2010–2019
God zij dank
April 2012


14:37

God zij dank

Het zou veel beter zijn als allen Gods voorzienigheid en liefde inzagen en hun dankbaarheid aan Hem zouden uiten.

Geliefde broeders en zusters, wij danken u voor uw steun en uw toewijding. Wij spreken onze dank en liefde voor ieder van u uit.

Onlangs genoten mijn vrouw en ik van de prachtige tropische vissen in een aquarium. We zagen grote en kleine felgekleurde vissen met uiteenlopende vormen heen en weer zwemmen. Ik vroeg een medewerkster in de buurt: ‘Wie geeft die prachtige vissen te eten?’

Ze antwoordde: ‘Dat doe ik.’

Ik vroeg haar vervolgens: ‘Hebben ze u daar ooit voor bedankt?’

Ze antwoordde: ‘Nog niet!’

Ik moest denken aan sommige mensen die ik ken die net zo weinig besef hebben van hun Schepper en hun ware ‘brood des levens’1. Zij leven van dag tot dag zonder zich bewust te zijn van God en zijn goedheid voor hen.

Het zou veel beter zijn als allen Gods voorzienigheid en liefde inzagen en hun dankbaarheid aan Hem zouden uiten. Ammon leerde: ‘Laten wij [God] dank brengen, want Hij bewerkt gerechtigheid voor eeuwig.’2 Onze mate van dankbaarheid is een graadmeter van onze liefde voor Hem.

God is de Vader van onze geest.3 Hij heeft een verheerlijkt, vervolmaakt lichaam van vlees en beenderen.4 Wij leefden bij Hem in de hemel vóór onze geboorte.5 En toen Hij ons lichamelijk formeerde, werden we naar het beeld van God geschapen, ieder met een eigen lichaam.6

Denk eens aan onze stoffelijke benodigdheden. Die komen waarlijk als een geschenk uit de hemel. Onze levensbehoeften in de vorm van lucht, voedsel en water krijgen we allemaal van een liefdevolle hemelse Vader. De aarde is geschapen om ons korte sterfelijke bestaan mogelijk te maken.7 We zijn geboren met de capaciteit om te groeien, lief te hebben, te trouwen en een gezin te stichten.

Het huwelijk en het gezin zijn door God ingesteld. Het gezin is de belangrijkste sociale eenheid in dit leven en in de eeuwigheid. Volgens Gods grote plan van geluk kunnen gezinnen in de tempel verzegeld worden en zich voorbereiden om voorgoed in zijn heilige tegenwoordigheid te verblijven. Dat is het eeuwige leven! Het vervult de diepste verlangens van de mensenziel — de natuurlijke hunkering naar oneindige omgang met dierbare leden van onze familie.

‘Mijn werk en mijn heerlijkheid’, zei Hij, is ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’8 Hij verwezenlijkt zijn doeleinden als volgt: ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.’9 Die daad was een allesovertreffende manifestatie van Gods liefde. ‘Want [Hij] heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.’10

In Gods eeuwige plan staat de zending van zijn Zoon, Jezus Christus, centraal.11 Hij kwam Gods kinderen verlossen.12 De verzoening van de Heer maakt de opstanding (of onsterfelijkheid) werkelijkheid.13 De verzoening maakt het eeuwige leven mogelijk voor allen die aan de gestelde voorwaarden voldoen. Jezus legde het zo uit:

‘Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is Hij gestorven,

‘en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven.’14

Voor de verzoening van de Heer en zijn gave van de opstanding — voor deze sublieme boodschap van Pasen — God zij dank!

Stoffelijke gaven

Onze hemelse Vader heeft zijn kinderen lief.15 Hij heeft ieder met stoffelijke en geestelijke gaven gezegend. Ik wil over beide iets zeggen. Wanneer u ‘Ik ben een kind van God’ zingt, denk dan aan de gave van uw eigen lichaam dat Hij u heeft gegeven. De vele verbluffende eigenschappen van uw lichaam getuigen van uw eigen ‘goddelijke natuur’.16

Elk orgaan van uw lichaam is een wonderlijke gave van God. Elk oog bezit een zelfregulerende lens. Zenuwen en spieren zorgen dat de twee ogen een driedimensionaal beeld vormen. De ogen zijn verbonden met de hersenen, die de waarnemingen registreren.

Uw hart is een ongelooflijke pomp.17 Het heeft vier verfijnde kleppen die de richting van de bloedstroom bepalen. Die kleppen openen en sluiten zich meer dan 100.000 keer per dag — 36 miljoen keer per jaar. Toch kunnen ze die druk — verzwakking door ziekte daargelaten — bijna onbeperkt aan.

Denk aan het afweersysteem van het lichaam. Het beschermt zichzelf door te reageren op pijn. Het reageert op infecties door antilichamen aan te maken. De huid biedt eveneens bescherming. Die waarschuwt tegen mogelijk letsel door overmatige warmte of kou.

Het lichaam vernieuwt de eigen verouderde cellen en reguleert zelf de hoeveelheden vitale stoffen die het nodig heeft. Het lichaam heelt verwondingen, blauwe plekken en gebroken botten. Het vermogen tot voortplanting is nog een heilige gave van God.

Vergeet niet dat we geen volmaakt lichaam hoeven te hebben om onze goddelijke bestemming te bereiken. In feite huizen enkelen van de fijnste geesten in een broos of onvolmaakt lichaam. Mensen met fysieke problemen ontwikkelen juist daardoor vaak grote geestelijke kracht.

Wie de werkingen van het menselijk lichaam bestudeert, heeft zeker ‘God Zich zien bewegen in zijn majesteit en macht’.18 Omdat het lichaam door een goddelijke wet wordt beheerst, vindt genezing plaats door gehoorzaamheid aan de wet waarop die zegen is gegrond.19

Toch menen sommige mensen ten onrechte dat deze indrukwekkende lichamelijke kenmerken toevallig of uit een zogeheten oerknal zijn ontstaan. Vraag uzelf eens af: Kan een explosie in een drukkerij een woordenboek produceren? Dat lijkt uiterst onwaarschijnlijk. Maar mocht dat zo zijn, dan zou het zijn eigen gescheurde pagina’s nooit kunnen herstellen of nieuwe edities van zichzelf kunnen maken!

Als het lichaam onbeperkte capaciteit had voor zijn normale functies, afweer, herstel, regulering en vernieuwing, zou het leven hier permanent voortduren. Ja, dan zouden we niet meer van de aarde wegkomen! Gelukkig heeft onze Schepper in veroudering en andere processen voorzien die uiteindelijk onze lichamelijke dood tot gevolg hebben. De dood is, net als de geboorte, onderdeel van het leven. In de Schriften staat: ‘Het was niet raadzaam dat de mens uit die stoffelijke dood werd teruggewonnen, want dat zou het grote plan van geluk hebben vernietigd.’20 Tot God wederkeren door de poort die we de dood noemen, is een vreugde voor wie Hem liefhebben en er klaar voor zijn om Hem te ontmoeten.21 Er zal uiteindelijk een tijd komen wanneer ieders ‘geest en (…) lichaam (…) opnieuw worden verenigd in hun volmaakte gedaante; zowel ledematen als gewrichten zullen worden hersteld tot hun eigen gestalte’22 en nooit meer gescheiden worden. Voor deze stoffelijke gaven, God zij dank!

Geestelijke gaven

Hoe belangrijk het lichaam ook is, het dient als tabernakel voor iemands eeuwige geest. Onze geest bestond al in de voorsterfelijke wereld23 en leeft voort nadat het lichaam sterft.24 De geest brengt het lichaam tot leven en maakt het tot een persoonlijkheid.25 In dit leven en hierna vormen geest en lichaam, wanneer met elkaar verenigd, een levende ziel van goddelijke waarde.

Omdat iemands geest zo belangrijk is, heeft de ontwikkeling ervan eeuwige gevolgen. Onze geest wordt sterker als we in nederig gebed met onze liefhebbende hemelse Vader communiceren.26

De eigenschappen waar we eens naar geoordeeld zullen worden, zijn alle geestelijk.27 Denk aan liefde, deugd, integriteit, mededogen en hulpbetoon aan anderen.28 Uw geest, in combinatie met en huizend in uw lichaam, kan die eigenschappen ontwikkelen en aanwenden op manieren die wezenlijk zijn voor uw eeuwige vooruitgang.29 Geestelijke vooruitgang komt voort uit de stappen van geloof, bekering, doop, de gave van de Heilige Geest en volharden tot het einde, met inbegrip van de begiftiging en verzegelverordeningen van de heilige tempel.30

Net zoals het lichaam dagelijks voedsel nodig heeft om te overleven, moet de geest ook gevoed worden. De geest wordt gevoed door eeuwige waarheid. Vorig jaar was het vierhonderd jaar geleden dat de King Jamesbijbel verscheen. En het Boek van Mormon hebben we nu bijna tweehonderd jaar. Het is inmiddels geheel of gedeeltelijk in 107 talen vertaald. Door deze en andere kostbare Schriftuur weten we dat God onze eeuwige Vader is en dat zijn Zoon, Jezus Christus, onze Heiland en Verlosser is. Voor deze geestelijke gaven, God zij dank!

Evangeliegaven

We weten dat profeten uit vele bedelingen, zoals Adam, Noach, Mozes en Abraham, allemaal de goddelijkheid van onze hemelse Vader en van Jezus Christus verkondigden. Onze huidige bedeling werd ingeluid door onze hemelse Vader en Jezus Christus toen Zij in 1820 aan de profeet Joseph Smith verschenen. De kerk werd in 1830 georganiseerd. Nu, 182 jaar later, staan wij nog steeds onder verbond om het evangelie naar ‘alle natie, geslacht, taal en volk’ uit te laten gaan.31 Daardoor worden zowel de boodschappers als ontvangers gezegend.

Op ons rust de taak om Gods kinderen te onderwijzen en ze bewust te maken dat Hij er is. Lang geleden heeft koning Benjamin gezegd:

‘Gelooft in God; gelooft dat Hij bestaat, en dat Hij alle dingen heeft geschapen, zowel in de hemel als op aarde; gelooft dat Hij alle wijsheid en alle macht bezit, zowel in de hemel als op aarde; (…)

‘Gelooft dat gij u moet bekeren van uw zonden, en ze moet verzaken, en u voor het aangezicht van God moet verootmoedigen; en vraagt Hem in alle oprechtheid van hart u te willen vergeven; en nu, indien gij al die dingen gelooft, ziet toe dat gij ze doet.’32

God is dezelfde gisteren, heden en voor eeuwig, maar wij zijn dat niet. Elke dag staan we voor de uitdaging om de kracht van de verzoening aan te wenden, zodat we werkelijk kunnen veranderen, meer op Christus gaan lijken, en in aanmerking komen voor de gave van verhoging en eeuwig mogen leven in de tegenwoordigheid van God, Jezus Christus en onze familie.33 Voor deze machten, voorrechten en evangeliewaarheden, God zij dank!

Ik getuig dat Hij leeft, dat Jezus de Christus is, en dat dit zijn kerk is — hersteld in deze laatste dagen om Gods doeleinden te verwezenlijken. Wij worden in deze tijd geleid door president Thomas S. Monson, die wij volhartig liefhebben en steunen, zoals wij ook zijn raadgevers en de twaalf apostelen als profeet, ziener en openbaarder steunen. Daarvan getuig ik, in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.