Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 23: De zegeningen van de heilige tempel


Hoofdstuk 23

De zegeningen van de heilige tempel

‘De tempelverordeningen zijn de kroon op de zegeningen die de kerk te bieden heeft.’

Uit het leven van Gordon B. Hinckley

President Gordon B. Hinckley zei in de priesterschapsbijeenkomst van de oktoberconferentie in 1997: ‘Ik ben van mening dat geen enkel lid van de kerk alles heeft ontvangen wat deze kerk te bieden heeft als hij of zij de tempelzegeningen nog niet heeft ontvangen. ‘Daarom doen we alles wat in ons vermogen ligt om de bouw van die heilige gebouwen te versnellen en de zegeningen die we daar kunnen ontvangen binnen ieders bereik te brengen.’1 Hij vermeldde de tempels die op dat moment gepland of in aanbouw waren en deed vervolgens een uitspraak die het leven van mensen over de hele wereld zou veranderen:

‘Er zijn veel afgelegen gebieden van de kerk, waar het ledental maar klein is en in de nabije toekomst waarschijnlijk niet veel groter zal worden. Moeten de inwoners van die gebieden voor altijd verstoken blijven van de zegeningen van de tempelverordeningen? Toen we een poosje geleden zo’n gebied bezochten, hebben we dit vraagstuk onder gebed overwogen. We geloven dat we een helder en duidelijk antwoord ontvangen hebben.

‘We zullen in zulke gebieden kleine tempels bouwen. […] Ze [zullen] gebouwd worden volgens de normen van tempelbouw, die hoger liggen dan die van de bouw van kerkgebouwen. Dopen voor de doden, de begiftigingsdienst, verzegelingen en alle andere verordeningen van het huis van de Heer, zowel voor de levenden als voor de doden, zullen mogelijk zijn.’2

President Hinckley had de inspiratie voor dat plan ruim twintig jaar eerder als voorzitter van het tempelcomité van de kerk ontvangen. Hij maakte zich zorgen dat veel heiligen der laatste dagen de tempelzegeningen maar moeilijk konden ontvangen en schreef in zijn dagboek: ‘Voor de kostprijs van de Washingtontempel [die toen in aanbouw was] zou de kerk [veel kleine] tempels kunnen bouwen. Daardoor zou de tempel dichterbij komen en moeten de leden minder ver reizen.’3

Een openbaring van de Heer bracht dat idee in 1997 tot leven. President Hinckley heeft in het inwijdingsgebed van de Colonia Juárez Chihuahuatempel (Mexico) iets over die openbaring gezegd. Hij bad: ‘Hier, in het noorden van Mexico, hebt U het idee en het plan voor de kleine tempel geopenbaard. Het was tot in de puntjes uitgewerkt en gericht op de behoeften en omstandigheden van de leden van de kerk in dit deel van uw wijngaard. Die openbaring vloeide voort uit het verlangen en gebed om uw getrouwe volk in deze gebieden te helpen.’4

Een half jaar na de aankondiging van het plan om kleine tempels te bouwen, deed president Hinckley nog een belangrijke aankondiging:

‘We hebben ver gereisd onder de leden van de kerk. Ik ben bij veel mensen geweest die erg weinig wereldse goederen hebben. Maar in hun hart hebben zij een groot, brandend geloof in dit werk in deze laatste dagen. Zij houden van de kerk. Zij houden van het evangelie. Zij houden van de Heer en willen zijn wil doen. Zij betalen hun tiende, hoe bescheiden die ook is. Zij getroosten zich grote offers om de tempel te bezoeken. Zij reizen dagen achtereen met goedkope bussen en oude boten. Zij sparen en bezuinigen zoveel zij kunnen.

‘Zij hebben een tempel dicht in de buurt nodig — een kleine, mooie, handige tempel. Daarom neem ik deze gelegenheid te baat om de kerk een programma aan te kondigen voor de onmiddellijke bouw van dertig kleine tempels. […]

‘Dit wordt een enorme onderneming. Er is nog nooit iets op deze schaal geprobeerd. […] Hiermee komen we op een totaal van 47 nieuwe tempels naast de 51 die al in bedrijf zijn. Ik denk dat we er beter nog twee aan toe kunnen voegen, om er tegen het eind van deze eeuw precies honderd te hebben, in het jaar dat het tweeduizend jaar geleden is sinds “de komst van onze Heer en Heiland Jezus Christus in het vlees” (LV 20:1). Met dit programma maken wij vooruitgang op een schaal die nog nooit vertoond is.’5

Op 1 oktober 2000 wijdde president Hinckley de Bostontempel (Massachusetts, VS) in — de honderdste tempel van de kerk in bedrijf. Vóór het eind van datzelfde jaar wijdde hij nog twee tempels in Brazilië in. En toen hij op 27 januari 2008 overleed had de kerk 124 tempels in gebruik, en waren er nog dertien aangekondigd. President Hinckley was bij de planning en bouw van het merendeel van die 124 tempels betrokken geweest en had er persoonlijk 85 ingewijd.

President Hinckley kondigde een groot aantal nieuwe tempels aan en bewonderde hun schoonheid, maar hij herinnerde de heiligen der laatste dagen ook aan het doel van die heilige gebouwen, namelijk personen en gezinnen één voor één tot zegen zijn. Over de San Diegotempel (Californië, VS) heeft hij gezegd: ‘Wat is dat een prachtig gebouw! Maar hoewel dat gebouw prachtig is, is het slechts een middel om het doel te bereiken. Die tempel is gebouwd en ingewijd voor het verrichten van de heilige verordeningen die de Heer in deze tijd geopenbaard heeft.’6

Op een andere keer heeft hij gezegd: ‘Niemand heeft het hele evangelie totdat hij [de verordeningen van de tempel] ontvangt. En het is onze taak om ervoor te zorgen dat de gebouwen er zijn. Ik weet niet hoelang ik nog te leven heb, maar ik hoop mijn laatste dagen aan het bouwen van tempels te slijten en ze dichterbij te brengen, zodat de leden er de geweldige zegeningen kunnen ontvangen.’7

Colonia Juárez Chihuahuatempel (Mexico)

De Colonia Juárez Chihuahuatempel (Mexico)

Leringen van Gordon B. Hinckley

1

De tempels zijn een uiting van ons getuigenis en vertegenwoordigen het hoogst bereikbare in onze godsdienst.

Elke tempel die door De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen gebouwd wordt, is een uiting van het getuigenis van dit volk dat God onze hemelse Vader leeft, dat Hij een plan heeft dat al zijn zoons en dochters door alle eeuwen heen tot zegen is, en dat zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, geboren te Bethlehem in Judea en gekruisigd op Golgotha, de Heiland en Verlosser van de wereld is, wiens zoenoffer eeuwig leven mogelijk maakt voor eenieder die het evangelie aanvaardt en naleeft.8

Alles wat in [de] tempel plaatsvindt, is opbouwend en veredelend. Het wijst op het leven op aarde en in het hiernamaals. Het wijst op het belang van het individu als kind van God. Het wijst op het belang van het gezin als schepping van de Almachtige. Het wijst op de eeuwige aard van het huwelijk. Het wijst op vooruitgang naar een grotere heerlijkheid. De tempel is een plek van licht, vrede en liefde, waar we ons met eeuwige zaken bezighouden.9

Elke tempel […] is in feite een monument voor ons geloof in de onsterfelijkheid van de ziel, dat deze fase van het sterfelijk leven die wij doormaken bij wijze van spreken deel uitmaakt van een voortdurende opwaartse gang en dat er net zo zeker leven hierna is, als er hier leven is. Dat is onze vaste overtuiging. Dat komt door de verzoening van de Heiland, en de tempel wordt, zoals ik al zei, de brug tussen dit leven en het leven hierna. In de tempel houden we ons bezig met zaken van de oneindigheid.10

Deze unieke, prachtige gebouwen en de verordeningen die erin worden voltrokken, vertegenwoordigen het hoogst bereikbare in onze godsdienst. Die verordeningen vormen de diepste uitdrukkingswijze van onze geloofsovertuiging.11

Heilige zaken verdienen een heilige behandeling. […] Als u het huis des Heren verlaten heeft, beschaam dat heilige vertrouwen dan niet en praat niet over datgene wat heilig is.

De Heer zegt: ‘Bedenk dat hetgeen van boven komt heilig is, en dat u er behoedzaam en gedrongen door de Geest over moet spreken’ (LV 63:64). En verder: ‘Ga niet lichtvaardig om met heilige dingen’ (LV 6:12).12

2

Dankzij de tempelverordeningen ontvangen we de kroon op de zegeningen van het evangelie.

De tempels, die nu wereldwijd te vinden zijn, zijn noodzakelijk voor de volledige vervulling van de verzoening van de Heiland. Daar worden met het gezag van het heilige priesterschap verordeningen verricht, die niet alleen het heil, maar ook de eeuwige verhoging mogelijk maken.13

Jezus Christus, de Zoon van God, heeft aan het kruis op Golgotha zijn leven als zoenoffer voor de zonden van het mensdom gegeven. Het was een plaatsvervangend offer voor ieder van ons. Dankzij dat offer heeft iedereen de belofte van de opstanding, die ons door Gods genade en zonder ons eigen toedoen ten deel valt. En bovendien hebben we door middel van de sleutels van het heilige priesterschap, die de Heer aan de Twaalf verleende toen Hij zich onder hen bevond, sleutels die in deze bedeling zijn teruggebracht door hen die ze vroeger in hun bezit hadden — door die sleutels hebben wij nog meer grote zegeningen ontvangen, waaronder die unieke en bijzondere verordeningen die in het Huis des Heren worden verricht. Slechts in die verordeningen wordt de uitoefening verwezenlijkt van ‘de volheid van het priesterschap’ (LV 124:28).14

De tempelverordeningen zijn de kroon op de zegeningen die de kerk te bieden heeft.15

De tempelzegeningen worden aan mannen en vrouwen verleend die het betreden van de tempel waardig zijn, en omvatten onze wassingen en zalvingen, opdat we rein voor de Heer zullen zijn. Zij omvatten een instructiedienst waarin we een begiftiging aan verplichtingen en zegeningen ontvangen, die ons motiveren om ons in overeenstemming met de beginselen van het evangelie te gedragen. Zij omvatten de verzegelverordeningen, zodat datgene wat op aarde wordt gebonden in de hemel is gebonden, wat het gezin in stand houdt.16

Ik werd [eens] gebeld om in het ziekenhuis een moeder te bezoeken die zich in de laatste fase van een ongeneeslijke ziekte bevond. Korte tijd later overleed ze. Ze liet haar man en vier kinderen achter, onder wie een zoontje van zes. Er heerste diep en aangrijpend verdriet. Maar door hun tranen heen schitterde het prachtige, zekere geloof dat er nu wel sprake was van een afscheid, maar dat er op een dag een blijde hereniging zou zijn, omdat dat huwelijk begonnen was in het huis des Heren met een verzegeling voor tijd en eeuwigheid door het gezag van het priesterschap. […]

Velen hebben [grote afstanden afgelegd] om de zegeningen van het tempelhuwelijk te kunnen ontvangen. Ik heb groepen heiligen der laatste dagen uit Japan gezien die — vóór de tempel in hun eigen land was gebouwd — zich voedsel hadden ontzegd om de lange reis naar de Laietempel (Hawaii) te maken. Voordat we een tempel in Johannesburg hadden, kwamen we leden tegen die zich levensbehoeften hadden ontzegd om de vlucht van elfduizend kilometer van Zuid-Afrika naar Surrey (Engeland) te bekostigen. Er was licht in hun ogen en een glimlach op hun gezicht. Ze getuigden dat het alle kosten dubbel en dwars waard was.

En ik kan me herinneren dat ik jaren geleden in Nieuw-Zeeland het getuigenis hoorde van een man die aan de andere kant van Australië woonde, die al voor de wet gehuwd was en later met zijn vrouw en kinderen lid van de kerk werd. Hij reisde over dat hele werelddeel, vervolgens over de Tasmanzee naar Auckland, en naar de tempel in de prachtige Waikatovallei. Voor zover ik me kan herinneren, zei hij: ‘We konden het ons niet veroorloven. We hadden alleen maar een oude auto, wat meubels en ons servies. Ik vertelde mijn gezin: “We kunnen het ons niet veroorloven.” Toen keek ik mijn lieve vrouw en mijn prachtige kinderen aan en zei: “We kunnen het ons niet veroorloven om niet te gaan. Als de Heer me de kracht geeft, kan ik hard werken en genoeg geld verdienen om een andere auto, meubels en servies te kopen, maar zonder mijn dierbaren zou ik zowel in dit leven als in de eeuwigheid arm zijn.”’17

Het is dan ook geen wonder, broeders en zusters, dat ik bij de opening van […] tempels stoere mannen, die hun vrouw aan het altaar in die heilige huizen omhelsd hebben, heb zien huilen. Ik heb ook ouders zien huilen die hun kinderen aan datzelfde altaar omhelsd hebben. Zij zijn door de macht die er uitgeoefend wordt te weten gekomen dat noch de tijd, noch de dood de banden kan verbreken die hen samensmeden.18

3

De tempel is een heiligdom van dienstbetoon waar we heilsverordeningen ontvangen voor overledenen die zonder het evangelie gestorven zijn.

Er zijn ontelbare miljoenen mensen op aarde geweest die nooit de kans hebben gehad om het evangelie te horen. Hebben zij geen recht op de zegeningen die in de tempels van de Heer geboden worden?

Door plaatsvervangers die namens de doden optreden, zijn diezelfde verordeningen beschikbaar voor hen die het sterfelijk leven reeds verlaten hebben. Vervolgens staat het hun in de geestenwereld vrij om de aardse verordeningen, zoals de doop, het huwelijk en de verzegeling van familiebanden, te aanvaarden of te verwerpen. Er wordt in het werk van de Heer geen dwang uitgeoefend, maar de mogelijkheid moet wel geboden worden.19

Dit is een heiligdom van dienstbetoon. Het meeste werk dat in dit heilige huis wordt verricht, is plaatsvervangend werk voor hen die ons door de sluier van de dood zijn voorgegaan. Ik ken geen enkel werk dat hiermee te vergelijken is. Het benadert, meer dan enig ander werk dat ik ken, het plaatsvervangend offer van de Zoon van God voor de hele mensheid. Er wordt geen dank verwacht van hen die in het hiernamaals de begunstigden worden van dit heilig dienstbetoon. Het is dienstbetoon van de levenden voor de doden. Dit dienstbetoon is in wezen onbaatzuchtig.20

Grote aantallen jongens en meisjes […] zijn eraan herinnerd dat die tempels niet alleen voor hun ouders zijn, maar ook voor hen. Als ze twaalf zijn, mogen ze het huis van de Heer betreden en zich plaatsvervangend voor de overledenen laten dopen. Wat een geweldig, onzelfzuchtig dienstbetoon is dat! Wat geweldig dat onze jeugd betrokken is bij dat volkomen onzelfzuchtige werk voor anderen die niet bij machte zijn het zelf te doen.

Nauw samenhangend met de toegenomen tempelactiviteit […] is die op het gebied van familiegeschiedenis. De computer met zijn diverse mogelijkheden versnelt het werk, en de mensen maken gebruik van de nieuwe technieken die aangeboden worden. Hoe kan men ontkennen dat de Heer hier de hand in heeft? Naarmate de computervoorzieningen verbeteren, groeit het aantal tempels, aangepast aan het toenemende familiehistorisch werk.21

Wij zijn verantwoordelijk voor de zegeningen, de eeuwige zegeningen, van allen die ooit op aarde hebben geleefd, de ontelbare generaties die op aarde geleefd hebben, allen die nu op aarde leven, en allen die in de toekomst op aarde zullen leven. Wat hebben we een grote verantwoordelijkheid! We moeten ons hoofd opheffen en harder werken om onze taak te vervullen.22

Zij die zich aan de andere kant van de sluier bevinden, die overleden zijn, maar geestelijk leven, zullen zich verheugen als ze opgewekt worden en op weg gaan naar ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven’ (Mozes 1:39).23

4

Er staan ons grote zegeningen te wachten als we goed leven en regelmatig naar de tempel gaan.

Ik spoor […] u allen aan om uw leven op orde te brengen, om het betreden van het huis van de Heer waardig te zijn en de zegeningen te ontvangen die er op u wachten. […] De vereisten zijn groot, maar de zegeningen nog groter.24

Ik moedig onze mensen overal aan, met alle overtuigingskracht waartoe ik in staat ben, om zo te leven dat ze een tempelaanbeveling waardig zijn, er één te verkrijgen en deze als een kostbaar bezit te beschouwen, en zich er meer voor in te spannen om naar het huis des Heren te gaan en deel te hebben aan de geest die daar te voelen is en aan de zegeningen die men daar kan ontvangen.25

Of u nu vaak [naar de tempel] kunt gaan of niet, zorg dat u in aanmerking komt voor een tempelaanbeveling en houd hem altijd bij u. Hij zal u eraan herinneren wat er van u, als heilige der laatste dagen, verwacht wordt.26

Ik ben ervan overtuigd dat iedere man of vrouw die in een geest van oprechtheid en geloof naar de tempel gaat, het huis des Heren als een betere man of vrouw verlaat. Wij hebben allemaal voortdurend verbetering in ons leven nodig. Soms is het nodig om het lawaai en tumult van de wereld achter ons te laten, een heilig huis van God te betreden en daar in een sfeer van heiligheid en rust zijn Geest te voelen.27

Dit heilige gebouw is een school van onderricht in de aangename en heilige zaken Gods. Hier krijgen we het plan van een liefdevolle Vader voor zijn zoons en dochters van alle geslachten uiteengezet. Hier krijgen we een schets van de odyssee die de reis van de mens vormt, van het voorsterfelijk bestaan tot dit leven, en tot het leven hierna. Er worden op duidelijke en eenvoudige wijze grote fundamentele waarheden onderricht die heel goed te begrijpen zijn voor allen die ze horen. […]

De tempel is ook een plaats van persoonlijke inspiratie en openbaring. Er zijn talloze mensen die in hachelijke tijden, als ze met ingewikkelde problemen te maken krijgen en moeilijke beslissingen dienen te nemen, onder vasten en gebed naar de tempel gaan om leiding van God te ontvangen. Velen hebben getuigd dat ze, hoewel ze niet de stem van openbaring hebben gehoord, op dat moment of later als antwoord op hun gebeden wel indrukken kregen over de te volgen koers.

President Hinckley bij hoeksteenceremonie van tempel

‘Ga naar het huis van de Heer, voel daar zijn Geest en communiceer met Hem, dan zult u een vrede ervaren die u nergens anders vindt.’

Deze tempel is een bron van eeuwige waarheid. ‘Wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen’ (Johannes 4:14). Hier wordt onderricht in goddelijke waarheden die eeuwige consequenties hebben.

Voor wie hier binnentreedt, wordt dit huis een verbondshuis. Hier verbinden wij ons er plechtig toe het evangelie van Jezus Christus in zijn diepste zin na te leven. We sluiten een verbond met God, onze eeuwige Vader, om de beginselen na te leven die de essentie van alle ware godsdienst zijn.28

Bent u ongerust? Hebt u problemen en zorgen? Verlangt u naar vrede in uw hart en naar de mogelijkheid om met de Heer te communiceren en over zijn wegen na te denken? Ga naar het huis van de Heer, voel daar zijn Geest en communiceer met Hem, dan zult u een vrede ervaren die u nergens anders vindt.29

Ga in donkere tijden naar het huis van de Heer en sluit de wereld buiten. Ontvang er zijn heilige verordeningen en bied ze uw voorouders aan. Ga na een dienst in de tempel rustig in de celestiale zaal zitten en denk er na over de zegeningen die u voor uzelf of voor een overledene ontvangen hebt. Uw hart zal van dankbaarheid vervuld zijn en uw ziel van gedachten over de eeuwige waarheden van het grote geluksplan van de Heer.30

In deze lawaaierige, concurrerende wereld is het een groot voorrecht om een heilig huis te hebben waar we de heiligende invloed van de Geest des Heren kunnen voelen. Het element van zelfzucht werkt voortdurend op ons in. Dat moeten we overwinnen, en er is geen betere manier dan naar het huis des Heren te gaan en daar plaatsvervangend werk te verrichten voor hen die zich aan de andere kant van de sluier des doods bevinden. […]

[…] Ik spoor u aan om meer van dit gezegende voorrecht gebruik te maken. Het zal uw karakter verfijnen. Het zal de zelfzuchtige schil afpellen waarin de meesten van ons leven. Het zal letterlijk een heiligende uitwerking op ons leven hebben en ons een beter mens maken.31

Ik weet dat u een druk leven leidt. Ik weet dat u veel te doen hebt. Maar ik beloof u dat u gezegend wordt als u naar het huis van de Heer gaat; uw leven zal beter worden. Geliefde broeders en zusters, maak alstublieft gebruik van de gelegenheid om naar het huis van de Heer te gaan en deel te hebben aan alle fijne zegeningen die u daar kunt ontvangen.32

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • President Gordon B. Hinckley zegt dat tempelverordeningen ‘de diepste uitdrukkingswijze van onze geloofsovertuiging’ (onderdeel 1) en ‘de kroon op de zegeningen die de kerk te bieden heeft’ (onderdeel 2) zijn. Welke zegeningen hebt u dankzij die verordeningen ontvangen?

  • President Hinckley spreekt over mannen en vrouwen die in de tempel van blijdschap huilen (zie onderdeel 2). Waarom brengen tempelverordeningen zulke sterke gevoelens met zich mee?

  • President Hinckley zegt over het verlossend werk voor de doden: ‘Wat geweldig dat onze jeugd betrokken is bij dat volkomen onzelfzuchtige werk’ (onderdeel 3). Wat kunnen ouders en jongeren doen om samen dit werk te verrichten?

  • Hoe kunnen we tijd vrijmaken om in de tempel te dienen en te aanbidden? Hoe kan onze tempelgang ons leven buiten de tempel beïnvloeden? (Zie onderdeel 4 voor enkele voorbeelden.) Hoe bent u gezegend door naar de tempel te gaan?

Relevante Schriftteksten

Exodus 25:8; 1 Koningen 6:11–13; LV 88:119–20; 109:12–13, 24–28; 110:1–10; 128:22–24

Studietip

‘Vertel anderen wat u hebt geleerd. Dat zal het voor uzelf helder maken en zo zult u het beter kunnen onthouden.’ (Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], 17.)

Noten

  1. ‘Some Thoughts on Temples, Retention of Converts, and Missionary Service’, Ensign, november 1997, 49.

  2. ‘Some Thoughts on Temples, Retention of Converts, and Missionary Service’, 49.

  3. In Sheri L. Dew, Go Forward with Faith: The Biography of Gordon B. Hinckley (1996), 325.

  4. ‘This Is a Day Long Looked Forward To’ (inwijdingsgebed van de Colonia Juárez Chihuahuatempel [Mexico], 6 maart 1999), Church News, maart 13, 1999, 7.

  5. ‘New Temples to Provide “Crowning Blessings” of the Gospel’, Ensign, mei 1998, 87–88.

  6. Discourses of President Gordon B. Hinckley, deel 1: 1995–1999 (2005), 311–312.

  7. Teachings of Gordon B. Hinckley (1997), 641.

  8. ‘This Peaceful House of God’, Ensign, mei 1993, 74.

  9. Teachings of Gordon B. Hinckley, 623–624.

  10. ‘Inspirational Thoughts’, Ensign, april 2002, 4.

  11. ‘Of Missions, Temples, and Stewardship’, Ensign, november 1995, 53.

  12. ‘Keeping the Temple Holy’, Ensign, mei 1990, 52.

  13. ‘Shining Star in a World Oppressed with Darkness’ (inwijdingsgebed van de Manhattantempel [New York, VS], 13 juni 2004), Church News, 19 juni 2004, 5.

  14. ‘Rejoice in This Great Era of Temple Building’, Ensign, november 1985, 59.

  15. ‘New Temples to Provide “Crowning Blessings” of the Gospel’, 88.

  16. ‘Temples and Temple Work’, Ensign, februari 1982, 3.

  17. ‘The Marriage That Endures’, Ensign, juli 2003, 4–6.

  18. ‘Rejoice in This Great Era of Temple Building’, 60.

  19. ‘Why These Temples’, Ensign, augustus 1974, 40.

  20. ‘The Salt Lake Temple’, Ensign, maart 1993, 5.

  21. ‘Welcome to Conference’, Ensign, november 1999, 4–5.

  22. Teachings of Gordon B. Hinckley, 640.

  23. Discourses of President Gordon B. Hinckley, deel 1, 154.

  24. Discourses of President Gordon B. Hinckley, deel 1, 362.

  25. ‘Of Missions, Temples, and Stewardship’, 53.

  26. ‘Inspirational Thoughts’, 4.

  27. ‘Of Missions, Temples, and Stewardship’, 52.

  28. ‘The Salt Lake Temple’, 5–6.

  29. ‘Excerpts from Recent Addresses of President Gordon B. Hinckley’, Ensign, april 1996, 72.

  30. One Bright Shining Hope: Messages for Women from Gordon B. Hinckley (2006), 103.

  31. ‘Slotwoord’, Liahona, november 2004, 104–105.

  32. Teachings of Gordon B. Hinckley, 624.