2009
Fundament van geluk
juni 2009


Participatieperiode

Fundament van geluk

‘Een geslaagd (…) gezin [wordt] gegrondvest op en in stand gehouden met de beginselen van geloof, gebed, bekering [en] vergeving’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’).

Een fundament is een zekere, stevige basis waarop iets gebouwd kan worden. De meeste gebouwen en huizen zijn op een fundament gebouwd.

Toen de heiligen der laatste dagen het fundament van de Salt Laketempel legden, gebruikten ze blokken zandsteen. Het duurde vijf jaar om het fundament van 2,4 meter dik te leggen. Toen ze hoorden dat er soldaten kwamen, gooiden de heiligen aarde en zand over het fundament om het te verstoppen. Toen ze dat er later afhaalden, zagen ze dat er barsten in het fundament zaten en dat het verzakt was. De heiligen wisten dat zo’n fundament de tempel niet zou kunnen dragen. Dus haalden ze het zandsteen weg en vervingen ze het door grote blokken graniet. Toen dat sterke fundament er lag, begonnen ze de muren van de tempel te bouwen.

Net als de tempel een sterk fundament nodig had, hebben jullie en de andere gezinsleden een sterk fundament nodig om op te bouwen. De Heer heeft gezegd: ‘Bouw op mijn rots, die mijn evangelie is’ (D&C 11:24). Enkele beginselen van het evangelie van Jezus Christus zijn: geloof, gebed, bekering en vergeving. Als je op die beginselen bouwt, zul je een sterk fundament leggen om zelf en als gezin sterk te blijven.

Activiteit

Haal bladzijde K14 uit het tijdschrift. Knip de kaartjes uit. Leg de plaatjes op een stapel en de woorden op een andere stapel. Haal een kaartje van iedere stapel. Als de kaartjes bij elkaar horen, vertel dan hoe je de andere gezinsleden kunt helpen om te doen wat er op die kaartjes staat. Met de kaartjes die niet bij elkaar horen, begin je twee nieuwe stapels. Blijf spelen door iedereen om de beurt twee kaartjes te laten pakken. Als de eerste twee stapels op zijn, schud dan de tweede stapels en speel verder tot er geen kaartjes meer over zijn.

Ideeën voor de participatieperiode

  1. Geloof in de Heer Jezus Christus versterkt mij en ons gezin. Help de kinderen deze tekst uit het hoofd te leren: ‘Indien gij dus geloof hebt, hoopt gij op dingen die niet worden gezien, maar die waar zijn’ (Alma 32:21). Laat evangelieplaat 240 (Jezus de Christus) zien, en leg uit dat als wij geloof in Jezus Christus hebben, hoewel we Hem niet kunnen zien, we geloven dat Hij leeft. We vertrouwen Hem en proberen zijn geboden te onderhouden. Vóór de participatieperiode zoekt u verhalen uit de Schriften en platen waaruit blijkt dat sommige mensen in moeilijke tijden door hun geloof in Jezus Christus de geboden onderhielden. Bijvoorbeeld: Evangelieplaten: 102 (Bouw van de ark), 112 (David doodt Goliat), 114 (Daniël weigert het voedsel en de wijn van de koning), 125 (Ester), 210 (Jezus en de vissers), 301 (Lehi’s gezin verlaat Jeruzalem), 313 (Tweeduizend jeugdige strijders). Geef iedere klas een plaat en laat de leerkrachten de verhalen vertellen, waarbij ze uitleggen hoe de mensen hun geloof oefenden. Laat iedere klas een hedendaagse situatie bedenken waarin ze geloof nodig hebben. Laat ze bespreken hoe in die situatie geloof in Jezus Christus hun kan helpen. Laat iedere klas hun verhaal uit de Schriften en hun hedendaagse situatie vertellen. Zing ‘Ik volg Hem in geloof’ (Liahona, februari 2003, p. K16).

  2. Ik en ons gezin worden door het gebed versterkt. Laat de kinderen een klein huishoudelijk apparaat zien of een afbeelding daarvan. Leg uit dat het apparaat alleen werkt als het aan een krachtbron is verbonden. Vertel dat we aan een ‘krachtbron’ verbonden moeten zijn om geestelijke kracht te ontvangen. Onze hemelse Vader is een krachtbron en we kunnen door middel van het gebed met Hem verbonden worden. Laat uit de jeugdwerkplaten de nummers 7–13 (jongen die bidt) of 1–9 (meisje dat bidt) zien en leg uit dat we onze hemelse Vader om hulp kunnen vragen bij onze problemen en beslissingen. Vertel het verhaal van Mosiah die in gebed ging om er achter te komen of hij zijn zoons onder de Lamanieten moest laten prediken (zie Mosiah 28:1–6). Laat de kinderen samenwerken om het antwoord van de Heer in vers 7 te vinden. Vertel het verhaal van Joseph Smith die in gebed ging om erachter te komen bij welke kerk hij zich moest aansluiten (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:7–18). Laat de kinderen opnieuw samenwerken om in vers 19 het antwoord van de Heer te vinden. Vertel een persoonlijke ervaring en geef uw getuigenis hoe uw gebeden beantwoord werden. Moedig de kinderen aan om deze week iedere dag hun persoonlijke gebed uit te spreken. ●

Illustraties Beth M. Whittaker

De Schriften lezen

Bidden

Werken

Spelen

Dienen

Naar de kerk gaan

Gezinsavond

Etenstijd

Afdrukken