  • Verbijsterd

  • Verbolgen

  • Verdrietig

  • Verdwaasd

  • Verheugd

  • Verlamd

  • Verlegen

  • Vermoeid

  • Vernederd

  • Verontwaardigd

  • Verpletterd

  • Verraden

  • Verrast

  • Verrukt

  • Versteld

  • Verstoord

  • Vertrouwd

  • Verveeld

  • Vervolgd

  • Verward

  • Vijandig

  • Voorbereid

  • Voorspoedig

  • Vredig

  • Vreemd

  • Vreugdevol

  • Vriendelijk

  • Vrolijk

  • Waardeloos

  • Waardig

  • Wantrouwend

  • Warm

  • Weerzinwekkend

  • Wild

  • Woedend

  • Wraakzuchtig

  • IJdel

  • Zachtmoedig

  • Zeer

  • Zelfverzekerd

  • Zelfzuchtig

  • Zenuwachtig

  • Ziedend

  • Zielig

  • Zozo