2007
Een getuigenis van profeten
Oktober 2007


Een getuigenis van profeten

Toen ik twaalf was, bracht ik de zendelingen in contact met mijn familie. Ik had ze op straat ontmoet en ze waren vriendelijk voor me. Ze hielpen de kerk met de bouw van een kapel in de stad waar ik woonde in Brazilië. Ze vroegen me of ik wilde helpen, wat ik in mijn vrije tijd ook begon te doen. Ik had nog nooit gehoord van jongemannen die ervoor kozen hun tijd te besteden aan het bouwen van een kerk.

Ik was zo van ze onder de indruk, dat ik besloot ze aan mijn ouders voor te stellen. We nodigden ze uit om bij ons thuis te komen. De zendelingen gaven ons gezin de eerste zendelingenles. We hadden nooit gerookt, zodat we ons als gezin al aan dat onderdeel van het woord van wijsheid hielden. Ook hielden we bij ons thuis elke avond gezinsavond. We noemden het alleen geen gezinsavond, maar zo deden we het wel. We waren katholiek en gingen regelmatig naar onze kerk. Mijn vader zei dan ook dat we tevreden waren met ons geloof.

De zendelingen gingen weg, maar maakten aantekeningen over ons gezin in de map van hun werkgebied die in de woonruimte van de zendelingen achterbleef. Ze schreven erin dat ze het gevoel hadden dat we lid van de kerk zouden worden.

Leren over eeuwige gezinnen

Tien jaar later woonde ik in een andere stad toen er nieuwe zendelingen in het gebied kwamen waar mijn ouders nog woonden. Ze hadden niemand om te onderwijzen en besloten de werkgebiedmap erbij te pakken. Ze troffen de naam van mijn ouders aan en besloten langs te gaan. De zendelingen spraken een gebed uit voordat ze gingen en de Heer zegende hen met inspiratie. Mijn vader was zeer trouw aan zijn geloof, maar toch had hij een vraag. Hij kon niet geloven dat na de dood zijn vrouw niet meer zijn vrouw zou zijn. Hij voelde echt dat familiebanden na de dood moesten voortbestaan. Hij had deze vraag voorgelegd aan predikanten van verschillende kerken, en iedereen legde hem uit: ‘Nee, na de dood wordt je vrouw als een zus voor je en je zoon als een broer.’

Toen deze zendelingen bij mijn ouders aan de deur kwamen, deed mijn vader open en zei dat hij hun boodschap al eerder had gehoord en geen belangstelling had. Maar de zendelingen zeiden: ‘We hebben nog een boodschap voor u. Weet u dat uw gezin eeuwig samen kan zijn?’ Deze woorden inspireerden hem. Mijn vader liet ze binnen om hem te onderwijzen. Onder leiding van de Geest vertelden de zendelingen mijn familie over het eeuwig huwelijk en eeuwige gezinnen. Na deze kennismaking met het evangelie bleven mijn ouders doorgaan met de gesprekken met de zendelingen totdat ze een getuigenis kregen en besloten zich te laten dopen en bevestigen.

Het verkrijgen van mijn getuigenis

Vijf jaar later — ik was inmiddels 27 — woonde ik weer een tijdje bij mijn ouders in. Mijn vader was wijkzendingsleider en de zendelingzusters waren iemand anders bij ons thuis aan het onderwijzen. Ik ving op dat ze over het Boek van Mormon en Joseph Smith spraken en besloot erover te bidden. Het leek me wel logisch dat als Joseph Smith een profeet was, het Boek van Mormon waar is en de kerk waar is.

Die avond begon ik in de geschiedenis van Joseph Smith over zijn visioen in het heilige bos te lezen. Toen stopte ik en bad ik tot de Heer. Zo bracht ik de hele nacht lezend en biddend door, alinea voor alinea. Ik deed er veertien uur over. Er gebeurde iets met me toen ik begon na te denken. Het leek of ik met Joseph in het bos was. Het was een intense en levensechte ervaring. Ik leek te zien wat er gebeurde. Na mijn gebed de volgende ochtend wist ik dat Joseph Smith een profeet was.

Ik ging direct op zoek naar de zendelingen. Toen de zendelingzusters rond het middaguur thuiskwamen om te eten, zat ik ze voor hun deur op te wachten. Ik vroeg ze mij de zendelingenlessen te onderwijzen. Nadat ze me in een korte tijdsperiode de zeven zendelingenlessen hadden onderwezen, werd ik gedoopt en bevestigd als lid van de kerk.

De profeet navolgen

Ongeveer een maand nadat ik lid van de kerk was geworden, ontmoette ik mijn vrouw, Magareth, en een jaar later trouwden we met elkaar. Toen we verkering hadden, vertelde ik haar dat ik wist dat Joseph Smith een profeet was en ons gezin daarom wilde vestigen op de woorden en leringen van de profeten. President Spencer W. Kimball (1895–1985) was in die tijd de profeet en hij gaf de leden van de kerk bijvoorbeeld de raad om schulden te vermijden. In de bijna 29 jaar dat we getrouwd zijn, hebben mijn vrouw en ik geen cent rente betaald. Nooit.

Sinds ik een getuigenis heb gekregen van Joseph Smith, heb ik aandachtig geluisterd naar ieder woord van het Eerste Presidium en de Twaalf Apostelen en hun leringen in praktijk gebracht. Omdat ik weet dat Joseph Smith een profeet was, is het nooit moeilijk voor me geweest de algemene autoriteiten te volgen. Ze kunnen me alles vragen en ik zal het doen, omdat ik weet dat zij profeten, zieners en openbaarders zijn.

Als je streeft naar een getuigenis van de profeten, zul je sterker worden. Dat is een van de sleutels tot geluk. Wanneer je naar de profeten luistert en hun raad opvolgt, zul je vreugde vinden in je gehoorzaamheid aan hen.