2005
Evenwichtig leven
April 2005


Evenwichtig leven

Het leven stelt dagelijks veel eisen aan ons, die we in balans moeten zien te houden.

Een paar jaar geleden, toen we op vakantie waren, kwamen we met panne langs de weg te staan. Tot onze grote opluchting kregen we van de wegenwacht te horen dat het geen ernstig probleem was; alleen de carburateur hoefde maar te worden bijgesteld om het juiste mengsel van benzine en lucht mogelijk te maken.

Sindsdien heb ik meer dan eens gezien hoe belangrijk een goede balans is, niet alleen in machines, maar ook in ons leven. Een periodiek nazicht van onze prioriteiten en een geregelde inspectie van de richting en de gewenste bestemming van ons leven, zorgen ervoor dat we niet materieel, emotioneel of spiritueel instorten.

Het leven stelt dagelijks veel eisen aan ons, die we in balans moeten zien te houden. We hebben het allemaal wel eens dat we in allerlei richtingen worden meegezogen. We kunnen zelfs het getrouw naleven van het evangelie te ver doortrekken, waardoor ons leven uit balans raakt en een wissel trekt op de vrede en harmonie in het gezin.

Dat is mijn vrouw, Wendy, overkomen. Ze heeft jaren op haar tenen gelopen, omdat ze dacht dat ze de volmaakte vrouw en moeder moest zijn, het volmaakte kerklid, de volmaakte buurvrouw en burger. In plaats van zich blij te voelen, voelde ze zich vaak alleen maar incapabel en ontmoedigd. Haar situatie werd er niet beter op toen leiders en vriendinnen, die het allemaal goed bedoelden, haar het gevoel gaven dat ze alles kon bereiken wat ze wilde als ze maar genoeg geloof had. Pas toen ze een zenuwinzinking nabij was, begon ze in te zien wat daar de reden van was. Het was een vervelende tijd, niet alleen voor haar, maar voor het hele gezin. We zijn er sterker door geworden en hebben er veel van geleerd. Maar misschien hadden we ons die pijn kunnen besparen als we eerder hadden ingezien hoe belangrijk het is om ons dagelijkse en geestelijke leven in balans te houden.

Toen ik als bisschop werkzaam was, kwam ik erachter dat de ervaring van mijn vrouw niet uniek was. Ook ouderling Dean L. Larsen, emeritus lid van de Zeventig, heeft het aangestipt: ‘Het lijkt erop dat ik onder de leden van de kerk steeds vaker mensen tegenkom die eerlijk proberen zonde uit de weg te gaan, die echt naar beste weten proberen om de beginselen van het evangelie na te leven, maar die desondanks behoorlijk ongelukkig, gefrustreerd en ontgoocheld zijn.’1

Koning Benjamin heeft zijn volk geadviseerd niet in uitersten te vervallen, zelfs niet in goeddoen: ‘Ziet toe, dat al deze dingen in wijsheid en orde geschieden; want het is niet nodig, dat een mens harder loopt dan zijn kracht hem toelaat’ (Mosiah 4:27).

Evenwicht in het dagelijkse leven

De onevenwichtigheid tussen het dagelijkse en het geestelijk leven is een eeuwenoud probleem, dat in onze tijd alleen maar erger lijkt te worden nu het materialisme toeneemt. Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf heeft gezegd: ‘Waarschijnlijk heeft niemand het beginsel van evenwichtig leven harder nodig dan zij die zich in deze wereld bezighouden met het krijgen van zoveel mogelijk “bezittingen”.’2 Bovendien zijn er talrijke goede en prijzenswaardige bezigheden die onze tijd en energie opeisen. We spenderen en verteren, vliegen en draven, komen en gaan, uit zelfzuchtige overwegingen of niet, maar vroeg of laat komen we erachter dat we onze emotionele en geestelijke kracht hebben verkwanseld en ons hart hebben geofferd aan zaken die er uiteindelijk weinig toe doen. De profeet Jakob uit het Boek van Mormon greep de woorden van Jesaja aan om ons te waarschuwen: ‘Welnu, besteedt geen geld aan wat geen waarde heeft, noch uw arbeid aan wat niet bevredigen kan’ (2 Nephi 9:51; zie Jesaja 55:2).

We kunnen al gauw het idee krijgen dat we voortdurend in de weer moeten zijn — dienen, leiden, adviseren — om onze roeping groot te maken. Het zou echter wel eens kunnen zijn dat we veelzeggender diensten bewijzen en meer spiritualiteit ontwikkelen als we minder vergaderingen en activiteiten hebben. President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft er bij de heiligen op aangedrongen om terug te keren naar wat hij een ‘rustig, gezond leven’3 noemde. Recentelijk nog heeft ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen verklaard: ‘Denk eraan, maak het werk dat gedaan moet worden niet groter, vereenvoudig het.’4 Ons leven is uit balans als we uiterlijke vlijt onze innerlijke goedheid laten verstikken.

Evenwichtig leven houdt soms in dat we voor moeilijke keuzes worden geplaatst, keuzes tussen vele goede en prijzenswaardige zaken. Zo kunnen verschillende educatieve en culturele ervaringen van waarde zijn voor de algemene ontwikkeling van onze kinderen. Ook de serviceprojecten in de kerk en de gemeenschap kunnen ons rijkelijk tot zegen zijn. Maar zelfs bij de afweging van dergelijke nobele doelen en activiteiten, moeten we, om met ouderling Ballard te spreken: ‘eraan denken [dat] te veel van wat dan ook ons uit balans kan brengen. Maar te weinig van de belangrijke zaken levert hetzelfde resultaat op.’5 Misschien is wel het ergste dat we onze kinderen kunnen aandoen, ze de gelegenheid bieden om nog meer te sporten of aan nog meer muzieklessen mee te doen of andere bezigheden die geld kosten en hen uit het gezinsleven weghalen. Onze kinderen leren hoe ze een ‘rustig, gezond’ en evenwichtig leven kunnen leiden, is misschien wel het belangrijkste dat we voor ze kunnen doen in deze heftige, laatste dagen.

Soms schrikken we ervan terug om de aanslagen op onze tijd af te weren, omdat we bang zijn dat dat egoïstisch overkomt. Maar zelfs de Heiland onttrok Zich soms een tijdje aan de dringende behoeften van de scharen. (Zie bijvoorbeeld Lucas 5:16.) Daaruit putte Hij de kracht om anderen beter te dienen.

Om in balans te blijven, zullen we soms nee moeten zeggen tegen activiteiten waarvoor we geen tijd, middelen of energie hebben. We hoeven ons echt niet schuldig te voelen als we zo nu en dan even pas op de plaats maken, want waar kunnen we nu beter nieuwe energie opdoen dan thuis onder dierbaren.

Evenwicht in het geestelijk leven

Net als onevenwichtigheid in ons dagelijks leven funest kan zijn voor onze emotionele en geestelijke gemoedsrust, zo ook kan geestelijke onevenwichtigheid schadelijke gevolgen hebben voor elk ander aspect van ons leven. Om geestelijk in balans te blijven, moeten we beseffen dat de Heer niet van ons verwacht dat we in dit leven al volmaakt worden. Denken dat we in alles wat we doen hier en nu volmaakt moeten zijn, is onrealistisch en is in feite nadelig voor onze evangeliebeleving en verstikkend voor onze spiritualiteit. Als we voor ons gevoel tekortschieten, een gevoel dat we onszelf vaak opleggen, zijn we geneigd om onszelf er ongenadig van langs te geven met onverdiende zelfkritiek en schuldgevoelens of gaan we onszelf over de kop werken om toch nog volmaaktheid te bereiken.

De raad van koning Benjamin om niet harder te lopen dan we kracht hebben, houdt misschien wel meer verband met ons geestelijke leven dan met ons dagelijkse. Het sleutelwoord in de raad van koning Benjamin is ‘ijverig’. (Zie Mosiah 4:27.) We moeten bedenken dat geestelijke groei niet plotseling komt, maar met tijd en ervaring. De bemoedigende boodschap van het evangelie is dat God niet van ons eist dat we sensationele of buitengewone daden verrichten, maar eerder dat we het vandaag beter proberen te doen dan gisteren. Hij is bekend met onze verlangens, ons voornemen, onze richting en onze daden.

Om geestelijk in balans te blijven, moeten we geregeld onze geestelijke vooruitgang onder de loep nemen. Als we in alle eerlijkheid vaststellen wat de verlangens van ons hart zijn en de richting die ons leven opgaat, zullen we kunnen afrekenen met onze onzekerheid. Ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft ons deze geïnspireerde raad gegeven:

‘We moeten leren onderscheid maken tussen goddelijk misnoegen en duivelse dissonantie, tussen ontevreden zijn over onszelf en pure zelfverachting. Dat eerste hebben we nodig, het tweede moeten we mijden, want als ons geweten ons toeroept bij de volgende hindernis, is dat niet bij voorbaat om kritiek te leveren, maar ook om ons aan te moedigen.

‘(…) We moeten overwegen hoe ver we het pad naar perfectie al hebben beklommen; meestal is dat veel verder dan we willen toegeven. (…)

‘We moeten rustig maar eerlijk onze sterke punten inventariseren. (…) De meesten van ons zijn oneerlijke boekhouders en hebben bevestiging nodig van “externe verificateurs”. Hij die in de eerste staat werd neergeworpen, geniet ervan als we onszelf neerhalen. Zelfverachting is van Satan; in de hemel bestaat zoiets niet. We moeten uiteraard leren van onze fouten, maar we hoeven ze niet voortdurend af te spelen, alsof de wedstrijd uit niet meer dan herhalingen bestaat.’6

Een van de hinderpalen voor geestelijke evenwichtigheid is ‘pseudo-onafhankelijkheid’. Robert L. Millet heeft aangegeven dat het gevaarlijk is om te veel op onze eigen kracht te vertrouwen. Hij zei dat sommige kerkleden van wie de vooruitgang stagneert, en die zich daar schuldig over voelen, ‘proberen hun inspanningen te verdubbelen en harder te werken. Als hun huidige snelheid het probleem niet oplost, besluiten ze om nog harder te gaan lopen. Te vaak is er dan sprake van een verminderde meeropbrengst — uitputting en nog meer frustraties. Het antwoord op alle problemen hoeft niet noodzakelijkerwijs meer en harder werken te zijn, vooral als het gaat om geestelijke zaken. Het antwoord komt vaak neer op het inzien van onze beperkingen en doen wat we kunnen, waarbij we tegelijk de Heer om hulp vragen.’7

Toepassing van de verzoening

Terwijl mijn vrouw uit alle macht probeerde uit de draaimolen van goede werken gevolgd door frustratie en ontmoediging te stappen, fluisterde de Geest van de Heer haar in dat wat ze van zichzelf eiste de Heer niet aangenaam was, omdat ze niet toestond dat de verzoening volledig in haar leven werkzaam was. Ons voordeel willen doen met de verzoening is geen teken van zwakte. Het is eerder een teken van moed, geloof en dankbaarheid. Dankzij de verzoening kunnen we ons niet alleen van onze zonden bekeren, maar ook een uitstorting van Jezus’ genade krijgen, die ons kracht geeft als we gewoonweg niet de macht hebben om onze menselijke zwaktes te overwinnen. Het stelt de Heiland in staat om te delen in onze lasten en om onze vele tekortkomingen te compenseren. (Zie Matteüs 11:28–30; Ether 12:27.)

Mensen van wie het dagelijkse of geestelijke leven uit balans is, ervaren geen gemoedsrust. Ze laten zich heen en weer slingeren door de winden van ontmoediging en door de stormen van frustratie. Maar net zoals Jezus de storm op het Meer van Galilea stilde (zie Matteüs 8:26), kan Hij ons zegenen met een kalme, troostende en sturende invloed als we maar vaart minderen, niet harder lopen dan onze krachten toelaten en toch ‘standvastig in Christus voorwaarts streven’ (2 Nephi 31:20).

Brent L. Top is werkzaam als president van het zendingsgebied Peoria (Illinois, VS).

Noten

  1. ‘My Peace I Give unto You’, AMCAP Journal, 1986, pp. 12–13.

  2. ‘De balans van het leven’, De Ster, juli 1987, p. 10.

  3. ‘Glimpses of Heaven’, Ensign, december 1971, p. 39.

  4. ‘Leerstellig fundament van de hulporganisaties’, Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leiders, 10 januari 2004, p. 8.

  5. Ensign, mei 1987, p. 16.

  6. ‘Notwithstanding My Weakness’, Ensign, november 1976, p. 14.

  7. Life in Christ (1990), pp. 47–48.