2005
De herstelling: De waarheid is terug
April 2005


De herstelling: De waarheid is terug

Het evangelie van Jezus Christus is vaak geopenbaard aan de wereld. Het is elke keer in een bedeling geopenbaard — aan Adam, Henoch, Noach, Abraham en andere profeten, met inbegrip van de profeten in het Boek van Mormon.1 Zelfs de Heiland heeft het evangelie in zijn bedeling opnieuw gebracht. Het evangelie moest telkens weer hersteld worden, omdat het was verworpen en niet meer op aarde was vanwege de slechtheid van de mensen. Uiteindelijk is het evangelie in de bedeling van de volheid der tijden voor de laatste keer hersteld door de profeet Joseph Smith.

Onderstaand vind je belangrijke eerste gebeurtenissen die de herstelling van het evangelie en de groei van de kerk mogelijk hebben gemaakt.

Het eerste visioen

In Jakobus 1, vers 5 staat: ‘Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.’

Na dit vers in de lente van 1820 gelezen te hebben, besloot de toen veertienjarige Joseph Smith jr. de belofte van Jakobus op de proef te stellen. Hij ging het bos vlakbij zijn huis in om God te bidden.

President Gordon B. Hinckley heeft tijdens een bezoek aan het heilige bos, waarin Joseph heeft gebeden om te weten welke kerk waar was, gezegd: ‘Op deze plek is de lange nacht van de afval overgegaan in de heerlijke dageraad van een nieuwe tijd. God in eigen Persoon is hier gekomen en heeft hier gesproken. Hier, tussen deze bomen, op deze gewijde plek, is de aard van God opnieuw geopenbaard.

‘Een jongen, onbevangen en ontvankelijk, was het kanaal waarlangs deze openbaring en vele andere, zich verspreidden. Vanaf Joseph Smith ben ik de vijftiende in de rij die de profetenmantel van hem heeft overgenomen. Daarom geef ik plechtig mijn getuigenis dat het verslag van de profeet over deze gebeurtenissen waar is, dat de Vader hier heeft getuigd van de goddelijke natuur van zijn Zoon, dat de Zoon de jonge profeet aanwijzingen heeft gegeven, waarna er een reeks gebeurtenissen volgde die leidden tot de stichting van “de enige ware en levende kerk op het oppervlak der gehele aarde, waarin Ik, de Heer”, zo verklaarde Hij, “welbehagen heb” (LV 1:30)’.2

De eerste profeet

Joseph Smith jr. is geboren in Sharon (Vermont, VS) op 23 december 1805. Zijn ouders, Joseph Smith sr. en Lucy Mack Smith, waren beiden zeer gelovig en leerden hun kinderen in God te geloven en hun eeuwig heil na te streven. Joseph sr. en Lucy hadden elf kinderen. Joseph was de vijfde.

Joseph Smith is geboren als instrument in Gods handen om Christus’ kerk in deze bedeling te herstellen. President Brigham Young (1801–1877) heeft over Joseph gezegd: ‘In de raden van de eeuwigheid was het, lang voordat de fundamenten van de aarde waren gelegd, al besloten dat hij, Joseph Smith, in de laatste bedeling van deze wereld de man zou zijn die het woord van God bij de mensen zou brengen en alle sleutels en macht van het priesterschap van de Zoon van God zou ontvangen. (…) Hij is in de eeuwigheid geordend om deze laatste bedeling te presideren.’3

De eerste ordeningen in het priesterschap

Als onderdeel van de herstelling stuurde de Heer op 15 mei 1829 Johannes de Doper naar Joseph Smith en Oliver Cowdery om de sleutels van het Aäronisch priesterschap over te dragen. President Thomas S. Monson, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Daar, aan de oever van de Susquehanna River, bij Harmony in Pennsylvania, legde Johannes zijn handen op het hoofd van Joseph en Oliver en zei: “Aan u, mijn mededienstknechten, verleen ik, in naam van de Messias, het priesterschap van Aäron, dat de sleutels omvat van de bediening van engelen en van het evangelie van bekering en van de doop door onderdompeling tot vergeving van zonden” (LV 13:1). De boodschapper verklaarde dat hij handelde op aanwijzing van Petrus, Jakobus en Johannes, die de sleutels van het Melchizedekse priesterschap droegen. Ordening en doop volgden. (…)

‘Niet lang daarna werden Petrus, Jakobus en Johannes gestuurd om het Melchizedeks priesterschap te herstellen. Deze apostelen zijn door de Heer gestuurd om Joseph en Oliver tot apostelen en bijzondere getuigen van zijn naam te ordenen en te bevestigen. (…)

‘Als gevolg van die gebeurtenissen hebben wij allemaal de heilige en plechtige plicht om trouw te zijn aan de taak die we hebben gekregen.’4

De eerste getuigen

Vier jaar na het eerste bezoek van de engel Moroni aan Joseph Smith kreeg laatstgenoemde de gouden platen van Moroni, die hij begon te vertalen. Aanvankelijk was het niemand toegestaan de platen te zien, maar later openbaarde de Heer dat drie mannen zouden worden verkozen om van het Boek van Mormon en de gouden platen te getuigen. (Zie LV 5:11–15.)

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over deze drie getuigen gesproken: ‘De drie mannen die als getuige van het Boek van Mormon werden gekozen, waren Oliver Cowdery, David Whitmer en Martin Harris. Hun “Getuigenis van de drie getuigen” staat in alle (…) exemplaren van het Boek van Mormon die de kerk sinds 1830 heeft uitgegeven. Deze getuigen verklaren plechtig dat ze “de platen hebben gezien die deze kroniek bevatten” en “de graveersels die op de platen staan”. Ze getuigen dat deze geschriften “zijn vertaald door de gave en macht Gods, want zijn stem heeft het ons verkondigd.” Zij getuigen: “Wij verklaren in ernstige bewoordingen dat een engel Gods uit de hemel neerdaalde, en ze meebracht en voor onze ogen neerlegde, zodat wij de platen en de graveersels erop aanschouwden en zagen; en wij weten dat het door de genade van God de Vader en onze Heer Jezus Christus is dat wij hebben aanschouwd, en wij getuigen dat deze dingen waar zijn.”

‘Verder “De stem des Heren [gebood] ons om ervan te getuigen; daarom, uit gehoorzaamheid aan de geboden Gods, getuigen wij van deze dingen.”’5

De profeet werd toegestaan de platen aan acht andere getuigen te laten zien. Ook hun getuigenis is in het Boek van Mormon opgenomen.

De eerste kerkdienst

De stichting van de kerk vond plaats in een woning in Fayette (New York, VS). Om te voldoen aan de wet op stichting van een godsdienstige instelling koos Joseph vijf mannen als medestichters. De bijna zestig aanwezigen steunden Joseph Smith en Oliver Cowdery als ouderlingen van de kerk. Het avondmaal werd gezegend, de heiligen zongen en baden samen, en sommigen lieten zich dopen en bevestigen.

‘6 april 1830 is een belangrijke datum voor heiligen der laatste dagen’, heeft ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen gezegd. ‘Het is dag dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is gesticht. De vertaling en publicatie van het Boek van Mormon waren voltooid, het priesterschap was hersteld, en de Heer had de aanwijzing gegeven dat zijn kerk weer op aarde moest worden gesticht.’6

De laatste bedeling

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen blijft door middel van profetische openbaring naar nieuwe eerste voortbrengsels geleid worden. In veel landen zien we nu de eerste bekeerlingen of de eerste tempel, en de zendelingen blijven het evangelie over ter wereld prediken aan mensen die het voor het eerst horen.

Ook voor jou is een rol weggelegd. Sprekend over de pioniers die de kerk in de beginperiode hebben opgebouwd, heeft president Hinckley gezegd: ‘Van hen werd veel verlangd, van ons evenzo. En wat ze hebben gedaan, deden ze met wat ze hadden. Wij hebben zoveel meer, en we hebben dan ook de uitdaging om aan het werk te gaan en het Koninkrijk van God op te bouwen.’7

Hoe meer je met anderen over het evangelie spreekt en het getrouw naleeft, des te meer help je bij de opbouw van Gods koninkrijk, zodat steeds meer mensen in deze laatste bedeling het te horen krijgen.

TOEN EN NU

1830: de kerk wordt met zes leden officieel gesticht

Nu: ruim 12 miljoen leden

1830: minder dan twintig zendelingen

Nu: ruim 50 duizend zendelingen

1830: 5.000 exemplaren van het Boek van Mormon

Nu: ruim honderd miljoen gedrukte exemplaren van het Boek van Mormon

1836: één tempel

Nu: 119 tempels

DE EERSTE PUBLICATIE

Omdat hij onder inspiratie werkte, kostte het Joseph Smith maar 65 werkdagen tussen begin april en eind juni 1829 om het Boek van Mormon te vertalen.8 De profeet werkte in rap tempo en keek zelden na wat hij had vertaald. Hij had nooit oude geschriften bestudeerd en hij heeft, buiten de gouden platen die hij vertaalde, nooit andere bronnen geraadpleegd.9

Oliver Cowdery, die een van Josephs klerken was, heeft gezegd: ‘Dit waren dagen om nooit te vergeten — te zitten onder het geluid van een stem die door inspiratie uit de hemel werd bevolen te spreken, wekte de allergrootste dankbaarheid op van dit hart! Dag in dag uit ging ik zonder onderbreking verder om de woorden uit zijn mond op te schrijven, terwijl hij met de Urim en Tummim (…) vertaalde.’10

Toen het boek vertaald was, namen Joseph en Martin Harris het mee naar de drukkerij van E. B. Grandin. Er werden 5.000 exemplaren gedrukt. De boeken waren in de lente van 1830 klaar om in de verkoop te gaan.

DE EERSTE TEMPEL

De kerk was weer officieel op aarde. ‘Maar het werk van de herstelling was nog niet voltooid’, legt ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen uit. ‘Net als vroeger kregen de leden van de kerk de opdracht om een tempel te bouwen, die op 27 maart 1836 in Kirtland (Ohio) werd ingewijd. Een week later, op 3 april, werd daar een bijeenkomst gehouden. Na een plechtig en stil gebed zagen Joseph en Oliver de Heer Jezus Christus voor zich staan. (…) Mozes, Elias en Elia verschenen daar ook, en overhandigden de sleutels van het koninkrijk aan Joseph’.11

Slechts twee jaar na de inwijding van de tempel en de herstelling van heilige sleutels aan de profeet daar, waren de heiligen gedwongen Kirtland en de eerste tempel te verlaten vanwege armoede, vervolging en

Noten

  1. ‘Een bedeling is een tijdperk waarin de Heer minimaal één bevoegde dienstknecht op aarde heeft die de sleutels van het heilige priesterschap draagt’ (Gids bij de Schriften, ‘Bedeling’, pp. 16–17).

  2. ‘Bijzondere getuigen van Christus’, Liahona, april 2001, p. 24.

  3. Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young (1997), p. 96.

  4. ‘Alles wat de Vader heeft’, De Ster, mei 1990, p. 4.

  5. ‘De getuige: Martin Harris’, Liahona, juli 1999, p. 41.

  6. ‘Sla acht op de stem van de profeet’, De Ster, januari 1995, p. 15.

  7. ‘Trouw aan het geloof’, De Ster, mei 1997, pp. 66–67.

  8. Zie John W. Welch, ‘In hoeveel tijd heeft Joseph Smith het Boek van Mormon vertaald?’ De Ster, september 1989, pp. 14–15.

  9. Zie Neal A. Maxwell, “By the Gift and Power of God,” Ensign, januari 1997, pp. 39–40.

  10. Geschiedenis van Joseph Smith 1:71, eindnoot.

  11. ‘Een getuigenis van het herstelde evangelie van Jezus Christus ontvangen’, Liahona, november 2003, p. 30; zie LV 110.

Afdrukken