Eén procent beter
Elke moeite om te veranderen, hoe klein die ons ook lijkt, kan een hoop verschil uitmaken.
Ruim honderd jaar was de nationale wielerploeg van Groot-Brittannië het lachertje van de wielerwereld. De middelmatige Britse coureurs hadden in honderd jaar Olympische Spelen slechts een handvol gouden medailles behaald en waren allesbehalve indrukwekkend tijdens de belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar: de meerdaagse Tour de France, die geen enkele Brit in 110 jaar had gewonnen. De toestand van de Britse renners was dermate hopeloos dat sommige fietsfabrikanten weigerden het Britse team fietsen te verkopen, uit angst dat ze hun zorgvuldig opgebouwde reputatie finaal zouden ruïneren. En ondanks de astronomische bedragen die men in de allernieuwste technologieën en trainingsregimes pompte, boekten ze geen vooruitgang.
Tot 2003 tenminste, toen er een kleine, grotendeels ongemerkte wijziging plaatsvond die de geschiedenis van het Britse wielrennen voorgoed zou veranderen. Die nieuwe aanpak zou ook een eeuwig beginsel onthullen – met een belofte – over onze vaak hoofdbrekende taak om een beter mens te worden. Wat gebeurde er dan in het Britse wielrennen dat van toepassing is op ons doel om een betere dochter of zoon van God te worden?
In 2003 werd Sir Dave Brailsford aangenomen. In tegenstelling tot eerdere coaches die het stuur rigoureus en radicaal wilden omgooien, koos Sir Brailsford een strategie die hij ‘de opeenstapeling van kleine winstpunten’ noemde. Dit omvatte het doorvoeren van kleine verbeteringen op elk gebied. Het betekende voortdurend belangrijke statistieken meten en zwakke punten gericht aanpakken.
Het is enigszins te vergelijken met wat Samuel de Lamaniet ‘behoedzaam wandelen’ noemt.1 Als we voor een bredere, holistische visie kiezen, fixeren we ons niet uitsluitend op het probleem of de zonde in kwestie. Brailsford heeft gezegd: ‘Het hele beginsel kwam voort uit het idee dat je, wanneer je alles wat met wielrennen te maken heeft afzonderlijk bekijkt, en elk onderdeel vervolgens met één procent verbetert, een aanzienlijke toename krijgt als je alles bij elkaar optelt.’2
Zijn aanpak komt met die van de Heer overeen, die ons het belang van die één procent leerde – zelfs ten koste van de 99 procent. Uiteraard had Hij het over onze evangelische opdracht om mensen in nood de hand te reiken. Maar stel dat we ditzelfde beginsel toepassen op het heerlijke tweede beginsel van het evangelie, bekering? Stel dat we, in plaats van ons door de wrijvingen en onthutsende schommelingen tussen zonde en bekering te laten belemmeren, kiezen voor een aanpak die onze focus inperkt – maar die in feite wel verruimt? Stel dat we, in plaats van alles te proberen vervolmaken, slechts één ding aanpakken?
Stel dat u met uw nieuwe panoramabeeld bijvoorbeeld merkt dat u uw dagelijkse studie van het Boek van Mormon hebt verwaarloosd? In plaats van wanhopig op één avond 675 pagina’s door te ploegen, zou u er één procent van kunnen lezen – oftewel zeven pagina’s per dag – of een ander aantal dat beter bij uw situatie aansluit. Is het gestaag opeenstapelen van minieme winstpunten dan dé manier om onze vervelendste persoonlijke tekortkomingen te overwinnen? Kan het in behapbare stukjes aanpakken van onze onvolkomenheden echt werken?
De populaire auteur James Clear zegt dat deze aanpak onze kans op succes verhoogt. Hij stelt: ‘Gewoonten zijn de “samengestelde rente van zelfverbetering”. Als je elke dag één procent beter in iets wordt, ben je na een jaar […] 37 keer beter.’3
Brailsford begon met voor de hand liggende kleine verbeteringen in de onderdelen, fietskleding en de trainingsschema’s. Maar daar liet zijn team het niet bij. Ze bleven verbeteringen van één procent aanbrengen op gebieden die over het hoofd werden gezien, zoals voeding en zelfs onderhoud. Na verloop van tijd stapelden deze talloze minuscule verbeteringen zich op tot verbluffende resultaten, die sneller dan verwacht werden bereikt. Ze pasten in feite het eeuwige beginsel ‘regel op regel […], voorschrift op voorschrift, hier een weinig en daar een weinig’ toe.4
Zullen kleine aanpassingen die ‘machtige verandering’5 bewerkstelligen die u verlangt? Als u ze correct doorvoert, ben ik er negenennegentig procent zeker van dat het zal werken! Maar als we resultaten willen bereiken door kleine verbeteringen opeen te stapelen, moeten we er voortdurend, dag in dag uit, mee bezig zijn. En hoewel perfectie nu niet waarschijnlijk is, moeten we zowel volharding als geduld betrachten. Doet u dat, dan ontvangt u dankzij de zoete vrucht van toegenomen rechtschapenheid de vreugde en gemoedsrust die u verlangt. President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Niets is meer bevrijdend, louterend of cruciaal voor onze vooruitgang dan regelmatige, dagelijkse bekering. Bekering is geen eenmalige gebeurtenis, maar een proces. Bekering is de sleutel tot geluk en gemoedsrust. In combinatie met geloof geeft bekering ons toegang tot de kracht van de verzoening van Jezus Christus.’6
Wat de vereiste van geloof voor bekering betreft, zijn de Schriften duidelijk. Aanvankelijk is slechts een ‘sprankje geloof’ nodig.7 En als we die ‘mosterdzaadmentaliteit’8 kunnen opbrengen, mogen ook wij onverwachte, uitzonderlijke verbeteringen verwachten. Maar bedenk wel dat we niet zomaar ineens van Attila de Hun in Moeder Teresa kunnen veranderen; we moeten dus ook onze verbeteringspatronen in kleine stapjes aanpassen. Begin kleinschalig, ook al hebt u grootschalige aanpassingen door te voeren. Dat geldt vooral als u overstelpt of ontmoedigd bent.
Dit proces verloopt niet altijd lineair. Zelfs de meest vastberaden mensen hebben weleens een terugval. Doordat ik zelf ook zulke frustrerende ervaringen heb gehad, weet ik dat dit soms aanvoelt als één procent vooruit en twee procent achteruit. Maar als we die verbeteringen van één procent vastberaden blijven bijeenscharrelen, zal Hij die ‘ons leed heeft […] gedragen’9 zeker ook óns dragen.
Over ernstige zonden is de Heer uiteraard duidelijk en ondubbelzinnig; we moeten ermee ophouden, onze bisschop om hulp vragen, en ons onmiddellijk van dergelijke praktijken afkeren. Maar, zo zegt ouderling David A. Bednar, wat onze ‘gestage, stapsgewijze geestelijke vooruitgang’ betreft, ‘wil de Heer dat we kleine stappen nemen. Ons voorbereiden om onschuldig voor het aangezicht van God te wandelen, is een van de hoofddoelen van de sterfelijkheid en duurt een heel leven. Dit wordt niet bereikt door sporadische spurts van intensieve geestelijke activiteit.’10
Maar werkt deze één-procentaanpak van bekering en ware verandering dan echt? Werkt die ook in de praktijk? Kijk wat er de afgelopen twintig jaar sinds de invoering van deze filosofie met het Britse wielrennen is gebeurd. Britse coureurs hebben de befaamde Tour de France nu zes keer gewonnen. Op de laatste vier Olympische Spelen was Groot-Brittannië in alle wielerdisciplines het succesvolste land. En op de Olympische Spelen in Tokio deze zomer behaalde het Verenigd Koninkrijk in het wielrennen meer gouden medailles dan enig ander land.
Maar veel waardevoller dan werelds zilver of goud is de belofte dat we op weg naar de eeuwigheid ‘in Christus [zullen] triomferen’.11 En als we ons voornemen om kleine verbeteringen gestaag door te voeren, wordt ons ‘de onverwelkbare krans van de heerlijkheid’ beloofd.12 Opdat u zich kunt baden in die onvergankelijke glorie, vraag ik u om uw leven onder de loep te nemen en na te gaan wat u op het verbondspad tegenhoudt of vertraagt. Verbreed uw visie vervolgens. Zoek naar kleine, haalbare verbeterpunten die ertoe kunnen leiden dat u de zoete vreugde van vooruitgang proeft.
Bedenk dat David met slechts één steen een schijnbaar onoverwinnelijke reus neerhaalde. Maar hij had wel vier extra stenen in zijn tas. De goddeloze instelling en eeuwige bestemming van Alma de jonge werden door een eenvoudige gedachte veranderd: een herinnering aan de leringen van zijn vader over de verlossende genade van Jezus Christus. En ook onze Heiland die zonder zonden was, ‘ontving aanvankelijk niet van de volheid, maar vorderde van genade tot genade, totdat Hij een volheid ontving’.13
Hij die het merkt wanneer er een mus op de aarde valt, let zowel op de kleine als op de grote momenten in uw leven, en staat klaar om u te helpen met uw verbetering van één procent naar aanleiding van deze conferentie. Want elke poging om te veranderen, hoe klein die ons ook lijkt, kan een hoop verschil uitmaken.
Ouderling Neal A. Maxwell heeft daarover gezegd: ‘Elke uiting van goed verlangen, elke dienstbare daad, elke daad van aanbidding, hoe klein ook, versnelt onze geestelijke groei.’14 Door kleine en eenvoudige dingen, zelfs dingen van één procent, worden grote dingen teweeggebracht.15 De uiteindelijke overwinning staat voor honderd procent vast, ‘na alles wat wij kunnen doen’,16 door de macht, verdiensten en barmhartigheid van onze Heer en Heiland, Jezus Christus. Dat getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.