HET GELOOF VAN EEN KIND
Ik besloot met mijn zoontje van acht te voet naar de ringconferentie te gaan, ruim een half uur lopen. Toen we een minuut of twintig onderweg waren, drong het tot mij door dat ik de weg kwijt was. Mijn zoon, Elson, wiens mond eigenlijk nooit stilstond, vertelde honderduit over alles wat er op school en thuis had plaatsgevonden. Ik vroeg hem of hij even zijn mond wilde houden, omdat ik bang was dat we verdwaald waren en ik mij moest oriënteren.
Op dat ogenblik kreeg ik het geloof van mijn zoon te zien. Hij stelde voor dat we een gebed uitspraken. Ik, de intelligente en erudiete volwassene, antwoordde (en ik begon een beetje mijn geduld te verliezen, omdat de wijzers van de klok aangaven dat de bijeenkomst op het punt van beginnen stond) dat als hij wilde bidden, hij zijn gang kon gaan… maar ik gaf er de voorkeur aan na te denken. En ik dacht bij mijzelf: er zijn nu eenmaal zaken waar we de Heer niet in hoeven te kennen; de weg vinden naar de kerk is er daar een van.
Alsof hij mijn gedachten kon lezen, kreeg ik van Elson een les in nederigheid: ‘Waarom wilt u alles altijd op de moeilijke manier doen?’ Daarna zei hij niets meer, en ik wist dat hij met hart en ziel aan het bidden was. Een paar minuten later kwamen we bij de kerk aan. Ik wist dat hij antwoord op zijn gebed had gekregen.
De heiligen der laatste dagen zijn gezegend dat zij lid zijn van de Kerk van Jezus Christus. Mijn getuigenis van het herstelde evangelie nam toe, toen ik besefte dat mijn zoon, die nog een kind was, wist hoe hij de beginselen van geloof en gebed in praktijk moest brengen, en mij daarmee liet zien hoe je de leringen van Jezus Christus naleeft.