2011
De traditie van een evenwichtig, rechtschapen leven
Augustus 2011


De traditie van een evenwichtig, rechtschapen leven

Naar een toespraak, gehouden aan de Utah Valley University op 15 januari 2010.

God zegene u met de wil en het verlangen om een voorbeeld te zijn voor de wereld en het evenwichtige, rechtschapen leven te leiden dat Hij van zijn kinderen in hun aardse proeftijd verwacht.

Afbeelding
Elder L. Tom Perry

Aan het begin van de gedenkwaardige musical Fiddler on the Roof, leidt Tevye, de hoofdpersoon, zijn verhaal als volgt in:

‘In ons dorpje Anatevka is iedereen eigenlijk een violist op het dak, die probeert een aardig, simpel deuntje te spelen zonder zijn nek te breken. Dat valt niet mee. U vraagt zich misschien af waarom we hier dan blijven als het zo gevaarlijk is? We blijven hier omdat Anatevka ons thuis is. En hoe bewaren we ons evenwicht? Dat kan ik u in één woord vertellen: traditie!

‘Door onze tradities hebben we ons evenwicht vele, vele jaren lang weten te bewaren. (…) Door onze tradities weet iedereen wie hij is en wat God van Hem verwacht.’1

Ik en de oudere leden van de kerk hebben het voorrecht gehad om in een bijzondere tijd van de geschiedenis van de kerk te leven. Het tijdperk van de pioniers heeft ons veel goede tradities nagelaten. Zij moesten een sterke geest van saamhorigheid kweken omdat hun leven daar letterlijk van afhing. Ik ben een afstammeling van de derde generatie van een edel mormoons pioniersgezin, maar heb de zegeningen van een modern huisgezin, vervoer per auto en een opleiding genoten. Mijn leven stond echter niet zo ver af van het leven van de pioniers, en bij ons thuis, in de wijk en in de gemeenschap hielden we aan bepaalde tradities van de pioniers vast.

In mijn jongensjaren was het onmiskenbaar dat mijn vader en moeder van elkaar en hun kinderen hielden. Zij wijdden het grootste deel van hun leven onzelfzuchtig aan hun gezin. Als gezin zaten we drie keer per dag gezamenlijk voor de maaltijd aan tafel. Het traditionele gezin dat ik heb gekend, is tegenwoordig steeds minder gewoon. We verlangen wel eens terug naar die ‘goede oude tijd’.

Onze sociale activiteiten waren gericht op de wijk of onze plaatselijke basisschool. De wijkleden kwamen kijken naar onze sportwedstrijden. De hele familie ging naar de dansavonden van de wijk. Vieringen zoals kerstfeest, onafhankelijkheidsdag, pioniersdag en de jaarmarkt waren evenementen die men met het hele gezin bijwoonde.

We hadden ook familietradities. De ervaringen die we door deze familietradities opdeden, hebben ons bepaalde basisbeginselen bijgebracht. In ons gezin hadden we een leuke traditie die een blijvende indruk op ons heeft gemaakt. Wanneer de kinderen in ons ouderlijk gezin één jaar werden, werden ze aan één kant van de kamer neergezet en de rest van het gezin aan de andere kant. Aan de kant van de overige gezinsleden waren vier voorwerpen op de vloer uitgestald: een flesje melk, een stuk speelgoed, een spaarpotje en de Schriften. Het kind werd aangespoord om naar de voorwerpen toe te kruipen en er één uit te kiezen.

Ik koos voor de spaarpot en werd later leidinggevende op financieel gebied. Mijn broer Ted koos de Schriften, was zijn hele leven verzot op boeken en is advocaat geworden. Mijn broer Bob was het veelzijdige lid van de familie. Hij kroop naar voren en ging op de Schriften zitten, pakte de spaarpot op en zette die bij zijn voetjes neer, stopte met zijn ene handje het flesje in zijn mond en hield het speelgoed in zijn andere handje. Hij is later accountant geworden. Hij had zijn leven altijd goed in balans.

Ik wil aan de hand van die vier voorwerpen spreken over een evenwichtig leven.

Ons lichaam is een tempel

Het flesje melk staat voor onze lichamelijke gezondheid. De Schriften getuigen van het belang van ons lichaam voor onze eeuwige vooruitgang.

‘Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?

‘Zo iemand Gods tempel schendt, God zal Hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig’ (1 Korintiërs 3:16–17).

De Heer heeft ons een hoge norm voorgehouden door ons lichaam als een tempel te beschouwen. Ik heb de president van de kerk bij veel tempelinwijdingen mogen vergezellen. Vóór een inwijdingsdienst wil de president altijd het vakwerk van de nieuwe tempel inspecteren, dat van de hoogste kwaliteit en fraai van ontwerp is. Het terrein rondom onze tempels is altijd een van de aantrekkelijkste plekken in de buurt waar ze zijn gebouwd.

Ga eens voor een tempel staan. Kijk dan goed naar het huis van de Heer en zie of u niet wordt geïnspireerd om enkele verbeteringen aan te brengen in de fysieke tempel die de Heer u als woonplaats voor uw eeuwige geest heeft gegeven. De Heer heeft diverse basisnormen vastgesteld voor de omgang met ons stoffelijk lichaam. Gehoorzaamheid aan die normen blijft een vereiste voor ordening in het priesterschap, voor een tempelaanbeveling en voor een roeping in de kerk.

Soms hebben we misschien het gevoel dat de mensen ons niet accepteren omdat we er hogere normen op nahouden. Toch zijn er dingen die we gewoonweg niet doen. We hebben het woord van wijsheid, wat ons helpt om een gezonder leven te leiden, een leven dat bijdraagt aan onze ontwikkeling en ons welzijn. We hebben normen, idealen en een levenswijze die de rest van de wereld ook zou willen hebben. Ik heb gemerkt: als we leven zoals we moeten leven, dan merken mensen dat en zijn ze onder de indruk van ons geloof en hebben we invloed op het leven van anderen.

In mijn werk heb ik altijd met warenhuizen te maken gehad. Ik zat in het bestuur en het was belangrijk dat ik sociale contacten met plaatselijke bedrijfsorganisaties onderhield. De bijeenkomsten met de meeste van die organisaties begonnen altijd met een borreluurtje. Dat was een tijd om je onder de mensen van de organisatie te begeven en ze beter te leren kennen. Ik heb me nooit op mijn gemak gevoeld tijdens die borreluurtjes. In het begin vroeg ik om een frisdrankje. Ik kwam er al snel achter dat mijn glaasje frisdrank er niet veel anders uitzag dan de meeste andere drankjes. Ik kon moeilijk uitstralen dat ik geen alcohol dronk met een glaasje fris in mijn handen dat op alcohol leek. Ik stapte over op root beer. Dat leverde hetzelfde probleem op.

Uiteindelijk besloot ik iets te drinken waardoor ik zeker als geheelonthouder zou overkomen. Ik liep naar de man achter de bar en vroeg om een glas melk. De barman had die vraag nog nooit gehad. Hij liep de keuken in en vond een glas melk voor me. Nu had ik een drankje dat opvallend verschilde van de alcoholische dranken die de anderen namen. Ik was opeens het middelpunt van alle aandacht. Menigeen maakte grapjes over mijn drankje. Mijn melk was het onderwerp van gesprek. Ik maakte die avond kennis met meer zakenlieden dan ooit daarvoor tijdens een borreluurtje.

Melk werd mijn favoriete drankje tijdens borreluurtjes. Al gauw wist iedereen dat ik mormoon was. Het respect waarmee ik werd behandeld, verbaasde me nogal, net als een ander fenomeen dat zich begon voor te doen. Anderen begonnen mee te doen met het drankje zuivere melk!

Durf anders te zijn. Leef naar de normen die we in het evangelie leren.

‘Een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid kan ons helpen op het rechte en smalle pad te blijven’, heeft ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen gezegd. ‘De Heer heeft ons zijn gezondheidsregels gegeven in de vorm van het woord van wijsheid, “een beginsel met een belofte” dat steeds weer door de moderne medische wetenschap gestaafd wordt. (LV 89:3.) Alle geboden van God, inclusief het woord van wijsheid, zijn geestelijk. (Zie LV 29:34–35.) We moeten onszelf geestelijk voeden, meer nog dan lichamelijk.’2

We behoren uitermate dankbaar te zijn voor de evangelieleringen die het belang van een rein lichaam als behuizing voor onze eeuwige geest beklemtonen.

De speeltjes van de wereld

We leven in een interessante wereld. Het verlangen naar wereldse speeltjes lijkt overweldigend. Veel mensen in de ontwikkelde landen worden zo werelds in hun overtuigingen en daden dat ze vinden dat een mens volledig autonoom is. Zij vinden dat wij alleen maar aan onszelf verantwoording hoeven af te leggen en, in mindere mate, aan de maatschappij waarin wij leven.

De Schriften geven ons de waarschuwing: ‘Zij zoeken niet de Heer om zijn gerechtigheid te vestigen, maar ieder mens wandelt op zijn eigen weg, en naar het beeld van zijn eigen god, wiens beeld naar de gelijkenis der wereld is en wiens wezen dat van een afgod is, die oud wordt en in Babylon zal vergaan, ja, het grote Babylon, dat zal vallen’ (LV 1:16).

Samenlevingen waarin deze wereldse levenswijze wortel schiet, moeten een geestelijke en morele prijs betalen. Het najagen van zogenaamde persoonlijke vrijheden, zonder respect voor de wetten die de Heer heeft gegeven om zijn kinderen op aarde te besturen, leidt tot een vloek van extreme wereldsgezindheid en zelfzucht, het verval van openbare en persoonlijke reinheid, en opstandigheid tegen het bevoegde gezag. In de jachtige wereld, met zijn verzekering van onzekerheid, moeten er plaatsen zijn die geestelijke bescherming, vernieuwing, hoop en vrede bieden.

In tegenstelling tot die wereldse levensstijl heeft president Spencer W. Kimball (1895–1985) ons geleerd hoe belangrijk het is om naar kennis van God te streven:

‘In de juiste volgorde komt de kennis van God en zijn plan, die de weg naar het eeuwige leven vormt, op de eerste plaats. Daarna volgt de kennis van de wereldse zaken, die ook heel belangrijk is. (…)

‘Petrus en Johannes hadden weinig wereldlijke kennis, waren onwetend in de ogen van de geleerden. Maar zij hadden kennis van de essentiële dingen van het leven: dat God leeft en dat de gekruisigde, herrezen Heer de Zoon van God is. Zij kenden de weg naar het eeuwige leven. Die hadden zij in een paar decennia van hun aardse leven leren kennen. Hun rechtschapen leven opende de deur naar het godschap voor hen en de schepping van werelden met eeuwig nakomelingschap. Daarvoor zouden ze, uiteindelijk en naar alle waarschijnlijkheid, over alle wetenschappelijke kennis moeten beschikken. Petrus en Johannes hadden weliswaar slechts enkele decennia om het geestelijke te leren en te doen, maar hebben al ruim negentien eeuwen de tijd gehad om de wereldlijke kennis of de geologie van de aarde op te doen, en de zoölogie, fysiologie en psychologie van de schepselen op aarde. Het sterfelijk leven is de tijd om op de eerste plaats kennis van God en het evangelie te verkrijgen en de verordeningen te verrichten. Als we eenmaal stevig met beide benen op het pad naar het eeuwige leven staan, kunnen we meer kennis vergaren van het wereldse. (…)

‘Wereldlijke kennis, hoe belangrijk die ook is, kan nooit een ziel redden of toegang geven tot het celestiale koninkrijk of een wereld scheppen of een mens god maken, maar die kennis kan uiterst nuttig zijn voor de mens die de juiste prioriteiten stelt en de weg naar het eeuwige leven heeft gevonden en nu al zijn kennis ten goede kan benutten.’3

Zoek naar de dingen van God, waar eeuwige beloningen u wachten.

Investeren in een goed karakter

De Heiland heeft ons de volgende les geleerd, opgetekend in Lucas 14:

‘Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen?

‘Anders zouden, als hij de fundering gemaakt had, en het werk niet kon voltooien, allen, die het zagen, beginnen hem te bespotten,

‘zeggende: Die man begon te bouwen, maar hij kon het niet voltooien’ (Lucas 14:28–30).

Als u zich op de toekomst voorbereidt, moet u er zeker van zijn dat u in dit aardse leven datgene opdoet en verricht wat u een goede finish en eeuwige beloning oplevert.

Onze huidige wereld is steeds sneller en complexer. Er doen zich altijd gelegenheden voor waarbij iemand snel resultaten wil boeken ten koste van anderen — en zichzelf. Veel mensen geven de voorkeur aan activiteiten die snelle winst opleveren en buiten vaak anderen uit die volgens beproefde regels te werk willen gaan. In deze snelle wereld is de verleiding groter dat mensen het spel volgens hun eigen regels spelen.

We kunnen de wet van de oogst echter nimmer ontlopen. ‘Want wat gij ook zaait, dat zult gij eveneens oogsten; indien gij dus het goede zaait, zult gij eveneens als uw loon het goede oogsten’ (LV 6:33). Die wet zal nooit ingetrokken worden.

‘Iemands karakter is zijn werkelijke ik. — Zijn reputatie is wat anderen van hem vinden. — Karakter is wat in hem zit; — reputatie is hoe anderen hem zien — [karakter] is de inhoud, [reputatie] is de verpakking.’4

Een goed karakter is iets waar we zelf aan moeten werken, dat erven we niet van onze ouders. Dat verkrijgen we niet door allerlei voorrechten. Dat is niet afhankelijk van onze afkomst, rijkdom, talenten of sociale status. Het is het resultaat van onze eigen inspanningen. Het is de beloning die volgt op de naleving van goede beginselen en een deugdzame en eerzame levenswandel.

Met die edele kwaliteit van betrouwbaarheid komt de reputatie van iemand die eerlijk en integer is. Met die eigenschappen bent u verzekerd van een lange en geslaagde carrière. Uw belangrijkste investering is de reputatie dat u betrouwbaar bent.

Dagelijkse schriftstudie

Nephi heeft zijn gevoelens over de Schriften als volgt onder woorden gebracht: ‘Op deze schrijf ik de dingen van mijn ziel, en vele van de Schriften die op de platen van koper zijn gegraveerd. Want mijn ziel verlustigt zich in de Schriften, en mijn hart overweegt ze en schrijft ze op tot lering en nut van mijn kinderen’ (2 Nephi 4:15).

We vinden een overvloed aan overtuiging en kennis in onze Schriften: de Bijbel, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde. We kunnen er inspirerende rode draden in vinden. Bij de bestudering ervan zult u ze snel herkennen.

De Schriften leren ons dat Jezus Christus de Zoon van God is. Hij leeft en is onze Heiland en Verlosser. We moeten Hem volgen en onze liefde voor Hem laten blijken door Hem indachtig te zijn en nederig zijn geboden te onderhouden.

Door zijn verzoening zijn we in staat om ons te bekeren en van zonden gereinigd te worden. Wij zijn zijn verbondsvolk en moeten de verbonden die we hebben gesloten altijd nakomen.

We moeten geloof hebben, ons bekeren, ons laten dopen, de Heilige Geest ontvangen en tot het einde toe volharden.

Oprecht de Schriften bestuderen levert geloof, hoop en oplossingen voor onze dagelijkse problemen op. Naast het gebed geregeld de Schriften lezen, overdenken en toepassen, is een onvervangbaar hulpmiddel om een sterk en levendig getuigenis te verkrijgen en te versterken.

President Kimball heeft ons eraan herinnerd hoe belangrijk het is om geregeld de Schriften te bestuderen: ‘Ik heb gemerkt dat als mijn relatie met de Godheid oppervlakkig wordt en het erop lijkt dat God niet naar mij luistert of tot mij spreekt, ík heel ver weg ben. Als ik mijzelf in de Schriften verdiep, wordt de afstand kleiner en keert de spiritualiteit terug.’5

Kweek de gewoonte aan om de Schriften dagelijks te bestuderen.

Een voorbeeld voor de wereld

Mijn generatie sterft in rap tempo uit. Wij zijn bereid de fakkel over te dragen aan een nieuwe en beter toegeruste generatie heiligen der laatste dagen. Wij verwachten dat zij:

  1. Hun prachtige lichaam rein en heilig houden als een tempel van God.

  2. Voorrang geven aan spirituele kennis en kennis van God.

  3. Een betrouwbare generatie zijn en hun normen en waarden op het fundament van eeuwige evangeliewaarheden baseren.

  4. Kennis willen opdoen van de eeuwige waarheden die in de heilige Schriften zijn vervat.

God zegene u met de wil en het verlangen om een voorbeeld te zijn voor de wereld en het evenwichtige, rechtschapen leven te leiden dat Hij van zijn kinderen in hun aardse proeftijd verwacht.

Noten

  1. Joseph Stein, Jerry Bock, Sheldon Harnick, Fiddler on the Roof (1964), pp. 2–3.

  2. Zie Joseph B. Wirthlin, ‘Het enge en smalle pad’, De Ster, januari 1991, p. 61.

  3. Spencer W. Kimball, President Kimball Speaks Out (1981), pp. 90, 91, 92.

  4. Henry Ward Beecher, in Tryon Edwards (samensteller), The New Dictionary of Thoughts (1944), p. 67.

  5. Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball (2006), p. 75.

Foto © iStockphoto

Foto-illustratie John Luke

Links: foto-illustratie Frank Helmrich; rechts: foto-illustratie John Luke

Foto-illustratie Christina Smith