2009
De talentenshow
Jan. 2009


De talentenshow

‘Maar de naastenliefde is de reine liefde van Christus en zij houdt eeuwig stand; en wie ook ten laatsten dage in het bezit daarvan wordt bevonden, met hem zal het wel zijn’ (Moroni 7:47).

Marie keek door het raam van de auto naar buiten toen ze met haar jeugdwerkklas naar het verpleeghuis reed. Ze hoopte dat de andere meisjes niet zagen dat er tranen in haar ogen kwamen.

Toen zuster Gibson had voorgesteld om op een activiteitendag deze talentenshow te houden, had het een goed idee geleken. Ieder meisje was gaan nadenken over een talent dat ze kon laten zien. Marie had het geprobeerd, maar ze had niets kunnen bedenken.

Enkele meisjes speelden piano. Een ander meisje speelde viool, en er was er een die zong. Weer een ander las een gedicht voor dat ze had geschreven. En Marie’s beste vriendin, Shelley, zou een achterwaartse sprong laten zien. Andrea trad niet op, maar ze had wel koekjes gebakken om na de show uit te delen.

Hoe meer Marie aan de show dacht, hoe meer ze ervan overtuigd raakte dat ze geen talenten had. Ze wist niet eens zeker waarom ze was meegegaan. Zuster Gibson had geprobeerd om haar op te beuren door te zeggen dat ze het bijzondere talent dat haar hemelse Vader haar had gegeven nog niet had ontdekt. Maar dat vond Marie moeilijk te geloven. Ze kon zich niet indenken dat ze ooit ergens goed in zou zijn.

De zaal in het verpleeghuis was stil. Overal zaten oude mensen en daar werd Marie nog zenuwachtiger van. Ze wist niet wat ze tegen ze moest zeggen of hoe ze zich moest gedragen. De andere meisjes leken daar ook last van te hebben. Ze stonden op een kluitje verlegen rond te kijken totdat zuster Gibson ze liet zien waar ze moesten gaan zitten.

Marie voelde zich nog naar toen het programma begon. En toen hoorde ze net na de eerste pianosolo iemand achter haar hoesten. Marie keek om en zag een vrouw met grijs haar die helemaal zat te schudden van het hoesten.

Marie dacht niet meer aan zichzelf en werd bezorgd om de vrouw. Ze diepte stilletjes een zuurtje op uit haar zak en ging naar de vrouw toe. Ze legde haar hand op de schouder van de vrouw en hield haar het kleine geschenk voor. Toen de gerimpelde hand ernaar reikte en de vrouw naar haar glimlachte, was Marie blij en rustig.

Ze bleef de rest van het programma bij de vrouw. Ze hield haar hand vast en vertelde soms iets over wat er gebeurde. Het voelde fijn om iets voor een ander te doen, en het zorgde ervoor dat ze geen zelfmedelijden had.

Toen het tijd was om te vertrekken, omhelsde de vrouw Marie en fluisterde: ‘Dankjewel dat je met me gepraat hebt. Je hebt echt een talent om mensen het gevoel te geven dat er iemand van ze houdt.’

Op de terugweg naar de kerk was Marie dankbaar om te weten dat ze toch een talent had. Als ze anderen mensen diende, voelde ze de liefde van haar hemelse Vader, en hielp ze andere mensen om ook zijn liefde te voelen. Dat was een heel bijzonder talent om te hebben.

Illustraties Brandon Dorman