In 1829 voltooide Joseph Smith met behulp van zijn schrijver, Oliver Cowdery, de vertaling van het Boek van Mormon.
Oliver, de Heer is tevreden met ons.
Nu moeten we dit geweldige boek nog publiceren.
Joseph en Oliver gingen naar Palmyra, in de staat New York, en spraken met Egbert B. Grandin, een drukker.
Wij hebben zo spoedig mogelijk vijfduizend exemplaren van dit boek nodig.
Dat kost drieduizend dollar. Omdat u zoveel exemplaren wilt en het een groot boek is, kan het meer dan een jaar duren.
Enkele maanden later begon meneer Grandin zich zorgen te maken dat Joseph niet zou betalen. Hij hield op met drukken van het Boek van Mormon tot hij daar zekerheid over had.
Ik heb een hypotheek genomen op mijn boerderij om het Boek van Mormon te drukken. Dat zou meneer Grandin een gerust gevoel moeten geven.
Dat is geweldig, Martin!
Meneer Grandin had een nieuwe drukpers die het drukken veel sneller maakte dan het eerder was geweest. Maar toch duurde het nog heel lang.
Meneer Grandin, we zijn bijna klaar, en we zijn nog maar zeven maanden bezig!
Ik begrijp niet zo goed hoe dat kan.
Zodra het Boek van Mormon gepubliceerd was, gebood de Heer Joseph om de kerk op te richten. Op 6 april 1830 kwamen ongeveer zestig mensen bijeen in het huis van Peter Whitmer sr.
Welkom, broeders en zusters.
De leden ondersteunden Joseph als de profeet en namen van het avondmaal.
Hoewel de kerk met maar een paar leden begon, vertelde Joseph enkele broeders in Kirtland later wat haar bestemming was.
We zien hier vanavond maar een handjevol priesterschapsdragers, maar deze kerk zal Noord- en Zuid-Amerika vullen — ze zal de wereld vullen.”