Hartelijk gefeliciteerd, president Monson!

Toen president Thomas S. Monson vorig jaar augustus op zijn verjaardag gevraagd werd wat het ideale verjaardagsgeschenk zou zijn, moedigde hij ons aan om ‘iets [te] doen voor iemand (…) die een moeilijke tijd doormaakt’.¹ Dit jaar hebben kinderen over de hele wereld hun hart en handen op anderen gericht om de liefste wens van president Thomas S. Monson in vervulling te laten gaan.

Heel veel kinderen hebben gehoor gegeven aan de oproep van president Monson om iets voor een ander te doen. Er is slechts ruimte voor enkele brieven die we hebben ontvangen. Maar jullie zijn allemaal erg aardig geweest om onze geliefde profeet te verblijden met jullie dienstbetoon aan anderen, en iedereen wenst hem deze maand een hele fijne verjaardag!

Ik heb een gezin geholpen door ze dingen te geven die ik niet meer gebruikte en speelgoed dat in goede staat was. Ik voelde me erg fijn toen ik dat deed. Het lijkt op wat onze Vader in de hemel en Jezus Christus voor ons doen. Zij helpen ons in onze moeilijkheden en schenken ons veel zegeningen.

Alma V. (11), Capital District (Colombia)

De kinderen van de wijk Oakridge Farms uit de ring Farmington Utah Oakridge hebben in een activiteit gewatteerde dekens doorgestikt en die daarna aan het Centrum voor humanitaire hulp van de kerk gegeven.

Mijn vader heeft mijn broer en mij geholpen met het maken van een paar vishengels voor mijn vrienden in het jeugdwerk. Als gezin gaan we altijd graag vissen. Telkens wanneer ik een paar vrienden uitnodig om mee te gaan vissen, hebben ze niets om mee te vissen. Als ik zie hoe blij ze zijn omdat ze nu een eigen hengel hebben, ben ik ook blij.

Luciano N. (9), Entre Ríos (Argentinië)

In de plaats waar ik woon is het erg koud. Om de zendelingen warm te houden, heb ik samen met mijn moeder een sjaal gebreid.

Mirai H. (10), Hokkaido (Japan)

Ik heb leren lezen toen ik vijf jaar was. Nu doe ik met mijn neefje wat mijn ouders met mij hebben gedaan — ik leer hem lezen met behulp van de Schriften.

Nicolas N. (7), São Paulo (Brazilië)

Mijn vriendin komt uit Peru, maar ze woont sinds een paar jaar in Italië. Vier van haar broers en zussen zijn gedoopt, en vorig jaar oktober is haar moeder ook lid van de kerk geworden. Nu wil mijn vriendin zich ook laten dopen. De zendelingen hebben mij gevraagd om haar te helpen zich voor te bereiden op de doop. Ik was er dus steeds bij als ze met haar over het evangelie spraken. Ik hoop dat ze zich binnenkort laat dopen.

Eleonora A (11), Piedmont (Italië)

Tijdens onze vakantie hadden we dorst gekregen. Ik vroeg mijn moeder of ik een fles water mocht kopen. Toen ik de winkel uitkwam, zag ik een man in de afvalbak naar water zoeken. Ik keek naar mijn hand. Ik had nog wat wisselgeld en kocht een fles water voor hem.

Orson B. (10), Sonora (Mexico)

Mijn vriend Jonah had zijn been gebroken. Hij moest heel lang in een rolstoel zitten. Ik hielp hem elke dag door zijn rolstoel in de grote en kleine pauze naar de plek te duwen waar hij moest zijn. Ik voelde me echt blij dat ik mijn vriend kon helpen.

Emma S. (8), Arizona (VS)

Ik ben een jongetje dat graag anderen wil helpen. Ik houd van koken en vind het fijn om wafels te bakken met mijn oma. Ik vind het ook fijn om de wafels aan mijn buren te geven.

Jonas V. (5), Wallonië (België); met hulp van zijn moeder