Algemene conferentie
Ik bid dat Hij ons zal gebruiken
Algemene oktoberconferentie 2021


10:36

Ik bid dat Hij ons zal gebruiken

Kleine gezamenlijke inspanningen hebben veel effect, zodat de vele dingen die we individueel als discipelen van Jezus Christus doen, worden grootgemaakt.

Dit koekje van filodeeg en pistachenootjes was een bedankje. Het is gebakken door de familie Kadado die decennialang drie bakkerijen in Damascus (Syrië) had. Toen de oorlog uitbrak, konden voedsel en voorraden hun deel van de stad door een blokkade niet meer bereiken. De familie Kadado was aan het verhongeren. Toen deze wanhopige situatie op zijn ergst was, kwamen Latter-day Saint Charities en enkele heel moedige functionarissen van Rahma Worldwide dagelijks een warme maaltijd brengen, en melk voor de kleine kinderen. Na een zware periode pakte de familie haar leven, en de bakkerij, in een nieuw land weer op.

Onlangs kwam bij de kerkkantoren een doos koekjes aan met de volgende boodschap: ‘Meer dan twee maanden kregen wij te eten van de keuken van Rahma-Latter Day Saint [Charities]. Zonder die hulp zouden wij van de honger zijn omgekomen. Als klein blijk van dank bieden wij u deze koekjes uit onze winkel aan. Ik bid de almachtige God om u […] bij al wat u doet te zegenen.’1

Een koekje van dankbaarheid en nagedachtenis. Het is voor u bestemd. Tegen allen die na het zien van een tragedie op het nieuws in gebed gingen, tegen allen die als vrijwilliger dienden wanneer het niet uitkwam of die welwillend geld doneerden aan het humanitaire fonds – erop vertrouwend dat het iets zou uithalen – zeg ik: dank u.

Goddelijke verantwoordelijkheid om voor de armen te zorgen

De Kerk van Jezus Christus heeft een goddelijke opdracht om voor de armen te zorgen.2 Het is een van de pijlers van het werk van heil en verhoging.3 Wat belangrijk was in de tijd van Alma, is voor ons zeker belangrijk: ‘En aldus zonden zij in hun voorspoedige omstandigheden niemand weg die naakt was of die honger had, of die dorst had, of die ziek was, of die niet was verzorgd; en zij zetten hun hart niet op rijkdom; daarom waren zij vrijgevig jegens allen, zowel jong als oud, zowel geknechten als vrijen, zowel man als vrouw, zij het buiten of binnen de kerk, zonder enig aanzien des persoons jegens hen die hulpbehoevend waren.’4

De kerk voert deze opdracht op allerlei manieren uit. Onder andere door:

  • bediening door de zustershulpvereniging, priesterschapsquorums en klassen;

  • vasten en het aanwenden van vastengaven;

  • welzijnsboerderijen en conservenfabrieken;

  • onthaalcentra voor immigranten;

  • aandacht voor gevangenen;

  • humanitair werk van de kerk;

  • en de app JustServe – waar beschikbaar – die vrijwilligers aan dienstverleningsmogelijkheden koppelt.

Dit zijn allemaal door de priesterschap georganiseerde manieren waarop gezamenlijke inspanningen veel effect hebben, zodat de vele kleine dingen die we individueel als discipelen van Jezus Christus doen, worden grootgemaakt.

Profeten hebben een rentmeesterschap voor de gehele aarde

Profeten hebben een opdracht die de hele aarde betreft, niet alleen de leden van de kerk. Ik kan uit eigen ervaring melden dat het Eerste Presidium die opdracht heel serieus neemt. Nu de nood toeneemt, heeft het Eerste Presidium ons opgedragen onze humanitaire hulp flink uit te breiden. Ze zijn geïnteresseerd in de brede trends en de kleinste details.

Onlangs hebben we hun de beschermende kleding laten zien die Beehive Clothing heeft genaaid om tijdens de pandemie in ziekenhuizen te gebruiken. Als arts was president Nelson zeer geïnteresseerd. Hij wilde ze niet alleen zien. Hij wilde ze aantrekken, de handboorden en de lengte checken, en zien hoe ze aan de achterkant sloot. Later zei hij, hoorbaar geëmotioneerd: ‘Als u tijdens uw werk met mensen praat, bedank ze dan uit naam van de Heer voor hun vasten, hun bijdragen en hun bediening.’

Humanitaire diensten

Op aanwijzing van president Nelson rapporteer ik over de actie die De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen neemt naar aanleiding van orkanen, aardbevingen, vluchtelingenwerk – en zelfs een pandemie – dankzij de goedheid van de heiligen der laatste dagen en vele vrienden. Hoewel de focus van de kerk gedurende het laatste anderhalf jaar vooral op de meer dan 1.500 COVID-19-projecten gericht was, heeft de kerk ook op 933 natuurrampen en vluchtelingencrises in 108 landen gereageerd. Maar statistieken vertellen niet het hele verhaal. Graag wil ik vier korte voorbeelden geven om enigszins te illustreren wat voor hulp er is geboden.

Covidhulpverlening Zuid-Afrika

De 16-jarige Dieke Mphuti uit Welkom (Zuid-Afrika) verloor haar ouders jaren geleden. Zij moest daarom alleen voor de drie jongere kinderen zorgen. Voor voldoende eten zorgen was altijd al een hele opgave, maar de voedseltekorten en quarantaines als gevolg van COVID-19 maakten het vrijwel onmogelijk. Ze hadden vaak honger en redden het nog net dankzij hun gulle buren.

Dieke Mphuti

Op een zonnige dag in augustus 2020 werd er tot Diekes verrassing op de deur geklopt. Toen ze opendeed, zag ze twee vreemdelingen. De ene was een afgezant van het gebiedskantoor van de kerk in Johannesburg, en de andere was een functionaris van het Zuid-Afrikaanse Ministerie van Sociale Ontwikkeling.

De twee organisaties hadden de handen ineengeslagen om huishoudens die honger leden van voedsel te voorzien. Dieke was helemaal opgelucht toen ze de berg maismeel en andere basisproducten zag die met geld uit het humanitaire fonds van de kerk waren aangeschaft. Dit zou haar gezin door de komende weken heen helpen totdat zij een steunpakket van de overheid zou ontvangen.

Er zijn duizenden verhalen, zoals dat van Dieke, die dankzij uw toegewijde bijdragen tijdens de pandemie over de wereld hebben plaatsgevonden.

Hulpverlening Afghanistan in Ramstein

Wij hebben onlangs allemaal op het nieuws gezien dat duizenden mensen uit Afghanistan zijn geëvacueerd. Velen kwamen aan op luchthavens of andere tijdelijke locaties in Qatar, de Verenigde Staten, Duitsland en Spanje voordat ze naar hun eindbestemming doorreisden. Ze hadden directe hulp nodig, en de kerk reageerde met het sturen van bevoorrading en vrijwilligers. Op de luchtmachtbasis Ramstein in Duitsland voorzag de kerk in grote hoeveelheden luiers, babyvoeding, voedsel en schoenen.

Humanitaire hulp aan vluchtelingen
Vrouwen naaien voor Afghaanse vluchtelingen

Enkele ZHV-zusters zagen dat veel Afghaanse vrouwen een overhemd van hun man gebruikten om hun hoofd te bedekken, omdat hun traditionele hoofddoeken in de opschudding op de luchthaven van Kaboel waren afgerukt. Met een vriendschapsgebaar dat alle godsdienstige of culturele grenzen overschreed, kwamen de zusters van de wijk Ramstein 1 bijeen om traditionele moslimkleding voor Afghaanse vrouwen te naaien. Zuster Bethani Halls zei: ‘We hoorden dat er vrouwen waren die gebedskleding nodig hadden, dus wij naaien die zodat zij zich goed voelen bij hun gebeden.’5

Hulpverlening aardbeving Haïti

Het volgende voorbeeld illustreert dat je niet rijk of oud hoeft te zijn om een werktuig ten goede te zijn. De 18-jarige Marie ‘Djadjou’ Jacques komt uit de gemeente Cavaillon in Haïti. Toen een verwoestende aardbeving in augustus dicht bij haar woonplaats toesloeg, behoorde het huis waarin zij met haar gezinsleden woonde tot de tienduizenden huizen die instortten. De wanhoop door het verlies van je huis is bijna onvoorstelbaar. Maar Djadjou gaf zich niet aan die wanhoop over, doch – geloof het of niet – keek om zich heen.

Marie Jacques
Aardbeving Haïti

Associated Press

Ze zag dat een oudere buurvrouw het erg moeilijk had en ging voor haar zorgen. Anderen hielp ze met puinruimen. Ze was uitgeput, maar hielp andere kerkleden toch met het uitdelen van voedsel en hygiënesets. Djadjous verhaal is een van de vele krachtige verhalen over jongeren en jongvolwassenen die dienden omdat ze het voorbeeld van Jezus Christus wilden volgen.

Hulpverlening overstroming Duitsland

Slechts een paar weken vóór die aardbeving bood een andere groep jongvolwassenen soortgelijke hulp aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. De overstromingen van juli in West-Europa waren de ergste in decennia.

Overstroming in Duitsland

Toen het water eindelijk zakte, overzag een winkelier in de stad Ahrweiler, langs een rivier in Duitsland, de schade, en voelde zich volkomen verslagen. Die nederige man, een vrome katholiek, fluisterde een gebed dat God iemand zou sturen om hem te helpen. De volgende ochtend verscheen president Dan Hammon van het zendingsgebied Frankfurt in zijn straat met een groepje zendelingen die gele Helpende Handen-hesjes droegen. Het water had in de winkel tot 3 meter hoog gestaan en een dikke laag modder achtergelaten. De vrijwilligers schepten de modder weg, verwijderden het tapijt en de gipsplaten, en stapelden alles op straat op waar het opgehaald zou worden. De dolblije winkelier werkte urenlang met ze mee, verbaasd dat de Heer een aantal van zijn dienstknechten had gestuurd om zijn gebed te beantwoorden – en nog wel binnen 24 uur!6

‘Ik bid dat Hij ons zal gebruiken’

Sprekend over het humanitaire werk van de kerk zei ouderling Jeffrey R. Holland eens: ‘Gebeden worden beantwoord […] meestal […] doordat God andere mensen gebruikt. Ik bid dat Hij ons zal gebruiken. Ik bid dat wij de gebeden van onze naasten zullen beantwoorden.’7

Broeders en zusters, door uw bediening, bijdragen, tijd en liefde bent u het antwoord op veel gebeden geweest. Maar er is nog zo veel meer te doen. Als gedoopte leden van de kerk hebben wij een verbond gesloten om voor de behoeftigen te zorgen. Onze persoonlijke inspanningen hoeven geen geld te kosten of ons naar een ver land te brengen;8 maar we hebben wel de leiding van de Heilige Geest nodig en een gewillig hart dat tegen de Heer zegt: ‘Hier ben ik, zend mij.’9

Het jaar van het welbehagen van de Heere

In Lukas 4 staat dat Jezus in Nazareth kwam, waar Hij opgevoed was, en in de synagoge opstond om te lezen. Dit was rond het begin van zijn aardse bediening. Hij haalde een passage uit het boek Jesaja aan:

‘De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid,

om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken. […]

‘Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan.’10

Ik getuig dat die Schrift in onze tijd ook in vervulling gaat. Ik getuig dat Jezus Christus is gekomen om hen te genezen die gebroken van hart zijn. Zijn evangelie moet blinden het gezichtsvermogen geven. Zijn kerk moet vrijlating aan de gevangenen prediken, en zijn discipelen over de hele wereld doen hun best om verslagenen weg te zenden in vrijheid.

Ik wil graag eindigen met de vraag van Jezus aan zijn apostel Simon Petrus: ‘Hebt u mij lief?’11 De kern van het evangelie zit in het antwoord dat wij voor onszelf geven en in de manier waarop wij zijn schapen hoeden.12 Met grote eerbied en liefde voor Jezus Christus, onze Meester, vraag ik ieder van ons om deel uit te maken van zijn fantastische bediening, en bid ik dat Hij ons zal gebruiken. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.