Ons prikbord
Op een zondag na de kerk zaten mijn moeder, mijn broers en ik in de auto om naar huis te gaan. Maar we konden de autosleutel niet vinden. Onze vader had al onze tassen in de auto gezet en was met mijn jongste zus in de wandelwagen naar huis gelopen. We zochten overal naar de sleutel, maar konden die niet vinden. In het jeugdwerk en op de gezinsavond had ik geleerd dat we altijd moeten bidden als we hulp nodig hebben. Ik zei tegen mijn moeder dat we moesten bidden zodat onze hemelse Vader ons kon helpen. Mijn moeder was erg blij, en we gingen samen bidden. Plotseling kwam onze oma eraan rijden en bracht ons de sleutel. Mijn vader had per ongeluk de sleutel meegenomen en had mijn oma gevraagd die naar ons toe te brengen. Ik weet dat onze hemelse Vader ons hielp door onze oma te sturen. Hij zal ons altijd helpen, ook door andere mensen.
Samuel K. (5), Duitsland
President Monson heeft alle kinderen gevraagd om iemand te helpen die hulp nodig heeft. Mijn moeder heeft zeven kinderen, en ik help haar iedere ochtend in de keuken. Dat maakt haar erg gelukkig. Ik ben blij en voel dat zij ook blij is als ik haar help. Ik denk dat president Monson en Jezus ook blij zijn als ik mijn moeder help en naar mijn ouders luister.
Mylena L. (11), São Paulo (Brazilië)
Ik weet dat de profeet Joseph Smith het Boek van Mormon heeft vertaald. Ik houd van de verhalen die ik over Jezus in de Schriften lees. Ik weet dat Jezus van mij en van alle kleine kinderen houdt. In het jeugdwerk wil ik meer over Jezus leren. Ik ben blij dat we iedere zondag met ons gezin naar de kerk gaan. Ik houd van mijn familie.
Adrial T. (5), Maleisië