Een priester- schapsquorum
De kracht van een quorum komt voort uit de rechtschapen eenheid onder de leden.
Ik ben dankbaar dat ik deze priesterschapsbijeenkomst met u mag bijwonen. Wij zijn allemaal lid van een priesterschapsquorum. Dat is voor u misschien niet ongewoon, maar voor mij wel. Ik ben in een kleine gemeente tot diaken in het Aäronisch priesterschap geordend. Er was maar één gezin in de gemeente. We hadden geen kerkgebouw. We kwamen bij ons thuis bij elkaar. Ik was de enige diaken en mijn broer de enige leraar.
Dus ik weet hoe het is om het priesterschap alleen te dragen, zonder anderen in een quorum. Ik was tevreden in die kleine gemeente zonder quorum. Ik wist niet wat ik miste. En toen verhuisden we naar een plek waar veel priesterschapsdragers en sterke quorums waren.
Ik heb in de loop der jaren geleerd dat de kracht van een quorum niet van het aantal priesterschapsdragers afhankelijk is. Ook zijn de leeftijd en volwassenheid van de leden niet bepalend. De kracht van een quorum komt voornamelijk voort uit de rechtschapen eenheid onder de leden. Die eenheid in een sterk priesterschapsquorum is niet te vergelijken met sportteams, verenigingen of andere organisaties in de wereld.
De woorden van Alma in het boek Mosiah beschrijven enigszins de eenheid die ik in sterke priesterschapsquorums heb ondervonden:
‘En hij gebood hun dat er geen twist onder hen moest zijn, maar dat zij eensgezind vooruit moesten kijken, met één geloof en één doop, en met hun hart samengevoegd in eenheid en in liefde jegens elkaar.’1
Alma vertelde het volk ook hoe ze voor die eenheid in aanmerking konden komen. Hij gebood hun dat zij niets anders moesten prediken dan bekering en geloof in de Heer, die zijn volk had verlost.2
Wat Alma verkondigde en wat voor ieder eensgezind priesterschapsquorum geldt, is dat het hart van de leden door de verzoening van Jezus Christus wordt veranderd. Daardoor worden zij een eenheid.
U begrijpt dan ook waarom de Heer de quorumpresidenten de opdracht geeft om op dezelfde manier als Hij leiding te geven. In afdeling 107 van de Leer en Verbonden gebruikt Hij bijna dezelfde woorden om de taken van de president van ieder quorum te beschrijven. De quorumpresident diakenen onderricht de quorumleden in hun taak ‘zoals aangegeven is volgens de verbonden.’3 De quorumpresident leraren onderricht de quorumleden in hun taak ‘zoals aangegeven in de verbonden.’4 De president van het priestersquorum, de bisschop, krijgt de opdracht ‘om achtenveertig priesters te presideren, en in raadsvergadering met hen bijeen te komen, om hun de plichten van hun ambt te leren, zoals aangegeven is in de verbonden.’5
De quorumpresident ouderlingen krijgt deze opdracht:
‘Voorts is het de plicht van de president van het ambt van ouderling om zesennegentig ouderlingen te presideren, en met hen in raadsvergadering bijeen te komen, en hun te leren overeenkomstig de verbonden.’6
Het is eenvoudig om te begrijpen waarom God wil dat zijn quorums ‘overeenkomstig de verbonden’ worden onderricht. Verbonden zijn plechtige beloften. Onze hemelse Vader belooft ons het eeuwige leven als wij verbonden sluiten en naleven. Wij ontvangen bijvoorbeeld het priesterschap met een verbond dat we Hem trouw met zijn werk zullen helpen. De mensen die zich laten dopen beloven in Jezus Christus te geloven, zich te bekeren en de geboden te onderhouden. Ieder verbond vereist geloof in Jezus Christus en gehoorzaamheid aan zijn geboden zodat wij in aanmerking kunnen komen voor de vergeving en het gezuiverde hart die noodzakelijk zijn om het eeuwige leven te beërven, de grootste van alle gaven Gods.
U kunt zich afvragen: Moet iedere les in het quorum dan alleen over geloof en bekering gaan? Natuurlijk niet. Maar het betekent wel dat de leerkracht en de aanwezigen altijd het verlangen moeten hebben om de Geest van de Heer uit te nodigen om hun geloof te bevorderen, zich voor te nemen zich te bekeren en rein te worden.
En dat verlangen reikt verder dan de muren van de ruimte waar het quorum vergadert. Als een quorum daadwerkelijk eensgezind is, zullen alle leden dat verlangen hebben, waar ze zich ook bevinden.
Dat zag ik enkele jaren geleden in een diakenenquorum dat ik les gaf. Enkele diakenen kwamen zo nu en dan niet naar de quorumvergadering. Ik wist dat het onderricht in dat quorum — en in ieder quorum — de verantwoordelijkheid was van de president die de sleutels droeg. Hij diende in raadsvergadering met hen bijeen te komen. En daarom vroeg ik altijd aan de president met de sleutels van God: ‘Waarin zal ik onderwijzen? Wat zal ik proberen te bereiken?’
Ik leerde zijn raad opvolgen, omdat ik wist dat God hem de verantwoordelijkheid had gegeven om zijn quorumleden te onderrichten. Op een zondag wist ik dat God de instructies van een jonge quorumpresident had erkend. Ik gaf de diakenen les. Ik zag een lege stoel. Er lag een cassetterecorder op de stoel, die aanstond. Na de les nam de jongen die naast de lege stoel zat de recorder mee. Toen hij het lokaal uitliep vroeg ik hem waarom hij onze les had opgenomen. Hij glimlachte en zei dat een andere diaken had laten weten dat hij die dag niet naar de kerk kon komen. Hij ging met de recorder naar het huis van zijn vriend zodat hij naar onze les kon luisteren.
Ik had op het verantwoordelijkheidsbesef van een jonge quorumpresident vertrouwd, dus kwam er hulp uit de hemel. De Geest had de leden in het lokaal geraakt en had een van hen naar een vriend gestuurd om zijn geloof te versterken en hem tot bekering te leiden. De diaken met de recorder had overeenkomstig de verbonden iets geleerd, en hij had de helpende hand uitgestoken naar zijn vriend en medelid van het quorum.
Leden van een priesterschapsquorum leren niet alleen van lessen in een klas. Het quorum is een eenheid die hulp verleent, en de leden leren van hun dienstbaarheid. Een quorum kan meer hulp verlenen dan de leden individueel. En die kracht wordt door meer dan alleen aantallen vermenigvuldigd. Ieder quorum heeft een leider met de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid om de hulpverlening van de priesterschap te besturen. Ik heb de kracht gezien die beschikbaar is als een quorum wordt geroepen om in tijden van nood hulp te verlenen. Keer op keer hebben mensen buiten de kerk hun verbazing en bewondering uitgesproken voor de effectieve wijze waarop de kerk hulp heeft verleend. In hun ogen is het een wonder. Bij alle hulpbetoon van de priesterschap vindt er een wonder van kracht plaats omdat de leiders en leden de bevoegdheid erkennen van hen die de priesterschapsquorums over de hele wereld leiden.
Er vinden wonderen van kracht plaats als quorums de helpende hand uitsteken om anderen te dienen. Maar ook als de hulp verleend wordt aan iemand binnen het quorum. Een quorumpresident diakenen kwam op een zondagochtend vroeg met zijn raadgevers en de secretaris bij elkaar. Na een gebedvolle bespreking voelde hij zich geïnspireerd om een diaken de opdracht te geven om een andere diaken uit te nodigen die nog nooit naar de kerk was gekomen. Hij wist dat de vader van de diaken geen lid van de kerk was en dat zijn moeder niet veel interesse in de kerk had.
De diaken accepteerde de opdracht van zijn president om contact met de jongen op te nemen. En hij ging. Ik zag hem gaan. Hij ging enigszins schoorvoetend, alsof hij een moeilijke opdracht had gekregen. De jongen die hij uitnodigde voor het quorum kwam maar een paar keer naar de kerk voordat het gezin verhuisde. Vele jaren later bezocht ik duizenden kilometers bij dat diakenenquorum vandaan een ringconferentie. Tussen de bijeenkomsten in kwam er een man naar me toe die vroeg of ik een bepaalde persoon kende. Hij noemde zijn naam. Het was de jongen die van zijn quorumpresident diakenen de opdracht had gekregen om een verloren schaap op te zoeken. De man zei: ‘Wilt u hem bedanken? Ik ben de grootvader van de jongen die jaren geleden werd uitgenodigd om naar de kerk te komen. Hij is nu volwassen. Maar hij praat nog steeds met me over de diaken die hem had uitgenodigd om naar de kerk te komen.’
Hij had tranen in zijn ogen, en ik ook. Een jonge quorumpresident had zich geïnspireerd gevoeld om de helpende hand uit te steken naar een verloren lid van zijn quorum. Hij had de inspiratie ontvangen om een jongen op pad te sturen. Die president had gedaan wat de Meester zou hebben gedaan. En ondertussen had die jonge president een nieuwe priesterschapsdrager onderricht in zijn taak om anderen te dienen, overeenkomstig de verbonden. Harten werden verenigd die na ruim twintig jaar en op duizenden kilometers afstand nog steeds onderling verbonden waren. Eenheid in het quorum blijft intact als die in dienst van de Heer en op de manier van de Heer is gevormd.
Een van de kenmerken van een sterk quorum is het gevoel van broederschap onder de leden. Zij zorgen voor elkaar. Zij helpen elkaar. Quorumpresidenten kunnen die broederschap het best versterken als zij begrijpen dat de Heer eenheid in het quorum verwacht. Uiteraard helpen zij elkaar. Maar er is meer, veel meer. Zij bouwen elkaar op en moedigen elkaar aan om samen in rechtschapenheid met de Meester zijn werk te volbrengen om de kinderen van onze hemelse Vader het eeuwige leven te bieden.
Als we dat begrijpen, zullen we op een andere manier eenheid in het quorum bevorderen. Het kan bijvoorbeeld de manier veranderen waarop de leraren basketbal spelen. De leden proberen dan de broederschap te versterken in plaats van alleen een wedstrijd te winnen. Ze kunnen een jongen uitnodigen die altijd over het hoofd gezien wordt omdat hij niet zo goed speelt. Als hij de uitnodiging aanvaardt en meespeelt, zullen de quorumleden hem wat vaker de bal toespelen en hem de kans geven om wat punten te scoren. Twintig jaar later weten ze waarschijnlijk niet meer of ze die avond gewonnen hebben, maar ze zullen altijd onthouden hoe ze samen gespeeld hebben en waarom (…) en wiens team het was. De Heer heeft gezegd: ‘Indien gij niet één zijt, zijt gij de Mijnen niet.’7
Als wij begrijpen waarom de Heer broederschap verlangt, kan dat de manier veranderen waarop een feestje van het ouderlingenquorum wordt georganiseerd. Ik ben naar een feestje geweest waar de organisatie in handen van een bekeerling was. Het evangelie was het beste wat hij in zijn leven had gevonden. Dus hij had buren en vrienden uitgenodigd die nog geen lid van de kerk waren. Ik kan me het gevoel van broederschap nog herinneren toen we met hen spraken over wat de kerk voor ons betekent. Tijdens dat feestje voelde ik meer broederschap onder de leden van het quorum. Tijdens zijn aardse bediening nodigde de Meester zijn discipelen uit om lid van het Quorum der Twaalf te worden met de woorden: ‘Komt achter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken.’8 En daarom voelde ik me die avond op een feestje in de nabijheid van de Meester en zijn discipelen, omdat we ernaar streefden om aan zijn verwachtingen te voldoen.
Als Aäronisch-priesterschapsdrager ben ik door een priesterschapsleider met hetzelfde gevoel van broederschap gezegend. Hij begreep hoe we duurzame broederschap in de priesterschap kunnen bevorderen. Hij sprak met de eigenaar van een bosbouwgebied af dat wij een middag zouden komen houthakken. Het hout was bestemd voor de weduwen, zodat zij in de koude winter wat vuur konden stoken. Ik kan me de warme broederschap onder de leden van ons quorum nog wel herinneren. Maar het gevoel dat ik deed wat de Heiland van mij verwachtte, kan ik me beter herinneren. En daarom voelde ik me met Hem verbonden. Als we in overeenstemming met de verbonden leven, kunnen we die waardevolle broederschap in ons quorum ontwikkelen, waarna we die voor eeuwig in heerlijkheid en als gezin kunnen ervaren.
Ik bid dat u de uitnodiging van de Heer zult aanvaarden om in onze priesterschapsquorums eensgezind te zijn. Hij heeft de weg aangegeven. En Hij heeft ons beloofd dat goede quorums met zijn hulp buitengewone quorums kunnen worden. En dat wil Hij ons bieden. Ik weet dat Hij sterkere quorums nodig heeft om de kinderen van onze hemelse Vader tot zegen te zijn, overeenkomstig de verbonden. Daar vertrouw ik op.
Ik weet dat onze hemelse Vader leeft. Ik weet dat zijn Zoon, Jezus Christus, de zonden op Zich heeft genomen van ons en van iedereen met wie wij in aanraking komen. Hij is herrezen. Hij leeft. Het leidt zijn kerk. Hij bezit alle sleutels van het priesterschap. Door inspiratie aan de leiders die de sleutels in de kerk dragen, roept Hij iedere president van ieder quorum. Ik getuig dat het priesterschap met alle sleutels door middel van Joseph Smith hersteld is. En ik getuig plechtig dat die sleutels zijn doorgegeven aan de huidige president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen — de president van de priesterschap op de gehele aarde.
Daarvan getuig ik, in de naam van Jezus Christus. Amen.