Wij geloven
Hierna volgen korte antwoorden op vragen die een lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen vaak gesteld worden.
Wat geloven heiligen der laatste dagen over Jezus Christus? Is Hij letterlijk uit de dood herrezen? Zal Hij in heerlijkheid naar de aarde terugkomen? Kunnen wij zonder zijn genade gered worden?
Dit zijn een paar vragen die mensen vaak stellen als ze voor het eerst over de kerk horen of kennismaken met leden. De leden dienen zich in de eerste plaats te laten leiden door de Heilige Geest wanneer zij met dergelijke vragen worden geconfronteerd. Maar de korte antwoorden hieronder kunnen hierbij een leidraad zijn.
Gelooft u in de historische Jezus Christus, die in het Heilige Land woonde en predikte, zoals we in de Bijbel kunnen lezen?
Ja. Wij geloven dat Jezus uit Maria werd geboren, dat Hij drie jaar predikte in het Heilige Land, stierf aan het kruis en opstond uit de dood, zoals de profeten eeuwen voor zijn tijd hadden voorzegd (zie bijvoorbeeld Genesis 49:10; Psalmen 2:6–7; 22:16–18; 118:22; Jesaja 7:14; Micha 5:1). Wij geloven dat Hij de zonden van alle mensen heeft verzoend, waardoor bekering en vergeving mogelijk werden (zie Jesaja 53:4–6). Wij geloven dat Hij de dood heeft overwonnen en dat alle mensen dankzij Hem een lichamelijke opstanding ondergaan (zie Romeinen 6:5; 8:11). Wij geloven dat ieder mens, iedere zoon en dochter van God, door gehoorzaamheid aan de beginselen van het evangelie, zijn of haar eeuwig heil kan verwerven en kan terugkeren naar onze Vader en zijn Zoon in hun hemelse koninkrijk (zie 1 Petrus 3:18; Geloofsartikelen 1:3).
Gelooft u dat Jezus Christus letterlijk uit de dood is opgestaan?
Ja. Zijn apostelen hebben in de Bijbel getuigd dat Jezus Christus na zijn opstanding met een verheerlijkt lichaam is gezien door honderden getuigen (zie Lucas 24:39; Johannes 20:20; 1 Korintiërs 15:3–8). Hij is ook na zijn opstanding verschenen aan duizenden van zijn ‘andere schapen’ (Johannes 10:16) in Amerika, die Hij zijn wonden in zijn handen en voeten en zij heeft laten zien, waarna Hij ze dagenlang onderricht heeft gegeven (zie 3 Nephi 11–28).
Samen met zijn Vader is Hij in 1820 aan Joseph Smith jr. verschenen. De Heer gaf deze jonge profeet opdracht om zijn kerk en evangelie te herstellen, omdat daar na de dood van de oorspronkelijke apostelen filosofieën van mensen waren ingeslopen. Joseph Smith en een van zijn medewerkers gaven in 1832 dit getuigenis over Jezus Christus: ‘Hij leeft! Want wij zagen Hem, ja, ter rechterhand Gods; en wij hoorden de stem getuigen dat Hij de Eniggeborene des Vaders is’ (Leer en Verbonden 76:22–23).
Gelooft u dat Jezus in heerlijkheid naar de aarde zal terugkomen?
Ja. In de heilige Schrift staat: ‘Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen’ (Handelingen 1:11). ‘Maar ik weet: mijn Losser leeft en ten laatste zal Hij op het stof optreden’(Job 19:25). ‘Hij [komt] op de wolken des hemels […] om op aarde over zijn volk te regeren’ (LV 76:63).
Verder geloven wij dat wij vanwege zijn opstanding ons lichaam zullen terugkrijgen: ‘Nadat mijn huid aldus geschonden is, zal ik [van]uit mijn vlees God aanschouwen’ (Job 19:26). ‘Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden’ (1 Korintiërs 15:22). ‘De dood van Christus zal de banden van die stoffelijke dood verbreken, zodat allen uit die stoffelijke dood zullen worden opgewekt. De geest en het lichaam zullen opnieuw worden verenigd in hun volmaakte gedaante’ (Alma 11:42–43).
Gelooft u dat zijn genade noodzakelijk is voor ons eeuwig heil?
Absoluut. Zonder de genade van Jezus Christus kan niemand gered worden of eeuwige zegeningen ontvangen (zie Romeinen 3:23–24). Door zijn genade zullen alle mensen uit de dood opstaan, en zullen allen die geloven en Hem volgen het eeuwige leven beërven (zie Johannes 3:15). Bovendien kunnen onze heilige relaties met onze huwelijkspartner en kinderen door zijn genade eeuwig zijn (zie Matteüs 16:19; 1 Korintiërs 11:11; LV 132:19). Deze eeuwige zegeningen geeft Hij aan ons; er is niets wat wij zelf kunnen doen om die gaven te bemachtigen of te verdienen.
Niettemin maakt de Schrift duidelijk dat we alle zegeningen die uit zijn genade voortvloeien, ontvangen uit geloof en onze gehoorzaamheid aan zijn leringen. De apostel Paulus predikte dat we onszelf niet kunnen redden; we kunnen niet zonder de genade van de Heer: ‘Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen’ (Efeziërs 2:8–10).
Jakobus legt uit: ‘Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. (…) Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt uit werken en niet slechts uit geloof’ (Jakobus 2:17, 24). Vandaar dat de Heiland tegen de rijke jongeling die gehoorzaam was en het eeuwige leven verlangde, zei dat hij nog meer kon doen (zie Matteüs 19:16–22; Lucas 18:18–23). Heiligen der laatste dagen geloven dat de genade van Christus zich in haar volle omvang uitstrekt naar wie in Christus geloven en de werken doen die Hij predikte. ‘Want we weten dat wij, na alles wat wij kunnen doen, door de genade worden gered’ (2 Nephi 25:23: cursivering toegevoegd).
Hoewel onze goede werken ons niet van onze zonden kunnen reinigen, zijn ze wel een blijk van ons oprechte geloof in Jezus Christus en onze getrouwheid aan het pad dat Hij gelopen heeft.
Gelooft u dat Joseph Smith in zekere zin net zo belangrijk is als Jezus Christus voor het heil van mensen?
Nee. De profeet Joseph Smith neemt echter wel een belangrijke plek in de wereldgeschiedenis in. Het werk dat hij onder goddelijke leiding gedaan heeft, heeft de aarde zegeningen en kennis gebracht die verloren waren gegaan, maar waarmee de profeten en volgelingen Gods uit oud- en nieuwtestamentische tijden bekend waren. Joseph Smith was, evenals die profeten van weleer, een dienstknecht van de Heer Jezus Christus, die verkondigde dat het eeuwig heil en alle zegeningen van de eeuwigheid alleen in en door de Heiland komen: ‘De fundamentele beginselen van onze godsdienst zijn het getuigenis dat de apostelen en profeten hebben van Jezus Christus, dat Hij gestorven en begraven is, en herrezen op de derde dag, en dat Hij opgestegen is naar de hemel. Alle andere aspecten van onze godsdienst zijn slechts aanhangsels daarvan.’1 Bij een andere gelegenheid heeft de profeet verklaard: ‘‘Als wij denken aan de heiligheid en de volmaking van onze grote Meester, die het ons mogelijk heeft gemaakt om tot Hem te komen door Zichzelf te offeren, smelt ons hart wegens zijn goedgunstigheid.’2