2008
Kom tot Christus
Maart 2008


Kom tot Christus

President Henry B. Eyring

De woorden ‘kom tot Christus’ zijn een uitnodiging. Het is de belangrijkste uitnodiging die u ooit aan iemand kunt geven. Het is de belangrijkste boodschap die iemand kan aannemen. Het is al vanaf het allereerste begin van de herstelling van het evangelie in deze bedeling vervat in de opdracht die Jezus Christus aan zijn afgezanten geeft. Deze opdracht is: ‘waarschuwen, uitleggen, aansporen en onderwijzen, en allen uitnodigen om tot Christus te komen.’1

Ieder lid van de kerk dat het doopverbond sluit, wordt een discipel die belooft te allen tijde en op alle plaatsen waar hij of zij zich ook mag bevinden als getuige van Jezus Christus op te treden.2 Het doel van ons getuigenis is anderen uit te nodigen om tot Hem te komen.

Voor ons allen is het van groot belang om te leren hoe we die uitnodiging doeltreffend kunnen geven. We weten uit ervaring dat sommigen die niet zullen aannemen. Slechts een paar mensen gaven gehoor toen de Heiland hun deze uitnodiging tijdens zijn bediening gaf. Maar groot was zijn vreugde in wie zijn stem herkenden. En groot was onze vreugde toen anderen door onze uitnodiging tot Hem kwamen.

Weten dat Hij de weg is

Het is de moeite waard om na te denken over de keren dat iemand onze uitnodiging aannam. Ikzelf heb daarin een rode draad gezien als men de uitnodiging aannam. In elk geval heeft de Heilige Geest hun minstens drie waarheden bekendgemaakt. Dat gebeurde niet altijd in de volgorde waarin ik ze bespreek, maar ze penetreren wel het hart van wie waarlijk tot Christus komen.

Ten eerste, begint er zich een gevoel van hen meester te maken dat de enige manier om hier en hierna echt gelukkig te worden in en door Jezus Christus is. Zij krijgen van lieverlee geloof in deze woorden uit het Boek van Mormon: ‘Ja, zie, ik zeg u dat zowaar als die dingen waar zijn en als de Here God leeft, er geen andere naam onder de hemel is gegeven waardoor een mens kan worden gered, dan deze Jezus Christus van wie ik heb gesproken.’3

Het is niet eenvoudig om dat met zekerheid te voelen in een wereld, waarin veel stemmen zeggen dat er geen God is, dat er geen zonde is en dat geluk in genot wordt gevonden. Maar onze stem kan meer betekenis krijgen als we de gave van een zekere overtuiging krijgen dat Jezus de Christus is en de Heiland van de wereld. Onze eigen ervaringen met de verzoening van Jezus Christus zullen de krachtigste invloed op die overtuiging hebben. Als u vaak nadenkt over hoe de verzoening u veranderd heeft en als u vaak dank geeft, zult u merken dat uw getuigenis van Hem in kracht toeneemt en meer invloed op het hart van anderen krijgt. Als u mensen uit eigen overtuiging uitnodigt, zullen ze uw getuigenis voelen en zullen ze Hem als hun Heer en Heiland aanvaarden. En die aanvaarding zal zowel hun als uw hart verwarmen.

Verbonden sluiten en gehoorzamen

Ten tweede, wie waarlijk tot Christus komen, zo is mijn ervaring, gaan verbonden aan om Hem te gehoorzamen en te volgen. Dat kan beginnen met eenvoudige toezeggingen, zoals het Boek van Mormon lezen of de avondmaalsdienst bezoeken. Dat moet voortkomen uit hun geloof dat Jezus de Christus en de Heiland is. Als ze zich in geloof aan die toezegging houden, dan gaat dat gepaard met gevoelens. Misschien kunnen ze die niet direct onder woorden brengen, maar ze voelen zich er beter onder. Gehoorzaamheid, zelfs in kleine zaken, heeft die zegen van God tot gevolg. En na verloop van tijd vult hun hart zich met bekeringsverlangen en de wens om het doopverbond aan te gaan, om de naam van de Heiland op zich te nemen en van zonden te worden gereinigd.

Mensen maken die belangrijke keuze om vele redenen. Aanvankelijk zag een man die wij les gaven de noodzaak van de doop niet in. Hij had per slot van rekening altijd een goed leven geleid. Hij had geen ernstige zonden begaan. Hij was als kind in een andere kerk gedoopt. Maar toen herinnerde Hij zich twee dingen. De ene was dat de Heiland zich uit gehoorzaamheid had laten dopen, niet omdat Hij had gezondigd. De andere was dat hij zich aan de Heiland wilde verbinden door het gezag van het ware priesterschap, net zoals Jezus naar Johannes ging om zich te laten dopen.

Een andere jonge man aan wie wij les gaven, koos ervoor om zich te laten dopen, omdat het gewicht van zijn zonden heel zwaar op hem woog. Toen hij uit de waters van de doop omhoog kwam, sloeg hij zijn armen om mijn hals en fluisterde, terwijl de tranen over zijn wangen liepen, in mijn oor: ‘Ik ben rein, ik ben rein.’

Hun keuze het doopverbond aan te gaan sproot voort uit geloof. Als ze zich aan een verbond hielden, zo wisten zij, om de geboden van de Heiland te gehoorzamen, zou Hij zich aan zijn verbond houden en hen naar het eeuwige leven leiden. Zij wilden tot Hem komen, door Hem veranderd en geleid worden, en in de loop van de tijd aan Hem gelijk worden.

Aan Jezus gelijk worden

Dat brengt ons op de derde waarheid die ik heb waargenomen in hen die waarlijk tot Christus komen. Zij hebben het verlangen om aan Hem gelijk te worden. Zij proberen aan anderen te doen wat Jezus zou hebben gedaan. U en ik hebben dat bij toegewijde mensen gezien kort na hun doop en ontvangst van de Heilige Geest. Zo ging ik een keer met mijn zendingscollega bij een gezin langs dat we een paar weken eerder hadden les gegeven en gedoopt. De ouders namen ons mee naar het souterrain en lieten ons een kamer zien. Het was de slaapkamer geweest van een van hun twee dochters. Maar zij sliep nu bij haar zus op de kamer. De slaapkamer was gevuld met alles wat een gezin nodig heeft in tijden van nood.

Wij hadden hun daar niets over verteld. Toen we vroegen waarom ze zoiets moeilijks zo snel hadden gedaan, antwoordden ze dat ze in een tijdschrift van de kerk hadden gelezen dat de Heer wil dat een gezin zichzelf en anderen kan redden. Ze zeiden: ‘Is dat niet wat heiligen der laatste dagen doen?’

Dat soort eenvoudige geloof strekte zich volgens hen uit tot alles wat de Heiland van hen verwachtte. En hun verlangen om Hem te volgen hield stand. En het veranderde hen. Ze waren altijd al behulpzaam voor anderen, maar ze werden nog beter in naastenliefde. En dat is het patroon dat ik in iedereen heb waargenomen die tijdens hun verdere leven tot Hem zijn blijven naderen.

We spreken soms over leden behouden alsof we hen beletten weg te gaan. We kunnen en moeten een vriend zijn voor hen die ervoor hebben gekozen tot Hem te komen. Ze kunnen ontmoedigd raken als er beproevingen op hun pad komen, en die komen altijd. Toch moeten we bedenken dat de beste en trouwste vrienden die ze hebben de Heiland en zijn Vader zijn, die ook hun Vader is. Vader in de hemel en de Heiland zullen hun de Heilige Geest sturen om hen te troosten en hun geloof te bevestigen als ze nederig en gehoorzaam zijn. Als u dus bijvoorbeeld op huisbezoek of huisonderwijs gaat met een nieuw lid en hem of haar de kans geeft een gebed uit te spreken of les te geven of de afspraak te maken, doet u wellicht meer om hem of haar te sterken dan wanneer u zegt hoeveel u van hem of haar houdt. De machten des hemels zullen neerdalen. En die zullen hen door die beproevingen loodsen en ze vrijwaren van hoogmoed als de zegeningen beginnen te komen, en die komen altijd.

Verandering van hart

Dan zal er nog iets geweldigs gebeuren. Wanneer u met heel uw hart mensen uitnodigt om tot Christus te komen, zal u zelf een verandering van hart ondergaan. U zult zijn werk voor Hem doen. U zult er achter komen dat Hij zich aan zijn woord houdt en één met u in uw dienstvaardigheid zal zijn. Dat zult u Hem leren kennen. En in de loop van de tijd zult u aan Hem gelijk worden en in Hem vervolmaakt worden.4 Door anderen tot Hem te brengen, zult u merken dat uzelf tot Hem bent gekomen. Als u dicht bij Hem wilt zijn, zijn vrede wilt voelen, doet u dat het beste in zijn dienst.

Hij heeft gezegd:

‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven;

‘Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen;

‘want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’5

Ik getuig dat Hij Zich aan die belofte houdt jegens hen die wij voor Hem uitnodigen. En Hij houdt zich aan deze belofte jegens hen die Hem dienen door anderen uit te nodigen.

Noten

  1. LV 20:59.

  2. Zie Mosiah 18:8–10.

  3. 2 Nephi 25:20.

  4. Zie Moroni 10:32.

  5. Matteüs 11:28–30.