Hoofdstuk 11
Onschatbare rijkdommen van de heilige tempel
Hoe kunnen we ans beter voorbereiden op de zegeningen van de tempel en hoe kunnen we anderen van die zegeningen voorzien?
Inleiding
In maart 1956, tijdens de inwijding van de Los Angeles-tempel, herhaalde president Lee het verhaal van een vader over zijn zoon die tijdens een oorlog gevaarlijke vluchten moest maken.
‘[De] vader zei tegen hem: “Zoon, hoe heb je het voor elkaar gekregen om veilig naar de thuisbasis te vliegen (…)?” De jongen zei: “Dat was gemakkelijk. Ik vloog gewoon op de instrumenten.” Maar de vader vroeg verder: “Maar als de instrumenten niet hadden gewerkt, en als er iets met de radioverbinding mis was gegaan, hoe was je dan thuisgekomen?” “O”, zei hij, “dan had ik het kompas gebruikt.” “Maar als het kompas door een kogel was vernield, wat dan?”
‘De jongen [dacht] diep na en zei toen: “Pa, dan zou ik steeds hoger gaan vliegen, boven de rook, de mist en het stof van de aarde, totdat ik de sterren kon zien, en als ik zo hoog zou vliegen, zou ik aan de hand van de sterren vliegen. Dat is tot nu toe altijd gelukt en ik heb mijn weg altijd terug kunnen vinden.”’
President Lee ging verder: ‘Hier beneden op aarde, buiten zijn heilige aanwezigheid, kunnen we van alles met geld kopen, er zijn van die dingen die we de eer van de mens noemen en de dingen waar we naar streven en die ons belangrijk lijken. Maar [de tempel] is de plaats waar we hoog boven de rook en de mist van deze aarde uitstijgen en aan de hand van Gods eeuwige sterren onze koers uitstippelen om veilig thuis te komen.”1
Leringen van Harold B. Lee
Wat voor zegeningen kunnen we in het huis van de Heer ontvangen?
We komen, volgens mij, [naar de tempel] om de volheid van de zegeningen van het priesterschap in ontvangst te nemen. (…)
We komen naar zijn heilig huis om kennis op te doen, om God te leren kennen zoals Hij werkelijk is, zodat een ieder van ons de verhoging in zijn tegenwoordigheid kan bereiken. (…)
Hier leggen we de fundering van een eeuwig huis in de hemel, want in deze kerk is de macht aanwezig om hier op aarde verzegelingen te verrichten die in de hemel geldig zijn.2
Op de een of andere manier moeten we al onze leden, jong en oud, duidelijk maken dat de begiftiging in onze heilige tempels een zekere gids is om geluk in dit leven en eeuwig leven in de komende wereld te ontvangen.3
Als u een heilige tempel ingaat, krijgt u begeleiding van de heiligen in Gods eeuwige koninkrijk, waar geen tijd meer is. In de tempel van God wordt u niet begiftigd met een rijk erfgoed aan wereldse schatten, maar met eeuwige rijkdommen die onbetaalbaar zijn.
De ceremoniën in de tempel zijn door een wijze hemelse Vader ontworpen, die ze in deze laatste dagen heeft geopenbaard als gids en bescherming in ons leven, zodat u en ik de verhoging in het celestiale koninkrijk kunnen bereiken, waar God en Christus wonen.
Ik hoop dat u ijverig zult werken en geleid zult worden om uzelf voor te bereiden om deze kostbare rijkdommen in het huis van de Heer te ontvangen.4
Er zijn twee soorten openbaringen: openbaringen die open openbaringen kunnen worden genoemd, zoals in de Leer en Verbonden en elders, die aan de wereld kunnen worden gegeven. En er zijn gesloten openbaringen. Deze worden uitsluitend bekendgemaakt en gegeven op heilige plaatsen die voor de openbaring van de hoogste verordeningen zijn toebereid, en tot het Aaronisch en Melchizedeks priesterschap behoren. Die verordeningen zijn in het huis des Heren te vinden.5
Al in 1841 openbaarde de Heer het volgende aan Joseph Smith: ‘Er wordt op aarde geen plaats gevonden, waarheen Hij kan gaan en wederom datgene herstellen, dat voor u is verloren gegaan, of dat Hij heeft weggenomen, namelijk de volheid van het priesterschap. (…)
‘Want het behaagt Mij mijn kerk dingen te openbaren, die van voor de grondlegging der wereld verborgen zijn gehouden, dingen, die tot de bedeling van de volheid der tijden behoren’ (LV 124:28, 41.)
Deze openbaringen, die voor de getrouwe leden van de kerk zijn gereserveerd, vormen de zogenoemde ‘geheimenissen der godsvrucht’. De Heer zei dat Hij Joseph ‘de sleutels der verborgenheden [had] gegeven, en der openbaringen, die verzegeld zijn’ (…)” (LV 28:7). Aan de getrouwen heeft de Heer beloofd: ‘En aan hen zal Ik alle verborgenheden openbaren, ja, alle verborgen geheimen van mijn koninkrijk van dagen vanouds (…)’ (LV 76:7).
In de geschriften van de profeet Joseph Smith staat een uitleg van deze zogenoemde verborgenheden die omvat zijn in wat de profeet een heilige begiftiging noemt. Hij zei onder andere:
‘Ik bracht de dag in mijn eigen kantoor op de bovenverdieping van de winkel door, (…) in raadsvergadering met [en dan noemt hij verscheidene leiders]. Ik onderrichtte hen in de beginselen en orde van het priesterschap met betrekking tot wassingen, zalvingen, begiftigingen en de overdracht van de sleutels van het Aaronisch priesterschap en zo voortgaande tot de hoogste orde van het Melchizedeks priesterschap. Ik zette de orde uiteen betreffende de Oude van dagen en alle plannen en beginselen waardoor men de volheid van de zegeningen kan ontvangen, die voor de kerk van de Eerstgeborene zijn bereid, en waardoor wij in het bijzijn van Elohim in de eeuwige werelden kunnen komen en verblijven.’ (Teachings of the Prophet Joseph Smith, blz. 237.)
President Brigham Young heeft tijdens het plaatsen van de hoeksteen van de Salt Lake-tempel het volgende toegevoegd aan de betekenis van de begiftiging en het doel van de bijbehorende tempelbouw:
‘Uw begiftiging betekent dat u alle verordeningen in het huis van de Heer ontvangt die u na dit leven nodig hebt om in de tegenwoordigheid van de Vader terug te kunnen keren, waarbij u de engelen passeert die daar als wachter staan, (…) en om uw eeuwige verhoging te verkrijgen, in weerwil van aarde en hel.’ [Discourses of Brigham Young, verz. John A. Widtsoe (1954), blz. 416.]6
Wat kunnen wij als ‘heiland op de berg Zion’ voor de overledenen betekenen?
Als de aanvaarding van het evangelie zo belangrijk is voor het welzijn van de eeuwige ziel van de mens, kunt u zich afvragen wat er met de miljoenen mensen zal gebeuren die zijn overleden zonder de kennis van het evangelie of het plan van God, waardoor de volledige uitwerking van zijn verzoening gerealiseerd kan worden. Als het zendingswerk tot het sterfelijk leven beperkt zou blijven, zouden veel zielen zonder hoorzitting worden veroordeeld. Iedereen, goed of slecht, zal door de verzoening herrijzen, want ‘evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden’ (1 Korintiërs 15:22). Maar alleen zij die zich bekeren en zich voor de vergeving van hun zonden laten dopen, kunnen aanspraak maken op het verlossende bloed van zijn verzoening. (…) Doop door onderdompeling ter vergeving van zonden, de enige manier waarop de mens het evangelie kan aanvaarden, is een aardse verordening. Daarom heeft onze Vader, die rekening houdt met al zijn kinderen, in het heilsplan voorzieningen getroffen, zodat alle leden van zijn kerk en koninkrijk op aarde een ‘heiland op de berg Zion’ kunnen worden door plaatsvervangend werk te verrichten voor de mensen in de geestenwereld, ‘de gevangenis’, die zij niet voor zichzelf konden verrichten.
Door dit werk voor de doden, dat door de leden van de kerk in de heilige tempel wordt verricht, worden deze mensen ‘een heiland’ voor hen die zonder kennis van het evangelie zijn gestorven, want daardoor krijgen zij recht op de volledige gave van de Heiland, die Hij door zijn verzoening aan de hele mensheid heeft beloofd. Het werk dat voor de mensen in de geestenwereld kan worden verricht, en ongetwijfeld werd verricht door de heiligen in de tijd van Paulus en dat we nu voor onze eigen voorouders kunnen verrichten, werd door hem als bewijs van de opstanding gebruikt. Hij heeft gezegd: ‘Wat zullen anders zij doen, die zich voor de doden laten dopen? Indien er in het geheel geen doden opgewekt worden, waarom laten zij zich nog voor hen dopen?’ (1 Korintiërs 15:29.) De tempels worden in deze tijd gebouwd om het essentiële verlossingswerk opnieuw te verrichten.7
[De Heer] heeft gezegd dat de poorten der hel de kerk van Christus niet zouden overweldigen. (Zie Matteüs 16:18.) Maar het werk van de Heer zou door de poorten der hel zijn overweldigd als er geen verordeningen voor de overledenen konden worden verricht. In de tijdperken dat het priesterschap niet op aarde was om de verlossende verordeningen van het evangelie te verrichten, leefden er miljoenen mensen, waarvan velen getrouwe zielen waren. Als er geen manier was geweest om de verlossende verordeningen van het evangelie voor de overledenen te verrichten, zouden de poorten der hel het heilsplan van onze hemelse Vader hebben overweldigd.8
[In ons genealogisch onderzoek] opent de Heer geen deuren totdat wij ons uiterste best hebben gedaan. We moeten naar die blinde muur lopen en voldoende geloof hebben om de Heer te vragen een opening te maken zodat we zullen weten wat de volgende stap is. En dan kunt u informatie ontvangen uit bronnen die het feit openbaren dat de hemel en de aarde niet ver bij elkaar vandaan liggen.
Velen van u hebben dierbaren dit leven zien verlaten. Volgens mij hebt u hun nabijheid soms gevoeld als zij dichtbij u kwamen. En soms hebben ze u informatie gegeven die u op geen enkele andere wijze had kunnen ontvangen.9
Uit ervaring ben ik ervan overtuigd geraakt, en geef ik mijn getuigenis, dat er krachten met ons aan het werk zijn die dit aardse leven te boven gaan. (…)
Ik heb het eenvoudige geloof dat, als we alles doen wat we kunnen, en tot het uiterste op zoek gaan, de Heer ons zal helpen met onze genealogie. De hemel en vele deuren zullen voor ons worden geopend, dat weet ik zeker.10
Als we eensgezind zouden zijn in ons tempelwerk en genealogisch onderzoek, zouden we geen genoegen nemen met de huidige tempels, maar zouden we voldoende werk voor toekomstige tempels hebben. Dan zouden er zelfs deuren worden geopend voor mensen die geen familie zijn, en zouden we een heiland op de berg Zion worden. Als wij niet eensgezind zijn, zullen we niet in staat zijn om ons eeuwig thuis te vereeuwigen.11
Hoe kunnen we onszelf beter op de tempelzegens voorbereiden?
De Heer wil dat dit plaatsvervangend werk voor de doden, door ons als heiland op de berg Zion, zoveel mogelijk wordt verricht door mensen die smetteloos zijn. Net als Hij wilde dat dierenoffers gebracht werden met smetteloze dieren, wil Hij dat wij zuiver, rein en getrouw het plaatsvervangende werk als heiland op de berg Zion verrichten.
En daarom hebben we onze bisschoppen en ringpresidenten aangeraden om hun leden zorgvuldig op een tempelaanbeveling voor te bereiden, en geen mensen naar de tempel te laten gaan die zich niet van hun zonden hebben bekeerd, die fouten hebben begaan, en zonder berouw dit heilig huis ontheiligen. Ik denk dat er voor niemand een ergere hel op aarde is dan voor iemand die hier met een gevoel van schuld en onreinheid in de nabijheid van onze Vader komt. Dat zou een afgrijselijke en schokkende ervaring zijn.12
De heiligste plaats op aarde is waarschijnlijk onze tempel; zo heilig dat we er onbesmet heen gaan; zo heilig dat onze bisschop en ringpresident zo goed mogelijk uitzoekt of iedereen die een aanbeveling aanvraagt de vastgestelde normen naleeft, [zodat niemand] er onrein naartoe gaat waardoor de geest die we daar willen hebben wordt geschonden.
Vergeet dat niet. Vergeet onze heilige verantwoordelijkheid en onze hoop niet, dat wij ervoor zorgen dat we altijd met schone handen en een zuiver hart naar de tempel gaan en dat aan anderen ook duidelijk maken. [Zie Psalmen 24:3–4.]13
Er is altijd een aantal mensen die zo snel mogelijk na hun doop naar de tempel willen. Het is al lang de regel (…) dat iemand minimaal een jaar moet wachten. (…) We zeggen minimaal een jaar omdat we hopen dat de bisschoppen en ringpresidenten een diepgaand gesprek met die mensen hebben om ervoor te zorgen dat ze lang genoeg lid van de kerk zijn om met beide benen op de grond te staan en de fundamentele leerstellingen van de kerk te begrijpen, voordat we van ze verwachten dat ze de hogere verordeningen, de tempelverordeningen, begrijpen. De vragen die gesteld worden aan de mensen die naar de tempel gaan, zijn dan ook niet alleen op hun naleving van de gedragsnormen gericht, maar ook op hun gereedheid om de tempelverordeningen te ontvangen.14
Tijdens de begiftiging nemen we door middel van een verbond bepaalde verplichtingen op ons die in feite slechts een verwezenlijking zijn van de verbonden die we bij de doop hebben gesloten en waarvan de profeet Alma heeft uitgelegd dat ‘gij verlangend zijt om in de kudde van God te komen en zijn volk te worden genoemd, en gewillig zijt elkanders lasten te dragen, zodat ze licht mogen zijn; ja, en gewillig zijt met de treurenden te treuren; ja, en hen te vertroosten, die vertroosting nodig hebben, en om te allen tijde als getuigen van God te staan, in alle dingen en in alle plaatsen, waar gij u ook moogt bevinden, zelfs tot in de dood’ (Mosiah 18:8–9). Alle [mensen] die bereid [zijn] om de verplichtingen op zich te nemen die Alma genoemd heeft, ‘zich voor God verootmoedigen (…) en met gebroken hart en verslagen geest komen (…) en gewillig zijn de naam van Jezus Christus op zich te nemen, en vastbesloten zijn om Hem tot het einde toe te dienen’ (LV 20:37), hoeven niet te aarzelen om naar de heilige tempel te gaan en, naast de gesloten verbonden, de beloften van grote zegeningen te ontvangen die op gehoorzaamheid daaraan zijn gebaseerd.15
Hoe moeten we ons voorbereiden [om naar de tempel te gaan]? Een beeldhouwer heeft bij de poort van de Cardston-tempel (Alberta) de volgende woorden van wijlen ouderling Orson F. Whitney geschreven die we allemaal moeten onthouden. Die woorden luiden als volgt:
‘Het hart moet rein zijn om binnen de muren te komen van dit huis,
Waar een feest wordt gevierd dat onbekend is aan werelds feestgedruis.
Neem vrijelijk deel, want God heeft vrijelijk gegeven
En proef de heilige vreugde van het hemelse leven.
Kom hier meer te weten over Hem die de dood slechtte in het graf
En aan de mens de sleutels van het koninkrijk gaf;
Verenigd door de machten die verleden en heden verbinden,
waardoor levenden en doden volmaking vinden.’
President Joseph F. Smith heeft het geheim van die volmaking als volgt omschreven: ‘Het is niet gemakkelijk voor de mens om zijn ijdelheden op te geven, om zijn vooropgezette meningen te veranderen en zich met hart en ziel aan de wil van God over te geven, die altijd hoger dan zijn eigen wil is. (…) Als mensen beseffen dat ze zich zonder steun in diep water bevinden, moeten ze zich terugtrekken, want dan kunnen ze er zeker van zijn dat hun koers steeds verder afwijkt van hun steunpunten, die niet altijd gemakkelijk zijn terug te vinden. De godsdienst van het hart, de oprechte en eenvoudige verbondenheid met God, is de grootste bescherming van de heiligen der laatste dagen.’ (Gospel Doctrine, blz. 9.) (…)
Met dat in gedachten (…), wil ik graag door middel van een persoonlijke ervaring mijn getuigenis geven. Slechts vier weken geleden had ik vroeg in de morgen een prachtige droom. In die droom leek het erop dat ik met andere broeders door de president van de kerk werd onderricht, en hoewel er anderen aanwezig waren, leek het wel of alles wat hij zei alleen voor mij bestemd was. (…) Die droom had ik vandaag weer – de boodschap was overweldigend en duidelijk: ‘Als je God wilt leren liefhebben, moet je zijn kinderen leren liefhebben en dienen. Niemand heeft God lief tenzij hij overvloedig gedienstig is en de kinderen van onze hemelse Vader liefheeft.’
En nadat de president deze les had behandeld, die zo’n krachtige indruk op mij maakte, zei hij: ‘Broeders, laten we in gebed neerknielen.’ En na zijn gebed werd ik wakker, met de meest hemelse gevoelens die ik ooit heb gehad, en ik vroeg me af of ik die hoge norm van een voorliefde voor hulpvaardigheid en liefde voor de kinderen van God in die droom daadwerkelijk kon bereiken.16
God zij dank voor de openbaringen door de macht van de Heilige Geest, die tot mijn ziel getuigen dat ik met heel mijn ziel weet dat [de Heer] leeft, dat Hij de Heiland van de wereld is. Ik weet dat [de tempel] een heilige plaats is waar Hij zijn hoofd vanwege de zondeloosheid kan neerleggen. Ik hoop dat de mensen hier met een geheiligd hart naartoe komen, met hun ogen, verstand en hart alleen op God gericht, zodat ze zijn aanwezigheid zullen voelen.17
Suggesties voor zelfstudie en discussie
-
In welke opzichten is de tempel een ‘gids en bescherming’ in ons dagelijks leven?
-
Hoe zou u de wereldse schatten vergelijken met de rijkdom aan eeuwige schatten die in de tempel zijn te verkrijgen?
-
Waarom is het belangrijk dat we zo vaak mogelijk naar de tempel gaan?
-
Wat voor zegeningen hebt u door tempelwerk en familiegeschiedenis ontvangen?
-
Waarom moeten we met schone handen en een zuiver hart naar het huis van de Heer komen? We moeten uiteraard de gedragsnormen naleven. Maar hoe kunnen we ons nog meer voorbereiden?
-
Waarom is het belangrijk om als voorbereiding op de tempelzegeningen anderen te leren liefhebben en dienen?