Hoofdstuk 7
De Schriften, ‘grote reservoirs met geestelijk water’
Hoe kunnen we door ijverige studie van de Schriften onze spiritualiteit vergroten en naar het eeuwige leven geleid worden?
Inleiding
President Harold B. Lee en zijn vrouw, Freda Joan Lee, reisden in 1972 door Europa en het Heilige Land om de zendelingen en de leden in de leer van het evangelie te onderwijzen. Zij werden vergezeld door ouderling Gordon B. Hinckley en zijn vrouw Marjorie Pay Hinckley. Zuster Hinckley heeft daar het volgende over gezegd: ‘Het was interessant om te zien hoe president Lee zich in een situatie beweegt. Als we met zendelingen bijeenkwamen, vond dat meestal in de ochtend plaats, in een kapel vol voltijdzendelingen en plaatselijke deeltijdzendelingen. Als hij ging staan om te spreken, begon hij zelden met een begroeting of inleidende woorden. Hij sloeg zijn Schriften open en begon in de leer te onderwijzen. Hij vond zijn weg zo gemakkelijk in de Schriften dat het soms moeilijk was om te weten of hij uit de Schriften citeerde of zijn eigen woorden sprak. Na zo’n bijeenkomst vroeg ik hem hoe hij de Schriften zo goed uit zijn hoofd had geleerd. (…) Hij dacht even na en zei toen: “Ik geloof niet dat ik ooit een tekst bewust uit het hoofd heb geleerd. Ik neem aan dat ik ze zoveel heb doorgenomen dat ze een onderdeel van mij en mijn woordenschat zijn geworden.”’1
Leringen van Harold B. Lee
Waarom bestuderen wij de Schriften?
Net als water essentieel voor het aardse leven was en is (…), is het evangelie van de Heer Jezus Christus essentieel voor het geestelijk leven van Gods kinderen. Die gelijkenis wordt opgeroepen door de woorden van de Heiland tegen de vrouw bij de bron in Samaria. Hij zei: ‘(…) maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven.’ (Johannes 4:14.)
We hebben in deze tijd grote reservoirs met geestelijk water, de Schriften, tot onze beschikking. Zij zijn veilig gesteld zodat iedereen eruit kan drinken en geestelijk gevoed kan worden, en dat niemand dorst hoeft te lijden. Dat deze Schriften als zeer belangrijk worden beschouwd, blijkt uit de woorden van de Heiland: ‘Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen’ (Johannes 5:39); maar ook uit de ervaring van de Nephieten die werden teruggestuurd om de koperen platen te bemachtigen, waarop de Schriften stonden die zo belangrijk waren voor het welzijn van het volk. Het gebruik van deze Schriften werd door Nephi aangeraden. Hij zei: ‘(…) want ik maakte alle schriftuur op ons toepasselijk, opdat wij er nut en lering uit mochten trekken’ (1 Nephi 19:23). (…) Door de generaties heen zijn de boodschappen van onze Vader gewaarborgd en zorgvuldig beschermd gebleven. En in deze tijd zijn de Schriften het zuiverst bij de bron, net als het water het zuiverst bij de bron is. Het zuiverste woord van God, dat het minst aan verontreiniging onderhevig is, is van de hedendaags profeten afkomstig, die Israël in onze tijd leiden.2
Onze Vader heeft ons, zijn kinderen, in iedere bedeling door inspiratie de heilige Schriften gegeven, zodat wij de wijsheid mogen ontvangen om door middel van geloof in Hem verleidingen te weerstaan. Deze Schriften zijn ‘nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust’ (2 Timoteüs 3:16–17). De Schriften zijn zo belangrijk in het heilsplan van de Vader dat er verslagen van gebeurtenissen zijn waarin God opdracht gaf om iemand van het leven te beroven om die kostbare geschriften in bezit te krijgen. Want zonder de Schriften zouden zijn kinderen door de duisternis van de wereld zijn verblind. [Zie 1 Nephi 4:13.]3
We zijn de laatste tijd geneigd om steeds meer verhandelingen over de Schriften te lezen. Maar er is niets zo belangrijk dan die Schriften zelf ter hand te nemen en ze te lezen. (…) Als ik in de Schriften zelf lees, ervaar ik iets dat prikkelender, geestelijker en nuttiger is. (…) Er is tegenwoordig niets zo belangrijk, niets zo noodzakelijk, als de taak om onze kinderen liefde voor de Schriften bij te brengen.4
De Meester heeft ons aangeraden om de Schriften te bestuderen, want daarin staat de weg naar het eeuwige leven aangegeven, en zij getuigen van de weg die de mens moet afleggen om het eeuwige leven te bereiken met Hem en met de Vader ‘die [Hem] gezonden heeft’ (Johannes 5:30).5
Hoe kunnen we door studie van het Boek van Mormon onze spiritualiteit ontwikkelen en op peil houden?
Ik heb altijd gevonden dat de woorden die de profeet Joseph Smith over de waarde van het Boek van Mormon tot de algemene autoriteiten sprak, belangrijker zijn dan velen van ons denken. Hij zei: ‘Ik zei tegen de broeders dat het Boek van Mormon het nauwkeurigste boek op aarde en de sluitsteen van onze godsdienst is, en dat de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen erin te houden, dan door welk ander boek ook.’ (History of the Church, deel 4, blz. 461.)
Dat betekent voor mij dat in dit boek niet alleen de waarheden van het evangelie staan, maar ook dat we door deze getuige de leringen van de profeten vanouds beter zullen begrijpen en uiteraard ook die van de Meester en zijn discipelen, die zij aan de mensen verkondigden.6
Als iemand dichter bij God wil komen, kan hij dat doen door het Boek van Mormon te bestuderen.7
Om uw geestelijke honger te stimuleren en uw geestelijke instelling te behouden kunt u niets beters doen dan de kostbare leringen in het Boek van Mormon ieder jaar opnieuw te bestuderen. Het boek, de volheid van het evangelie, is ons door middel van de engel Moroni gegeven. President German E. Ellsworth, die zijn getuigenis in de tempel aan alle andere zendingspresidenten heeft gegeven, heeft ons een verhaal verteld. Hij zei dat hij, toen hij president van het zendingsgebied Noordelijke Staten was, een droom of een visioen had gehad waarin hij de heuvel Cumorah bezocht en vervuld werd met gedachten over de gebeurtenissen die op die heilige plaats hadden plaatsgevonden. Hij kreeg het onmiskenbare gevoel: ‘Verkondig het Boek van Mormon aan de wereld. Het zal de wereld tot Christus leiden.’8
Als u cursisten wilt beschermen tegen afvallige leerstellingen en zogenaamde critici die hun geloof in de Bijbel aanvechten, geef hun dan een fundamenteel begrip van de leringen in het Boek van Mormon. En herhaal die leringen keer op keer.
Hoe lang is het geleden dat u het Boek van Mormon hebt gelezen? Ik werd enige tijd geleden opgeschrikt door interviews met twee mannen die jaren geleden het seminarie bezochten en die allebei na hun studie het onderwijs zijn ingegaan. Ze zijn van de waarheden van het evangelie afgedwaald en zetten nu vraagtekens bij de leringen van de kerk en proberen ze te vernietigen en te bekritiseren.
Ik heb met beide mannen gesproken en toen ik naar hun studie van het Boek van Mormon vroeg, zei de ene: ‘Het is veertien jaar geleden dat ik voor het laatst in het Boek van Mormon heb gelezen.’
De ander zei: ‘Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst in het Boek van Mormon heb gelezen.’ En zo zal het ons ook vergaan, als we ons niet doordringen met de leringen van dit kostbare boek dat de Heer ons met een bepaald doel heeft gegeven – namelijk, om al die onjuistheden en onenigheden in deze tijd te corrigeren, zoals Hij in andere tijden heeft beloofd.9
Ik sprak met iemand die een belangrijke functie bekleedt aan de universiteit. (…) Als lid van de kerk had hij de twijfels die bedoeld waren om het geloof van zijn studenten te verwoesten, op verraderlijke wijze aangevuurd en vergroot. Hij zei: ‘Dit afgelopen kwartaal heb ik dat niet meer gedaan, broeder Lee.’
Toen ik hem vroeg, ‘waardoor ben je veranderd?’ legde hij de volgende interessante bekentenis af:
‘Twintig jaar lang heb ik het Boek van Mormon niet ingekeken, maar toen kreeg ik een taak in de kerk. Daardoor moest ik het Boek van Mormon en het evangelie bestuderen, en ik ben de afgelopen maanden opnieuw lid van kerk geworden. Als er nu studenten naar me toe komen die door filosofische denkbeelden in de war zijn, zeg ik onder vier ogen tegen hen: “Je hoeft niet in de war te raken. Jij en ik weten dat het evangelie en de kerk waar zijn.” ’10
In welke opzichten zijn de Schriften een norm van waarheid?
De afgelopen jaren zijn er educatieve theorieën en filosofieën aangevoerd waardoor vraagtekens bij alle oude normen van godsdienst, deugdzaamheid en familiebanden zijn geplaatst. Hedendaagse beeldenstormers zijn aan het werk geweest (…) om het geloof in de oude en vertrouwde, gezagdragende leringen in de Schriften te verwoesten, en het [te vervangen door] de ongeïnspireerde leringen van de mens die afhankelijk van tijd en plaats verschillen.11
Ik vind dat we onze mensen moeten leren hoe ze hun antwoorden in de Schriften kunnen vinden. Als we toch eens zo verstandig waren om te beweren dat we geen enkele vraag kunnen beantwoorden, tenzij we het leerstellige antwoord in de Schriften kunnen vinden! En als we iemand iets horen verkondigen dat in tegenstelling is met de Schriften, weten we eenvoudigweg dat die uitspraken onjuist zijn. Maar helaas bestuderen velen van ons de Schriften niet. We weten niet wat erin staat, en daarom speculeren we over de zaken die we zelf in de Schriften hadden moeten vinden. Ik denk dat daarin een van de grootste gevaren van onze tijd schuilt.
Als ik met onze zendelingen spreek en zij vragen stellen over de tempel zeg ik tegen hen: ‘Ik durf alleen die vragen te beantwoorden, waarop het antwoord in de standaardwerken is te vinden of in de officiële uitspraken van de presidenten van de kerk.’
De Heer heeft ons in de standaardwerken de middelen gegeven waardoor wij waarheid en onwaarheid kunnen onderscheiden. Mogen wij allemaal aan zijn woord gehoor geven: ‘Gij moet de dingen, die gij hebt ontvangen, en die u in mijn Schriften als wet zijn gegeven, als wet aannemen om mijn kerk te besturen’ (LV 42:59).12
Er is altijd de verleiding om verder dan de openbaringen van de Heer te gaan, in sommige gevallen verbeeldingskracht te gebruiken of over deze leringen te speculeren. Ik hoop dat u dat zult onthouden. Ga niet verder dan wat de Heer heeft geopenbaard. Als u het niet weet, zeg dan dat u het niet weet; maar zeg niet dat u het niet weet als u het had moeten weten, want u dient de Schriften te bestuderen. Vragen over de leringen van het evangelie van Jezus Christus moeten zoveel mogelijk aan de hand van de Schriften beantwoord worden.13
Wij hebben wat geen enkele andere kerk bezit: vier buitengewone boeken, waar de waarheid zo duidelijk in omschreven staat dat we ons niet hoeven te vergissen. Maar dan moeten we ze wel bestuderen. Als we bijvoorbeeld iets over de uitleg van de gelijkenis van de tarwe en het onkruid willen weten, hoeven we alleen maar de uitleg van de Heer in afdeling 86 van de Leer en Verbonden te lezen. Daar staat de interpretatie van de Heer. Als we iets over de zaligsprekingen of de bergrede willen weten, kunnen we de juistere versie in 3 Nephi lezen. Veel beginselen die anders vreemd zouden klinken worden helder en duidelijk uitgelegd.14
Waarom moeten we aan de hand van de Schriften over het evangelie praten?
Het is de taak van hen die zijn kinderen onderwijzen om de beginselen van het evangelie te behandelen. Wij worden niet aangesteld om veronderstellingen en vermoedens over de waarheid te behandelen. Wij worden niet aangesteld om de filosofieën of leerstellingen van de wereld te behandelen. We worden aangesteld om de beginselen van het evangelie in de vier standaardwerken te behandelen – de Bijbel, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde.
Als we dat als onze grens beschouwen, zullen we deze waarheden kennen en zullen we de volledigste hoeveelheid Schriften in de wereld hebben. Alleen leden van de kerk hebben dat grote voorrecht.15
We zijn ervan overtuigd dat onze leden naar het zuivere evangelie verlangen, met alle overvloedige waarheden en inzichten. (…) Laten we [onze leden] thuis of in de kerk niet vervelen met onzuivere ideeën als ze gretig van de bron van levend water willen drinken! (…) Sommige mensen zijn vergeten dat de machtigste wapens van de Heer tegen al het kwaad, volgens Hemzelf, de duidelijke, eenvoudige leerstellingen van verlossing zijn die in de Schriften zijn opgenomen. We zijn geschokt als we horen dat sommige broeders in zogenaamde intellectuele gemeenschappen (…) de studieschema’s veronachtzamen om andere onderwerpen te bespreken die weinig met de fundamentele beginselen van het evangelie te maken hebben.16
Alles wat we in deze kerk behandelen behoort op de Schriften te zijn gebaseerd. (…) We moeten ons studiemateriaal uit de Schriften halen, en als er een voorbeeld in de Schriften of een openbaring in het Boek van Mormon staat, moeten we die gebruiken en geen andere hulpmiddelen. We noemen ze de standaardwerken van de kerk omdat ze de standaard, de norm, zijn. Als u waarheid wilt afmeten, doe dat dan aan de hand van de vier standaardwerken van de kerk. (…) Als er niets over in de standaardwerken staat, kunt u ervan uitgaan dat het speculatief is. Dan is het de persoonlijke mening van een mens; en als het in tegenspraak is met de Schriften, zult u bovendien weten dat het niet waar is. Dit is de norm waaraan wij alle waarheid toetsen. Maar als u de normen niet kent, hebt u geen geschikte maatstaf.17
Ik denk terug (…) aan de tijd dat ik als kind in het jeugdwerk in de Schriften werd onderwezen. (…) Vergeet niet dat geloof volgens Paulus wordt ontwikkeld door naar het woord van God te luisteren. [Zie Romeinen 10:17.] (…) Ik had een geweldige leerkacht in mijn jeugdwerkklas – niet in de zin dat ze gestudeerd had en diploma’s had gehaald in onderwijs of pedagogie, maar ze was ervan overtuigd (…) dat als ze ons geloof wilde opbouwen ze ons uit de Schriften moest onderwijzen.18
Groeien ons getuigenis en onze spiritualiteit door ijverige studie van de Schriften?
Werkt u (…) voortdurend aan de groei van uw getuigenis door ijverige studie van de Schriften? Bestudeert u dagelijks de Schriften? Als we niet dagelijks de Schriften bestuderen, zal ons getuigenis verzwakken en zal onze spiritualiteit niet toenemen.’ Wij moeten zelf de Schriften bestuderen en daar een dagelijkse gewoonte van maken.19
Als wij het evangelie bestuderen zullen we spiritualiteit ontwikkelen.20
Streef er thuis naar, en leer anderen, om iedere dag een rustig uur te hebben, van meditatie. Zorg ervoor dat u iedere dag minimaal een half uur de Schriften bestudeert. ‘s Morgens vroeg, of ‘s avonds laat, wat u het beste uitkomt, behoort u een uur de tijd te nemen om met een gebed in uw hart te mediteren, dan kunt u met God de problemen doornemen die teveel voor uw menselijke kennis en kracht zijn.21
Laat geen dag voorbijgaan zonder in deze heilige boeken te lezen. Maar het is niet voldoende om alleen door studie over zijn leven en werken te leren. De Meester antwoordde het volgende op de vraag hoe iemand Hem en zijn leer kon leren kennen: ‘Indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten’ (Johannes 7:17). Kunt u zich een natuurwetenschapper voorstellen die nog nooit een experiment in een laboratorium heeft verricht? Zou u gehoor geven aan de opmerkingen van een muziekcriticus die niets van muziek afweet (…)? En iemand als uzelf die ‘God leert kennen’ moet iemand zijn die zijn wil doet, zijn geboden onderhoudt en naar de eigenschappen streeft die Christus had.22
Wij zijn in dienst van de Heer. Als we volgens de gedragsnormen leven, hebben we recht op geestelijke leiding. God geve dat wij zo leven en de Schriften bestuderen. Laat dit een dagelijkse studiegewoonte worden, zodat we zullen voldoen aan de grote taak waarvoor we in het koninkrijk van onze Vader zijn geroepen.23
Suggesties voor zelfstudie en discussie
-
In welke opzichten zijn de Schriften net zo belangrijk voor ons geestelijk leven als water voor ons aardse leven? Waarom kunnen we verleidingen beter weerstaan als we de Schriften bestuderen?
-
In welke opzichten worden we door het Boek van Mormon tot Jezus Christus geleid? Hoe kunnen we aan de hand van het Boek van Mormon waarheid van dwaling onderscheiden? Wat voor invloed heeft de studie van het Boek van Mormon op uw leven gehad?
-
Wat voor antwoorden hebt u in de Schriften op uw vragen gevonden?
-
Waarom is het belangrijk om op de Schriften en de leringen van de profeten te vertrouwen als wij anderen onderwijzen?
-
Hoe hebt u van schriftstudie een prioriteit gemaakt? Hoe hebt u uw kinderen en andere familieleden aangemoedigd om de Schriften te bestuderen?
-
Waarom zijn we door studie van de Schriften beter in staat om te voldoen aan de ‘grote taak waarvoor we in het koninkrijk van onze Vader zijn geroepen’?