Je weet het al
Ik had er nooit aan getwijfeld dat het evangelie waar was. Maar nu vroeg ik me af of dat wel genoeg was.
Net als Nephi was ik geboren uit ouders die me in het evangelie onderwezen. Als gezin bestudeerden we dagelijks de Schriften en hielden we gezinsgebed. Ik luisterde naar de getuigenissen van mijn ouders over Joseph Smith, het Boek van Mormon en alle beginselen van het evangelie. Daardoor had ik er nooit aan getwijfeld dat de kerk waar was.
Maar op een bepaald moment, ondanks het onderricht in het evangelie en het goede voorbeeld van mijn ouders, realiseerde ik me dat ik weliswaar niet twijfelde dat de kerk waar was, maar dat ik ook geen brandend getuigenis had van de waarheid ervan. Hoewel ik er mijn hele leven al van had gedroomd om op zending te gaan, wist ik dat ik er zeker van moest zijn dat het evangelie waar was.
Vlak voordat ik 18 jaar werd, begon ik een voorbereidingsklas voor toekomstige zendelingen in de wijk bij te wonen. Ik begon ook een dagboek bij te houden.
Op een keer hadden we in de voorbereidingsklas voor zendelingen een les die ik nooit zal vergeten. Het onderwerp was ‘Het Boek van Mormon — het hart van zendingswerk’. De leerkracht toonde ons een video waarin jonge mensen uit de hele wereld hun getuigenis gaven van het Boek van Mormon. Ook de ervaring van een jongeman kwam aan de orde, die twijfelde of hij op zending moest gaan tot hij God om raad vroeg.
De leerkracht nodigde ons daarna uit om ons eigen getuigenis te geven. De Geest was duidelijk aanwezig. Ik besefte dat het Boek van Mormon mij tot zegen was geweest in mijn leven. Ik besefte echter ook dat ik nog nooit in gebed aan God had gevraagd of het Boek of Mormon of het Eerste Visioen van Joseph Smith waar zijn.
Enkele dagen later was ik in het Boek van Mormon aan het lezen en besloot ik de belofte van Moroni op de proef te stellen (zie Moroni 10:3–5). Ik knielde neer en stortte mijn ziel uit voor God. Ik wist niet hoe of wanneer ik antwoord zou krijgen, maar ik vertrouwde erop dat Hij mij deze dingen in zijn eigen tijd bekend zou maken.
Toen ik opstond, kwam het verlangen in mij op om in mijn dagboek te schrijven. Ik opende mijn dagboek en las de laatste notities door, die ik de vorige zondag na de voorbereidingsklas voor zendelingen had opgeschreven. Toen ik mijn eigen woorden teruglas over mijn gevoelens van toen, kwam er een gevoel van vrede over mij dat me helemaal vervulde. Met grote zekerheid voelde ik in mijn hart de woorden: ‘Je weet het al, je weet het al.’
Ik knielde nogmaals neer en dankte mijn hemelse Vader dat Hij mijn gebed had verhoord. Het antwoord dat ik kreeg, bevestigde wat ik mijn hele leven al had geloofd.
Nu kan ik met zekerheid getuigen dat Joseph Smith de Vader en de Zoon heeft gezien en dat het Boek van Mormon waar is. Gewapend met deze kennis, heb ik als voltijdzendeling mogen dienen in het zendingsgebied Piura (Peru). Op mijn zending heb ik gezien hoe de Heer de gebeden verhoort van iedereen die nederig de waarheid zoekt. En daarvoor zal ik altijd dankbaar zijn.
Illustratie Dan Burr
Dagboek