Zegeningen voor gehoorzaamheid

Te Kuang Ko (Taiwan)

Ik was de kerk al twee maanden aan het onderzoeken toen de zendelingen me de wet van tiende leerden en me uitnodigden om tiende te betalen als ik lid van de kerk was geworden. Het leek onmogelijk met mijn beperkte inkomen, maar voordat ik ze kon vertellen wat ik ervan vond, kwam de les tot een einde.

Die zondag werd ik in de kerk begroet door de gemeentepresident. Ik vroeg hem naar de wet van tiende en hij beloofde om na de bijeenkomsten onder vier ogen met me te spreken.

Tijdens dat gesprek legde ik uit: ‘De zendelingen hebben me verteld dat ik een tiende van mijn inkomen aan de kerk moet geven als ik lid word. Ik weet niet of ik dat kan.’

De president luisterde naar mijn zorgen, deed het Boek van Mormon open, sloeg 3 Nephi 24:10 op en las voor: ‘Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, (…) beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten.’ Toen zei hij: ‘Broeder Ko, kijk eens goed naar deze uitspraak van de Heer: “Beproeft Mij toch daarmede.” Dat is zijn uitnodiging aan u. Waarom beproeft u Hem niet door meteen volgende maand tiende te betalen en kijk dan of Hij u zegent.’

Kort daarna begon ik met mijn tiende-experiment en werd ik lid van de kerk. Sindsdien heb ik een nieuwe manier van geld beheren geleerd. Maar bovenal ben ik er zelf achter gekomen dat God een zegen in overvloed heeft uitgestort. Ik heb geleerd dat we Gods geboden moeten onderhouden om zegeningen van Hem te verwachten.