2009
De sleutel van gebed
augustus 2009


De sleutel van gebed

Mark Burns (Utah, VS)

Ik was pas van zending naar huis teruggekeerd en gezegend met een baan waarmee ik geld voor mijn verdere studie kon verdienen. Ik wilde graag productief zijn zodat mijn werkgever nog meer teruggekeerde zendelingen zou aannemen.

Mijn werk was eenvoudig: Ik was manusje-van-alles bij een bouwtechnische onderneming. Daarvoor moest ik vaak simpele laboratoriumtests uitvoeren. Op een dag moest ik van diverse locaties wat monsters van bouwmaterialen ophalen en naar het lab brengen. Ik kreeg een oude vrachtwagen mee om mijn ronde te doen en weg was ik.

Ik kwam op de eerste locatie aan, begroette de voorman en vond al snel de beton- en staalmonsters. Ik legde ze in de vrachtwagen en wilde de sleutel uit mijn zak halen. Tot mijn ontzetting was mijn zak leeg. Ik controleerde het contactslot en doorzocht snel de cabine van de truck, maar kon de sleutel niet vinden. Ik bedacht dat ik hem misschien had laten vallen toen ik over het bouwterrein liep. Ik volgde mijn stappen terug en bad stilletjes, maar kon de sleutel nog steeds niet vinden.

Ik keek toen de vrachtwagen wat grondiger na, zelfs onder de vloermatten. Geen sleutel. Ik boog mijn hoofd en begon oprecht te bidden. Ik legde uit dat ik productief wilde zijn en me bij de eerste halte van de dag geen oponthoud kon veroorloven. Ik begon opnieuw te zoeken en daarbij op een antwoord op mijn gebed te letten. Ik kreeg de ingeving om onder de vrachtwagen te kijken, en wierp een snelle, twijfelende blik op de grond bij mijn voeten. Ik zag nog steeds geen sleutel, dus besloot ik het bouwterrein nogmaals over te gaan.

Toen ik bij de vrachtwagen terugkwam, stond ik nog steeds met lege handen. Hoe kon ik mijn nieuwe baas vertellen dat ik de sleutel was kwijtgeraakt en een dergelijke simpele opdracht niet had kunnen volbrengen? Ik bad nog een keer in mezelf, en kreeg opnieuw de ingeving om onder de vrachtwagen te kijken. Ik wierp nogmaals een snelle blik in die richting, en wilde de ingeving aan de kant schuiven toen ik de sleutel niet zag. Maar toen besloot ik om een paar stappen van de vrachtwagen weg te lopen en opnieuw te kijken.

Ineens zag ik hem! Hij moet bij het uitstappen op de grond zijn gevallen. De sleutel was net te ver onder de vrachtwagen beland, zodat ik hem de eerste twee keer niet had gezien. Ik schaamde me dat ik niet beter naar de influisteringen van de Geest had geluisterd.

Die dag en vele keren daarna heb ik me verwonderd over hoe geduldig en liefdevol de Geest met mij werkt. Als we zingen: ‘Ik weet dat Jezus leeft, Hij houdt heel veel van mij’ (‘Ik weet dat Jezus leeft’, lofzang 196), ontroert mij dat. Ik sta versteld dat onze Vader zoveel van ons houdt dat Hij zelfs onze eenvoudigste gebeden beantwoordt.