2010–2019
De macht ter bevrijding
April 2012


14:28

De macht ter bevrijding

Wij kunnen van het kwaad en van goddeloosheid worden bevrijd door ons tot de leringen in de heilige Schriften te wenden.

Ik heb een heel goede vriend die mij altijd een nieuwe stropdas stuurt voor de bijeenkomst van de algemene conferentie waarin ik spreek. Hij heeft een goede smaak, nietwaar?

Mijn jonge vriend heeft enkele grote problemen. Die belemmeren hem in sommige opzichten, maar in andere opzichten is hij buitengewoon. Zijn kracht als zendeling is bijvoorbeeld vergelijkbaar met die van de zonen van Mosiah. Ik denk dat dit komt doordat zijn geloof zo sterk is door de eenvoud ervan. Ik denk dat het in de ogen van Scott ondenkbaar is dat niet iedereen lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is, en dat niet iedereen het Boek van Mormon heeft gelezen en een getuigenis van de waarheid ervan heeft.

Ik zal u vertellen hoe het Scott verging toen hij voor het eerst alleen met een vliegtuig reisde om bij zijn broer op bezoek te gaan. Een buurman die vlakbij hem zat, hoorde het gesprek dat Scott met de persoon die naast hem zat voerde:

‘Hallo, ik ben Scott. Hoe heet u?’

Zijn buurman vertelde hoe hij heette.

‘Wat doet u?

‘Ik ben ingenieur.’

‘O, mooi. Waar woont u?’

‘In Las Vegas’ (Nevada).

‘Wij hebben daar een tempel. Weet u waar de mormoonse tempel is?’

‘Ja. Het is een prachtig gebouw.’

‘Bent u mormoon?’

‘Nee.’

‘Dat zou u toch eigenlijk moeten zijn. Het is een geweldige godsdienst. Hebt u het Boek van Mormon gelezen?’

‘Nee.’

‘Dat zou u toch eigenlijk moeten lezen. Het is een prachtig boek.’

Ik ben het helemaal eens met Scott — het Boek van Mormon is een prachtig boek. Ik heb de woorden van de profeet Joseph Smith die in de inleiding van het Boek van Mormon staan altijd in gedachte: ‘Ik zei tegen de broeders dat het Boek van Mormon het nauwkeurigste boek op aarde en de sluitsteen van onze godsdienst is, en dat de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen erin te houden, dan door welk ander boek ook.’

Dit jaar bestuderen we het Boek van Mormon in de zondagsschool. Ik hoop dat we, als we de les voorbereiden en eraan deelnemen, gemotiveerd worden om het moedige voorbeeld van Scott te volgen en over onze liefde voor deze bijzondere Schriftuur te spreken met anderen die niet van ons geloof zijn.

In het laatste vers van het eerste hoofdstuk van 1 Nephi wordt een belangrijk thema van het Boek van Mormon beschreven. Nephi schrijft: ‘Maar zie, ik, Nephi, zal u tonen dat de tedere barmhartigheden des Heren zich uitstrekken over allen die Hij wegens hun geloof heeft uitverkoren om hen machtig te maken, zelfs tot de macht ter bevrijding toe’ (1 Nephi 1:20).

Ik wil bespreken hoe het Boek van Mormon, dat een tedere barmhartigheid van de Heer is, die voor ons in deze laatste dagen bewaard is, ons bevrijdt doordat het ons op een zuivere en ‘nauwkeurigste’ manier in de leer van Christus onderwijst.

Veel verhalen in het Boek van Mormon zijn verhalen over bevrijding. Dat Lehi met zijn gezin de wildernis in trok, had tot doel hen te behoeden voor de verwoesting van Jeruzalem. Het verhaal van de Jaredieten is een verhaal over bevrijding, en het verhaal van de Mulekieten ook. Alma de jonge werd bevrijd van zonde. Helamans moedige jongelingen bleven ongedeerd in de strijd. Nephi en Lehi werden uit de gevangenis bevrijd. Bevrijding is een duidelijk thema in het hele Boek van Mormon.

Er zijn twee verhalen in het Boek van Mormon die veel op elkaar lijken en een belangrijke les bevatten. Het eerste staat in het boek Mosiah, te beginnen bij hoofdstuk 19. Hier lezen we over koning Limhi die in het land Nephi woont. De Lamanieten waren weer tegen het volk van Limhi ten strijde getrokken. Het gevolg van de oorlog was dat de Lamanieten koning Limhi toestonden om over zijn volk te regeren, maar ze zouden bij hen in slavernij zijn. Het was een bijzonder ongemakkelijke vrede. (Zie Mosiah 19–20.)

Toen het volk van Limhi genoeg had van het misbruik door de Lamanieten, haalden ze hun koning over om tegen de Lamanieten ten strijde te trekken. Limhi’s volk werd drie keer verslagen. Er werden hun zware lasten opgelegd. Uiteindelijk werden ze heel nederig en riepen krachtig tot de Heer dat Hij hen zou bevrijden. Zie Mosiah 21:1–4. In vers 15 van hoofdstuk 21 vinden we de reactie van de Heer: ‘En nu was de Heer traag om hun geroep te horen wegens hun ongerechtigheden; niettemin hoorde de Heer hun geroep en begon het hart der Lamanieten te verzachten, zodat die hun lasten begonnen te verlichten; nochtans achtte de Heer het niet goed hen uit hun knechtschap te bevrijden.’

Kort daarna arriveerde Ammon met een kleine groep mannen uit Zarahemla en samen met Gideon — een van de leiders van Limhi’s volk — maakten ze een succesvol plan en ontsnapten aan de mishandeling door de Lamanieten. De Heer was traag om hun geroep te horen. Waarom? Wegens hun onrechtvaardigheid.

Het tweede verhaal lijkt veel op het eerste maar is ook anders. Het verslag staat in Mosiah 24.

Alma en zijn volk hadden zich in het land Helam gevestigd. Toen viel er een leger van de Lamanieten de grensstreken van het land binnen. Ze ontmoetten elkaar en kwamen tot een vreedzame oplossing. (Zie Mosiah 23:25–29.) Maar al gauw begonnen de Lamanieten het volk van Alma hun wil op te leggen en legden hun zware lasten op (zie Mosiah 24:8). In vers 13 lezen we: ‘En het geschiedde dat de stem des Heren in hun ellende tot hen kwam, zeggende: Heft uw hoofd op en weest welgemoed, want Ik ben mij bewust van het verbond dat gij met Mij hebt gesloten; en Ik zal Mij jegens mijn volk verbinden en hen bevrijden uit hun knechtschap.’

Het volk van Alma werd uit de handen van de Lamanieten bevrijd en ging veilig terug naar Zarahemla om met het volk daar verenigd te worden.

Wat was het verschil tussen het volk van Alma en het volk van koning Limhi? Er zijn duidelijk meerdere verschillen: het volk van Alma was vreedzaam en rechtvaardiger; zij waren al gedoopt en hadden een verbond met de Heer gesloten; zij werden nog voordat hun beproevingen begonnen nederig voor de Heer. Vanwege al die verschillen was het gepast en eerlijk dat de Heer hen snel en op wonderbaarlijke wijze bevrijdde uit de hand die hen in slavernij hield. Door deze verzen leren we over de bevrijdende macht van de Heer.

De profetieën over het leven en de zending van Jezus Christus beloven ons de bevrijding die Hij zal verschaffen. Zijn verzoening en opstanding maken het voor ons allen mogelijk om aan de lichamelijke dood te ontsnappen en, als we ons bekeren, aan de geestelijke dood te ontsnappen en de zegeningen van het eeuwige leven te ontvangen. De belofte van de verzoening en de opstanding, de belofte van bevrijding van de lichamelijke en de geestelijke dood, werd door God aan Mozes gedaan, toen Hij zei: ‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39).

In tegenstelling tot de prachtige geloofsgedachten die we in de heilige Schriften vinden, merken we dat de tegengestelde krachten van het secularisme druk bezig zijn om de lang gevestigde overtuigingen te betwisten — geschriften die ons eeuwenlang tot leiding zijn geweest in het bepalen van eeuwige waarden en normen voor ons gedrag in dit leven. Zij zeggen dat de leringen in de Bijbel niet waar zijn en dat de leringen van de Meester ouderwets zijn. Zij roepen dat iedereen de vrijheid moet hebben om zijn of haar eigen normen te bepalen. Ze proberen de rechten van de gelovigen te veranderen in strijd met wat er in de Schriften en in de woorden van de profeten wordt geleerd.

Het is een grote zegen dat het verslag van de zending van onze Heer en Heiland in het Boek van Mormon is opgetekend om een tweede getuigenis toe te voegen aan de leer in de Bijbel. Waarom is het voor de wereld belangrijk om zowel de Bijbel als het Boek van Mormon te hebben? Volgens mij staat het antwoord in het dertiende hoofdstuk van 1 Nephi. Nephi schrijft: ‘En de engel sprak tot mij, zeggende: Deze laatste kronieken, die gij onder de andere volken hebt gezien, zullen de waarheid bevestigen van de eerste, die van de twaalf apostelen van het Lam zijn, en zullen de duidelijke en waardevolle dingen bekendmaken die eruit zijn genomen; en zullen alle geslachten, talen en volken bekendmaken dat het Lam Gods de Zoon is van de eeuwige Vader en de Heiland der wereld; en dat alle mensen tot Hem moeten komen, of zij kunnen niet worden gered’ (1 Nephi 13:40).

De Bijbel noch het Boek van Mormon is op zichzelf voldoende. Ze zijn allebei van belang om te onderwijzen in, en leren over, de volledige leer van Christus. De noodzaak van de een doet niets af aan de ander. De Bijbel en het Boek van Mormon zijn beide nodig voor onze heil en verhoging. President Ezra Taft Benson maakte het heel duidelijk toen hij zei: ‘Als we de Bijbel en het Boek van Mormon samen gebruiken, beschamen ze valse leer.’ (‘A New Witness for Christ,’ Ensign, november 1984, p. 8.)

Ik wil besluiten met twee verhalen — een uit het Oude Testament, het andere uit het Boek van Mormon — om te laten zien hoe de boeken harmonieus samengaan.

Het verhaal van Abraham begint met zijn bevrijding uit handen van de afgodische Chaldeeën (zie Genesis 11:27–31; Abraham 2:1–4). Hij werd later met zijn vrouw Sara uit hun verdrietige situatie gered en hun werd beloofd dat alle geslachten der aarde door hun nageslacht gezegend zouden worden (zie Genesis 18:18).

Het Oude Testament bevat het verslag van Abraham die Lot, zijn neef, meeneemt uit Egypte. Toen hij als eerste land mocht kiezen, koos Lot de vlakte van de Jordaan en zette zijn tent neer met de opening richting Sodom, een stad vol grote goddeloosheid. (Zie Genesis 13:1–12.) De meeste problemen waarmee Lot later in zijn leven te maken kreeg, en het waren er nogal wat, kunnen teruggevoerd worden naar zijn eerdere beslissing om de deur van zijn tent richting Sodom te positioneren.

Abraham, de vader der getrouwen, had andere levenservaringen. Ook hij had veel problemen, maar hij zou een gezegend leven hebben. We weten niet in welke richting de deur van Abrahams tent was geplaatst, maar in het laatste vers van Genesis 13 krijgen we een duidelijke aanwijzing. Er staat: ‘Daarna sloeg Abram [of Abraham] zijn tenten op en ging wonen bij de terebinten van Mamre bij Hebron, en hij bouwde daar een altaar voor de Here’ (Genesis 13:18).

Hoewel ik het niet zeker weet, geloof ik persoonlijk dat de deur van Abrahams tent naar het altaar voor de Heer gericht was. Hoe trek ik die conclusie? Doordat ik het verhaal in het Boek van Mormon ken over de instructie van koning Benjamin aan zijn volk toen zij bijeenkwamen voor zijn slotrede. Koning Benjamin droeg hun op om de deur van hun tent zo te plaatsen dat hij op de tempel gericht was (zie Mosiah 2:1–6).

Wij kunnen van het kwaad en van goddeloosheid worden bevrijd door ons tot de leringen in de heilige Schriften te wenden. De Heiland is de grote Bevrijder, want Hij bevrijdt ons van dood en zonde (zie Romeinen 11:26; 2 Nephi 9:12).

Ik getuig dat Jezus de Christus is en dat we dichter tot Hem komen als we het Boek van Mormon lezen. Het Boek van Mormon is een ander testament van Jezus Christus. De eerste testamenten van Jezus Christus zijn het Oude en het Nieuwe Testament.

Nogmaals, laten wij denken aan de beschrijving die mijn vriend Scott van het Boek van Mormon gaf: ‘Het is een prachtig boek.’ Ik getuig tot u dat het Boek van Mormon vooral zo fantastisch is omdat het in harmonie is met de Bijbel. In de naam van Jezus Christus. Amen.