2008
EEN EMMER LIEFDE
Maart 2008


EEN EMMER LIEFDE

Na een ongelukje moet ik met een stok lopen, daardoor loop ik langzaam. Trappen zijn moeilijk voor me. In de kerk was ik altijd bang dat ik van de trap zou vallen — tot die zondag dat ik een zacht stemmetje naast mij hoorde en ik een handje in mijn hand voelde: ‘Kom maar. Ik houd u wel vast.’

Ik keek omlaag en zag de zelfverzekerde glimlach van de negenjarige Gabriel.

‘Goed zo!’ zei ik. ‘Vanaf nu ben jij mijn helper. Daar gaan we!’

Niemand had Gabriel gestuurd. Hij zag dat een oma hulp nodig had en stond voor haar klaar.

Nu lopen Gabriel en ik elke zondag zonder angst de trap af.

Ik heb later tegen Gabriels ouders gezegd: ‘Het is niet zijn lichamelijke kracht waar mijn angst van wegebt. Het is de emmer liefde die hij elke zondag over mij leeggooit. Gabriel is een vriendelijke reus!’