Een zoektocht in geloof bekroond
Ik nodig ons allen uit om voortdurend ons geloof in Christus te vergroten, want Hij blijft het leven veranderen van allen die Hem zoeken.
Vanaf 1846 trokken duizenden pioniers – mannen, vrouwen en kinderen – westwaarts naar Zion. Hun grote geloof gaf hun oneindig veel moed. Sommigen kwamen nooit aan, want zij stierven onderweg. Anderen gingen ondanks grote tegenspoed in geloof verder.
Dankzij hen geniet mijn familie generaties later de zegeningen van het ware evangelie van Jezus Christus.
Net als een andere jongeman, die ik later zal noemen, begon ik op 14-jarige leeftijd aan godsdienst en mijn kerk te twijfelen. Ik ging naar een andere kerk dicht bij huis, maar ik wilde graag naar veel verschillende kerken gaan.
Op een middag zag ik twee jonge mannen in donkere kostuums en witte overhemden het huis van onze buren binnengaan. Ze zagen er bijzonder uit.
De dag daarna sprak ik onze buurvrouw, Leonor Lopez, en vroeg haar wie die twee mannen waren. Leonor legde uit dat ze zendelingen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waren. Ze vertelde me opgewekt dat haar gezin zich het jaar daarvoor in de kerk had laten dopen. Omdat ze zag dat ik belangstelling had, nodigde Leonor me uit om kennis met de zendelingen te maken en iets over de kerk te weten te komen.
Twee dagen later ging ik naar de familie Lopez om kennis te maken met de zendelingen. Ze stelden zich voor als ouderling John Messerly uit Ogden (Utah) en ouderling Christopher Osorio uit Walnut Creek (Californië). Ik zal ze nooit vergeten.
Omdat ik nog maar 14 was, stond ouderling Messerly erop om naar mijn huis te gaan zodat mijn moeder zou weten dat ze mij lesgaven. Daar legde hij vriendelijk uit dat ze een boodschap over Jezus Christus kwamen brengen, en vroeg hij haar toestemming om mij les te geven. Moeder stemde daarmee in, en ging zelfs tijdens de les even bij ons zitten.
De zendelingen vroegen eerst aan Leonor om een gebed uit te spreken. Het trof mij zeer, want haar gebed was geen herhaling van uit het hoofd geleerde woorden, maar kwam rechtstreeks uit haar hart. Ik had het gevoel dat ze met haar hemelse Vader aan het praten was.
Vervolgens leerden de zendelingen ons iets over Jezus Christus. Ze lieten een afbeelding van Hem zien die indruk op me maakte, want het was een afbeelding van de herrezen, levende Christus.
Ze leerden ons verder dat Jezus Christus in de oudheid zijn kerk vestigde en dat Hij er samen met twaalf apostelen de leiding over had. Ze vertelden over de afval, dat na de dood van zijn apostelen de waarheid en het gezag van Christus van de aarde weggenomen waren.
Ze vertelden ons over een 14-jarige jongen die Joseph Smith heette, die aan het begin van de negentiende eeuw op zoek naar waarheid naar verschillende kerken ging. In de loop van de tijd raakte Joseph alleen maar meer in de war. Toen hij in de Bijbel had gelezen dat we wijsheid kunnen ‘vragen aan God’,1 ging Joseph vol geloof naar het bos om in gebed te vragen bij welke kerk hij zich moest aansluiten.
Een van de zendelingen las voor wat Joseph later schreef dat er gebeurde toen hij bad:
‘Ik [zag] recht boven mijn hoofd een lichtkolom, de helderheid van de zon overtreffend, die geleidelijk neerdaalde tot zij op mij viel.
‘[…] Toen het licht op mij rustte, zag ik twee Personen, wier glans en heerlijkheid elke beschrijving tarten, boven mij in de lucht staan. Een van Hen sprak tot mij, mij bij de naam noemend, en zei, wijzend op de ander: Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!’2
Tijdens die les bevestigde de Geest verscheidene waarheden aan mij.
Ten eerste: God luistert naar het oprechte gebed van al zijn kinderen, en de hemel staat open voor iedereen – niet alleen voor enkelen.
Ten tweede: God de Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest zijn drie afzonderlijke Personen die eensgezind in hun doel zijn om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’.3
Ten derde: wij zijn geschapen naar het beeld van God. Onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, hebben een lichaam van vlees en beenderen, net als wij, maar ze zijn verheerlijkt en vervolmaakt, en de Heilige Geest is een persoon van geest.4
Ten vierde: Jezus Christus heeft door Joseph Smith zijn evangelie en zijn ware kerk op aarde hersteld. Het priesterschapsgezag dat tweeduizend jaar geleden op de apostelen van Christus werd bevestigd, is hetzelfde priesterschap dat door Petrus, Jakobus en Johannes op Joseph Smith en Oliver Cowdery werd bevestigd.5
Uiteindelijk vernamen we dat er nog een testament van Jezus Christus is: het Boek van Mormon. Geschreven door profeten uit de oudheid, bevat dit boek het verhaal van de mensen die vóór, tijdens en na de geboorte van Jezus in Noord- en Zuid-Amerika woonden. In dit boek lezen we hoe zij Christus kenden, liefhadden en aanbaden, want Hij verscheen als de herrezen Heiland aan hen.
De Geest werkte sterk op mij in toen ik vernam wat de Heiland tegen ze had gezegd: ‘Zie, Ik ben Jezus Christus, die volgens het getuigenis van de profeten in de wereld zou komen.’6
De zendelingen gaven ons een eigen exemplaar van het Boek van Mormon. We lazen het, en namen deze uitnodiging aan het eind van het Boek van Mormon aan:
‘En wanneer u deze dingen ontvangt, spoor ik u aan God, de eeuwige Vader, in de naam van Christus te vragen of deze dingen niet waar zijn; en indien u vraagt met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus, zal Hij de waarheid ervan aan u openbaren door de macht van de Heilige Geest.
‘En door de macht van de Heilige Geest kunt u de waarheid van alle dingen kennen.’7
Er zijn bijna 45 jaren verstreken sinds mijn moeder en ik voor het eerst de vreugde en kracht van geloof in Christus ondervonden. Het kwam door hun geloof in Christus dat de familie Lopez mij over hun nieuwe geloof vertelde. En het kwam door het geloof dat die twee zendelingen in Christus hadden dat zij hun woning in de Verenigde Staten verlieten om mijn moeder en mij te zoeken. Het was het geloof van al die fijne vrienden dat een mosterdzaadje van geloof in ons zaaide, hetgeen sindsdien is uitgegroeid tot een machtige boom van eeuwige zegeningen.
In al die gezegende jaren hebben wij geweten wat president Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Al het goede in het leven – elke potentiële zegen van eeuwig belang – begint met geloof. God in ons leven laten zegevieren, begint met het geloof dat Hij bereid is ons te leiden. Ware bekering begint met het geloof dat Jezus Christus de macht heeft om ons te reinigen, genezen en sterken.’8
Ik nodig ons allen uit om ons geloof in Christus te vergroten. Hij heeft het leven van mijn geliefde moeder en mij veranderd, en blijft het leven veranderen van allen die Hem zoeken. Ik weet dat Joseph Smith de profeet van de herstelling is, dat president Nelson nu onze profeet is, dat Jezus de Christus leeft, en dat Hij onze Verlosser is, en dat onze hemelse Vader de gebeden van al zijn kinderen verhoort. Ik getuig hiervan in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.