Hoofdstuk 11
Het gezin: de basis voor een rechtschapen leven
‘Hoe beter u uw kinderen met liefde en hoge verwachtingen in het evangelie van Jezus Christus opvoedt, des te groter de kans dat zij vrede in hun leven hebben.’
Uit het leven van Gordon B. Hinckley
In het najaar van 1973 besloten Gordon en Marjorie Hinckley met tegenzin hun huis in East Mill Creek (Utah, VS) achter te laten en dichter bij de hoofdzetel van de kerk in Salt Lake City (Utah) te gaan wonen. President Hinckley, toenmalig lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, nam op oudejaarsavond de tijd om wat over hun huis te schrijven. Uit zijn woorden blijkt hoe hij zich over die plek voelde, maar ze geven vooral zijn gevoelens over het gezin weer.
‘Wat doet het pijn om deze plek te moeten achterlaten’, zei hij. Hij herinnerde zich hoe ze als gezin het huis opgebouwd en het omliggende land verzorgd hadden. Vervolgens schreef hij over zijn gezin en hun band met God:
‘We hebben hier met onze kinderen gespeeld en we hebben hier gebeden. Hier hebben wij en onze kinderen onze hemelse Vader beter leren kennen en zijn we te weten gekomen dat Hij bestaat, luistert en antwoordt.
‘Misschien schrijf ik wel een boek […] niet voor de wereld, maar voor die vijf kinderen, hun partners en hun nakomelingen. En als ik het verhaal van ons huis kan verwoorden, zullen er tranen vloeien, maar zal er ook gelach zijn, en een sterke, stille, doordringende geest van liefde die het hart van de lezer zal raken. Want de mensen die in dat huis woonden, hadden elkaar, hun buren, hun God en de Heer Jezus Christus lief.’1
President Hinckley getuigde tijdens zijn bediening van het belang van een liefdevol, getrouw gezin. Op zijn aanwijzing publiceerden het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’. Ouderlingen M. Russell Ballard van de Twaalf heeft die proclamatie als ‘klaroengeschal ter bescherming en versterking van het gezin’ omschreven.2 In de algemene ZHV-bijeenkomst in september 1995 las president Hinckley de proclamatie voor en zei: ‘De kracht van elk volk heeft zijn wortels in het gezin. Wij dringen er bij onze mensen overal ter wereld op aan om hun gezin overeenkomstig deze beproefde waarden te versterken.’3
Leringen van Gordon B. Hinckley
1
Familiebanden zijn de allerheiligste banden.
Het gezin is goddelijk. Het is door onze hemelse Vader ingesteld. Het omvat de heiligste van alle relaties. Alleen door het bestaan van gezinnen kunnen de doeleinden van de Heer verwezenlijkt worden.4
Als kerk getuigen we van het belang van het gezin — vader, moeder en kinderen — en van het feit dat we allemaal kinderen van God, onze eeuwige Vader zijn. Ouders die kinderen ter wereld brengen, hebben de taak om die kinderen lief te hebben, ze op te voeden, voor ze te zorgen en ze de waarden bij te brengen waardoor ze goede burgers worden. […] Ik wil iets beklemtonen dat u al weet, namelijk het belang van onze gezinsbanden aanhalen. Dat moeten we doen met liefde, vriendelijkheid, waardering en respect. We moeten onze kinderen in de wegen van de Heer onderwijzen, zodat ze in rechtschapenheid opgroeien en de tragedies vermijden die tegenwoordig wereldwijd in veel gezinnen voorkomen.5
U mag uw gezin niet verwaarlozen. Niets is waardevoller dan uw gezin.6
2
Ouders hebben het voorrecht om voor hun kinderen te zorgen en ze in het evangelie van Jezus Christus te onderwijzen.
Wij vragen de ouders hun uiterste best te doen om hun kinderen de beginselen van het evangelie bij te brengen en in de kerk groot te brengen. Het gezin is de basis voor een rechtschapen leven, en het gezin kan dan ook door niets of niemand worden vervangen, omdat alleen daar de noodzakelijke en door God gegeven taken kunnen worden uitgevoerd.7
Ik ben ervan overtuigd dat we in de riskante onderneming van het ouderschap de meeste kans van slagen hebben als het gezinsleven op de geweldige leringen van het evangelie is gebaseerd: dat de vader in het gezin het priesterschap van God kan dragen; dat het als rentmeester van de kinderen van onze hemelse Vader zijn recht en plicht is om in hun behoeften te voorzien; dat hij in het gezin in de geest van het priesterschap leidt ‘door overreding, door lankmoedigheid, door mildheid en zachtmoedigheid, en door ongeveinsde liefde’ (LV 121:41–42). Dat de moeder in het gezin een dochter van God is, een ziel vol intelligentie, toewijding en liefde, die de Geest van God in zich draagt; dat het als rentmeester van de kinderen van onze hemelse Vader haar recht en plicht is om die kinderen van hun dagelijkse behoeften te voorzien; dat zij, samen met haar echtgenoot, haar kinderen dient te onderrichten in ‘de leer van bekering en geloof in Christus, de Zoon van de levende God, […] en van de doop en de gave van de Heilige Geest door handoplegging [en te] leren bidden en oprecht [te] leren wandelen voor het aangezicht van de Heer’ (LV 68:25, 28).
In zo’n gezin houden de kinderen van hun ouders en zijn ze niet bang voor hen; daar worden de ouders gewaardeerd en niet gevreesd. En kinderen worden er beschouwd als geschenken van de Heer, voor wie we moeten zorgen, die we moeten aanmoedigen en leiden.
Er kunnen af en toe meningsverschillen zijn; er kunnen kleine ruzies voorkomen. Maar als er in het gezin gebeden wordt en men liefdevol en attent is, dan is er voldoende genegenheid die de gezinsleden voor altijd verbindt, dan is er loyaliteit die hen tot baken dient.8
Nu wil ik iets tot alleenstaande ouders zeggen. [U] draagt de vermoeiende last van de dagelijkse strijd van het opvoeden van uw kinderen en het voorzien in hun behoeften. Dat is een eenzame taak. Maar u hoeft die niet alleen uit te voeren. Er zijn in deze kerk zoveel mensen die u met liefde en begrip de hand willen reiken. Ze willen hun boekje niet te buiten gaan. Maar ze willen u oprecht helpen en ontvangen zelf zegeningen als ze u en uw kinderen tot zegen zijn. Aanvaard hun hulp. Ze bieden u die hulp zowel voor uw als voor hun welzijn.
We hebben duizenden goede bisschoppen in de kerk. We hebben duizenden goede quorumleiders. We hebben duizenden geweldige ZHV-zusters. We hebben huisonderwijzers en huisbezoeksters. Zij zijn uw vrienden. De Heer heeft hen op uw pad gebracht om u met hun kracht te helpen. En vergeet niet dat de Heer zelf de allergrootste krachtbron is. De ervaring van een alleenstaande moeder van zeven kinderen heeft me geraakt. Ze smeekte haar hemelse Vader dat ze zelfs maar voor één nacht bij Hem mocht komen om troost en kracht voor de moeilijkheden van de volgende dag te krijgen. Het tedere antwoord dat ze in gedachten kreeg, leek wel een openbaring: ‘Jij kunt niet bij mij komen, maar Ik zal bij jou komen.’9
Hoe beter u uw kinderen met liefde en hoge verwachtingen in het evangelie van Jezus Christus opvoedt, des te groter de kans dat zij vrede in hun leven hebben.10
3
Dankzij het gezinsgebed groeien kinderen met geloof in de levende God op.
Ziet uw kleinen. Bid voor ze. Bid voor ze en zegen ze. De wereld waarin zij zich bevinden, is een ingewikkelde, moeilijke wereld. Ze zullen met grote tegenspoed te kampen krijgen. Ze zullen alle kracht en al het geloof nodig hebben dat u hun kunt geven nu ze nog bij u zijn. En ze zullen ook een grotere kracht van een hogere macht nodig hebben. Ze zullen meer moeten doen dan zich neerleggen bij wat ze aantreffen. Ze moeten de wereld op een hoger niveau tillen, en het enige middel dat ze daarvoor hebben, is het voorbeeld van hun eigen leven en de overtuigingskracht die voortvloeit uit hun getuigenis en hun kennis van de zaken Gods. Ze zullen de hulp van de Heer nodig hebben. Bid met hen nu ze nog jong zijn, opdat ze de bron van kracht mogen kennen die hun altijd in tijden van nood ter beschikking zal staan.11
Ik kan geen enkele andere gewoonte bedenken die een heilzamere uitwerking op uw leven zal hebben dan de gewoonte om samen in gebed neer te knielen. De woorden, ‘onze Vader in de hemel’, hebben een grote uitwerking. U kunt ze niet zonder een gevoel van verantwoordelijkheid ten opzichte van God oprecht en met waardering uitspreken. […]
Uw dagelijkse gesprekken met Hem zullen vrede in uw hart en vreugde in uw leven teweegbrengen die nergens anders te verkrijgen zijn. […] Uw liefde zal toenemen. Uw waardering voor elkaar zal groeien.
Uw kinderen zullen zich veilig voelen, omdat ze tot een gezin behoren waar de Geest van God aanwezig is. Ze zullen hun ouders, die elkaar respecteren, kennen en liefhebben, en ze zullen in hun eigen hart gevoelens van respect ontwikkelen. Ze zullen zich veilig voelen omdat er vriendelijk en rustig met elkaar wordt gesproken. Ze zullen beschermd worden door ouders die eerlijk ten opzichte van God, elkaar en hun medemens zijn. Ze zullen opgroeien met een gevoel van waardering, omdat ze hun ouders in gebed dankbaarheid voor grote en kleine zegeningen hebben horen uitspreken. Zij zullen met geloof in de levende God opgroeien.12
4
Door elkaar tijdens de gezinsavond in de wegen van de Heer te onderwijzen, wordt de band tussen ouders en kinderen aangehaald.
Toen ik vijf jaar was, kondigde president Joseph F. Smith aan dat alle leden van de kerk gezinsavond dienden te houden. Mijn vader zei toen: ‘Als de president van de kerk ons iets vraagt, dan doen we dat.’
En dus hielden we gezinsavond. Het was grappig. Hij zei: ‘We gaan een liedje zingen.’ We hadden geen aanleg voor muziek. […] We probeerden te zingen en lachten met elkaar. En zo ging het ook met een aantal andere zaken. Maar er bloeide langzaamaan iets moois — een gewoonte die ons hielp, die ons als gezin dichter bij elkaar bracht, die ons sterkte. En in ons hart groeide de overtuiging dat de gezinsavond belangrijk was.13
Ik ben dankbaar dat de wekelijkse gezinsavond deel van ons kerkprogramma uitmaakt. Het feit dat duizenden gezinnen in deze drukke tijden hun best doen om wekelijks één avond vrij te houden is erg waardevol. Ze zingen, onderwijzen elkaar in de wegen van de Heer, knielen samen in gebed neer, danken de Heer voor zijn barmhartigheid en smeken zijn zegeningen over hun leven, huis, werk en land af. Ik denk dat we de enorme invloed ten goede van dit programma onderschatten.14
Als u twijfelt over het nut van de gezinsavond, probeer het dan uit. Breng uw kinderen bijeen, onderwijs ze, getuig tot ze, lees samen in de Schriften en heb plezier.15
5
Ouders dienen hun kinderen van jongs af aan te onderwijzen.
Kort nadat we getrouwd waren, bouwden we ons eerste huis. We hadden weinig geld en dus deed ik veel zelf. De tuin was helemaal mijn taak. De eerste van de vele bomen die ik plantte, was een doornloze valse christusdoorn. Ik zag de dag al voor me dat hij met zijn schaduw zou bijdragen tot de afkoeling van het huis in de zomer. Ik plantte hem op de hoek waar de wind uit de vallei in het oosten het hardste woei. Ik groef een gat, zette de kale wortel erin, deed er grond omheen, goot er water over en dacht er nauwelijks meer aan. Het was maar een boompje, met een diameter van hooguit twee centimeter. Het boompje was zo flexibel dat ik het met gemak in alle richtingen kon buigen. Ik besteedde er in de loop der jaren weinig aandacht aan. Totdat ik op een winterdag, toen de boom kaal was, uit het raam keek. Ik merkte dat hij naar het westen leunde; hij was helemaal vervormd en uit evenwicht. Ik kon het nauwelijks geloven. Ik ging naar buiten en duwde er tegenaan om hem rechtop te zetten. Maar de stam was nu bijna dertig centimeter dik. Mijn kracht stelde niets voor. Ik haalde een katrol en een touw uit de schuur. Ik bevestigde het ene eind van het touw aan de boom en het andere aan een stevige paal. Vervolgens trok ik aan het touw. De katrol bewoog een beetje, en de stam van de boom trilde enigszins. Maar daar bleef het bij. Het leek wel alsof hij zei: ‘Je kunt me niet meer rechttrekken. Het is te laat. Ik ben zo gegroeid omdat je me verwaarloosd hebt, en ik zal niet buigen.’
Uiteindelijk pakte ik in wanhoop mijn zaag en haalde de grote, zware tak aan de westkant eraf. Ik deed een stap achteruit en keek naar wat ik gedaan had. Ik had het grootste deel van de boom afgezaagd en een lelijk litteken van wel twintig centimeter lang achtergelaten. Er was slechts één tak overgebleven die hemelwaarts groeide.
[…] Onlangs heb ik de boom weer bekeken. Hij is nu groot, heeft een betere vorm en is een geweldige aanwinst voor het huis. Maar zijn jeugdtrauma was groot en de behandeling die ik hem had gegeven om hem recht te zetten uiterst wreed. Toen de boom pas geplant was, zou een stukje touw hem rechtop hebben gehouden, ondanks de kracht van de wind. Ik had dat touwtje met weinig moeite kunnen en moeten gebruiken, maar dat had ik niet gedaan. En hij boog mee met elke wind die er tegenaan blies.
Kinderen zijn als bomen. Als ze nog jong zijn, kan hun leven meestal vrijwel moeiteloos gevormd en gestuurd worden. De schrijver van Spreuken heeft gezegd: ‘Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken’ [Spreuken 22:6]. De basis van dat oefenen wordt thuis gelegd.16
Jesaja heeft gezegd: ‘Al uw kinderen zullen door de Heere onderwezen zijn, en de vrede van uw kinderen zal groot zijn’ (Jesaja 54:13).
Leid uw zoons en dochters van jongs af aan, onderwijs ze in de wegen van de Heer, zodat ze altijd vrede zullen hebben.17
6
Als kinderen opstandig zijn, moeten hun ouders voor ze blijven bidden, ze liefhebben en ze de hand reiken.
Ik erken dat er ouders zijn die hun kinderen, ondanks hun overvloedige liefde en hun ijverige en serieuze inspanningen om ze het evangelie bij te brengen, een tegengestelde koers zien kiezen. Ze laten bittere tranen omdat hun afgedwaalde zoons en dochters opzettelijk wegen met een tragische afloop bewandelen. Ik leef met zulke ouders mee. Ik citeer voor hen de woorden van Ezechiël: ‘De zoon zal de ongerechtigheid van de vader niet dragen, en de vader zal de ongerechtigheid van de zoon niet dragen’ (Ezechiël 18:20).18
Soms komt een kind ondanks uw beste inspanningen in opstand. Maar blijf het proberen. Geef het niet op. Je verliest pas als je het opgeeft. Blijf het proberen.19
Als u met een [opstandig] kind of een [opstandige] dierbare te maken krijgt, geef het dan niet op. Bid voor ze, heb ze lief, reik ze de hand en help ze.20
Soms lijkt het te laat. […] Maar denk aan mijn doornloze valse christusdoorn [zie pp. 171–172]. Mijn ingreep en zijn lijden hebben iets moois tot stand gebracht. Nu biedt hij ons aangename schaduw tegen de hitte.21
7
We sterken ons gezin door om hemelse hulp te vragen en een geest van liefde en respect voor elkaar te ontwikkelen.
[Een gezin opvoeden] is niet altijd makkelijk. U kunt met teleurstellingen en moeilijkheden te maken krijgen. Er komt moed en geduld bij kijken. […] Liefde kan de doorslag geven — liefde die in de jonge jaren gul gegeven wordt en die zich tot in de moeilijke jaren van de jeugd uitstrekt. Zij zal bereiken wat geld dat aan kinderen besteed wordt, nooit bereiken kan.
— En geduld, met beteugeling van de tong en beheersing van woede. […]
— En bemoediging, royaal met complimenten en spaarzaam met kritiek.
Die dingen zullen, samen met gebed, wonderen bewerkstelligen. U kunt het niet alleen. U hebt hulp nodig bij de opvoeding van een hemels kind. Uw kind is ook een kind van zijn of haar hemelse Vader.22
Ieder kind, en daar zijn weinig uitzonderingen op, is het voortbrengsel van een gezin, goed, slecht of onverschillig. Als kinderen opgroeien, wordt hun leven in grote mate een weerspiegeling en voortzetting van alles wat ze thuis leren. Als men daar ongevoelig met elkaar omgaat, elkaar uitscheldt, woede-uitbarstingen heeft en niet trouw aan elkaar blijft, zullen de vruchten duidelijk te zien zijn, en waarschijnlijk wordt dat in de volgende generatie herhaald. Als er daarentegen verdraagzaamheid heerst, vergevensgezindheid, wederzijds respect, inschikkelijkheid, vriendelijkheid, medeleven en barmhartigheid, zullen ook die vruchten duidelijk te zien zijn, en die zullen een eeuwige oogst opleveren. Ze zullen positief, aangenaam en fijn zijn. Als ouders barmhartigheid betonen en leren, zal dat in het leven en het gedrag van de volgende generatie herhaald worden.
Ik smeek ouders overal ter wereld ongevoeligheid af te zweren, toorn te bedwingen, de stem niet te verheffen en elkaar in het gezin barmhartigheid, liefde en respect te betonen.23
Er staat geschreven: ‘Een zacht antwoord keert woede af’ (Spreuken 15:1). We komen haast nooit in de problemen als we zachtjes praten. Het is pas als we onze stem verheffen dat de poppen aan het dansen gaan en we van een mug een olifant maken. […] De stem van de hemel is een stille, zachte stem [zie 1 Koningen 19:11–12]; zo is ook de stem van huiselijke vrede een zachte stem.24
Natuurlijk moet er in een gezin discipline zijn. Maar discipline met hardheid, discipline met wreedheid, zal geenszins tot verbetering leiden maar eerder tot wrok en verbittering. Het lost niets op en maakt het probleem alleen maar groter. Men streeft er zijn doel door voorbij.25
De beste vorm van discipline is liefdevolle discipline. Die heeft de beste uitwerking.26
Laten we voortdurend ons gezin sterken. Laat man en vrouw een geest van volkomen trouw aan elkaar ontwikkelen. Laten we elkaar niet als vanzelfsprekend beschouwen, maar laten we voortdurend een geest van liefde en respect voor elkaar ontwikkelen.27
O God, onze eeuwige Vader, zegen de ouders zodat zij met liefde, geduld en bemoediging hen zullen onderrichten die zo kostbaar zijn, de kinderen die van U gekomen zijn, opdat zij samen beschermd en naar het goede geleid mogen worden, en als ze opgroeien een zegen zullen zijn voor de wereld waarvan zij deel uitmaken.28
Suggesties voor studie en onderwijs
Vragen
-
President Hinckley heeft gezegd dat het gezin ‘de heiligste van alle relaties’ omvat (onderdeel 1). Hoe beïnvloedt die waarheid onze verstandhouding met onze gezinsleden? Wat voor invloed heeft die op de manier waarop we onze tijd en activiteiten indelen?
-
Waarom dienen ouders ‘hun uiterste best te doen om hun kinderen de beginselen van het evangelie bij te brengen’? (Zie onderdeel 2.) Hoe is evangelieonderwijs thuis uw gezin tot zegen? Hoe kunnen ouders hun kinderen beter aansporen om het evangelie na te leven?
-
Neem president Hinckleys leringen over de zegeningen van gezinsgebed door (zie onderdeel 3). Waarom brengt gezinsgebed zegeningen voort? Welke zegeningen zijn u ten deel gevallen door regelmatig als gezin te bidden? Wat lopen we mis als we het gezinsgebed verwaarlozen?
-
Wat kunnen we leren uit Gordon B. Hinckleys ervaring met de gezinsavond in zijn jeugd? (Zie onderdeel 4.) Welke zegeningen hebt u ontvangen door gezinsavond te houden?
-
Neem het verhaal van president Hinckley over de valse christusdoorn door (zie onderdeel 5). Hoe kunt u dit verhaal op uzelf toepassen?
-
Hoe kunnen president Hinckleys leringen in onderdeel 6 ouders van nut zijn die een opstandig kind hebben? Op welke manieren kunnen ouders en anderen hun liefdevol de hand reiken?
-
Waarom is het belangrijk dat ouders hun kinderen liefdevol disciplineren? Hoe kunnen ouders liefdevol disciplineren? Hoe kunnen gezinsleden een geest van liefde en respect voor elkaar ontwikkelen? (Zie onderdeel 7.)
Relevante Schriftteksten
Deuteronomium 11:19; Enos 1:1–5; Mosiah 4:14–15; Alma 56:45–48; 3 Nephi 18:21; zie ook ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129
Onderwijstip
‘U hebt misschien het gevoel dat u een bepaald beginsel niet voldoende beheerst. Als u het echter met een gebed in uw hart bestudeert, het naleeft en u voorbereidt om het de leerlingen uit te leggen, zal uw eigen getuigenis worden gesterkt en verdiept.’ (Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], 19.)