2011
De enige ware en levende kerk
Augustus 2011


De enige ware en levende kerk

Naar een toespraak, gehouden op 25 juni 2010 aan nieuwe zendingspresidenten.

Wat wil het zeggen dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen de enige ware kerk is?

Elder Dallin H. Oaks

Onze eerste verantwoordelijkheid en doel is te getuigen van Jezus Christus tot een wereld die snakt naar kennis van zijn goddelijke zending. Wat die grote verantwoordelijkheid betreft, spreek ik over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen als de enige ware en levende kerk. Ik weet dat ik daarmee inga tegen de krachtige stroom van wat men ‘politiek correct’ noemt.

De heersende opvatting in deze tijd is dat alle kerken waar zijn. Het idee dat alle kerken gelijk zijn, is in werkelijkheid de leer van de antichrist. Dat komt duidelijk naar voren in het verhaal van Korihor in het Boek van Mormon (zie Alma 30). Dat verhaal leert ons een cruciale les in deze tijd.

De profeet Joseph Smith ontving in 1831, al snel na de oprichting van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, een openbaring aangaande hen die “macht zouden hebben om het fundament te leggen van deze kerk’. De Heer noemde de kerk vervolgens ‘de enige ware en levende kerk op het oppervlak der gehele aarde, waarin Ik, de Heer, welbehagen heb’ (LV 1:30).

Op basis van die verklaring van de Heer noemen wij deze, zijn kerk — onze kerk — de ‘enige ware kerk’. Soms doen we dat op een manier die kwetsend is voor mensen die tot een andere kerk behoren of een andere levensbeschouwing aanhangen. God heeft ons echter niets geleerd wat bij ons superieure gevoelens ten opzichte van andere mensen behoort aan te wakkeren. Natuurlijk bevatten alle kerken en levensbeschouwingen elementen van de waarheid, sommige meer dan andere. Natuurlijk heeft God al zijn kinderen lief. En natuurlijk is zijn evangelieplan voor al zijn kinderen bestemd, alles volgens zijn eigen tijdschema.

Dus wat wil het zeggen dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen de enige ware kerk is?

Drie kenmerken — (1) volheid van de leer, (2) macht van het priesterschap, en (3) getuigenis van Jezus Christus — lichten toe waarom God en zijn dienstknechten verklaren dat dit de enige ware en levende kerk op het oppervlak der gehele aarde is.

1. Volheid van de leer

Toen Jezus Christus op aarde was, onderwees Hij in de volheid van zijn leer, ofwel het plan dat onze hemelse Vader voor de eeuwige vooruitgang van zijn kinderen heeft opgesteld. Veel van die evangeliewaarheden zijn verloren gegaan door vermenging met de in die tijd heersende beginselen in de wereld waarin het christendom werd gepredikt, en vanwege manipulaties door politieke leiders. Dat verlies van de volle waarheid noemen wij de afval.

Veel kerkgenootschappen of levensbeschouwingen in deze tijd hebben in meerdere of mindere mate waarheden die God vroeger heeft geopenbaard, vermengd met de opvattingen of verdraaiingen van mensen. Wij geloven dat de meeste godsdienstige leiders en volgelingen oprechte gelovigen zijn die God liefhebben en Hem naar hun beste vermogen begrijpen en dienen. Wij zijn dank verschuldigd aan de mannen en vrouwen die het licht van kennis en geloof door de eeuwen heen tot op heden brandende hebben gehouden. We drukken allen uit andere kerken of geloofsrichtingen die onze kerk onderzoeken op het hart al het goede dat ze hebben te behouden. Laat ze daarnaast bezien wat we kunnen toevoegen aan hun begrip van de waarheid en aan hun geluk als ze daarnaar handelen.

Omdat er door de afval zoveel verloren is gegaan, was het nodig dat de Heer de volheid van zijn leer herstelde. Die herstelling begon met wat we het eerste visioen van Joseph Smith noemen.

De volheid van het evangelie van Jezus Christus begint met de verzekering dat we als geest bestonden voordat we op aarde kwamen. Het bevestigt dat dit aardse bestaan een doel heeft. Het onderstreept dat ons hoogste doel is op onze hemelse Ouders te gaan lijken. Wij doen dat door in aanmerking te komen voor de verheerlijkte, celestiale staat en relaties die we de verhoging of het eeuwige leven noemen. In die staat blijven familiebanden eeuwig voortbestaan.

De volheid van de leer van Jezus Christus is het plan waardoor wij kunnen worden waarvoor wij als kinderen van God geschapen zijn. Die vlekkeloze en vervolmaakte staat wordt bereikt door een gestage opeenvolging van verbonden, verordeningen en handelingen, een opeenstapeling van goede keuzes en voortdurende bekering. ‘Dit leven is de tijd voor de mens om zich erop voor te bereiden God te ontmoeten’ (Alma 34:32). De verhoging wordt mogelijk gemaakt door de verzoening van Jezus Christus en door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van zijn evangelie.

Het herstelde evangelie van Jezus Christus is allesomvattend, universeel, barmhartig en waar. Na de nodige ervaring in het sterfelijk leven zullen alle zoons en dochters van God worden opgewekt en naar een koninkrijk van heerlijkheid gaan dat geweldiger is dan enige sterveling zich kan voorstellen. Enkele uitzonderingen daargelaten, zullen zelfs de slechtste mensen uiteindelijk naar een geweldig — maar lager — koninkrijk van heerlijkheid gaan. Dat zal allemaal plaatsvinden vanwege Gods grote liefde voor zijn kinderen, en wordt mogelijk gemaakt door de verzoening en opstanding van Jezus Christus ‘die de Vader verheerlijkt, en alle werken van zijn handen redt’ (LV 76:43).

2. Macht van het priesterschap

Het tweede en absoluut essentiële kenmerk van ‘de enige ware en levende kerk op het oppervlak der gehele aarde’ is het gezag van het priesterschap.

De Bijbel stelt duidelijk dat het gezag van het priesterschap noodzakelijk is en door handoplegging moest worden verleend door degenen die het bezaten. Het gezag van het priesterschap verkreeg men niet door een verlangen om te dienen of door de Schriften te lezen. Nadat dat gezag van het priesterschap door de afval verloren was gegaan, moest het hersteld worden door opgestane wezens die het op aarde hadden gedragen en die gezonden waren om het opnieuw te verlenen. Dat is als onderdeel van de herstelling van het evangelie ook gebeurd. Het gezag van het priesterschap is samen met de sleutels voor de bediening ervan in deze kerk en niet in andere kerken te vinden.

Door die macht van het priesterschap zijn de leiders en daartoe bevoegde leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen gemachtigd om de vereiste priesterschapsverordeningen, zoals de doop, de gave van de Heilige Geest en de bediening van het avondmaal, te verrichten.

De sleutels van het priesterschap, die onze geliefde profeet, president Thomas S. Monson, draagt en die iedere andere profeet en president van de kerk heeft gedragen, geven hem het recht op openbaring ten behoeve van de gehele kerk. Deze kerk is ‘levend’ omdat we profeten hebben die ons voortdurend het woord van de Heer overbrengen dat in onze tijd nodig is.

3. Getuigenis van Jezus Christus

De derde reden waarom we de enige ware kerk zijn, is dat we de geopenbaarde waarheid over de aard van God en onze relatie met Hem bezitten, en daarmee een uniek getuigenis van Jezus Christus hebben. Ons geloof in de aard van God onderscheidt ons van de formele geloofsbelijdenissen van de meeste christelijke kerkgenootschappen.

De Geloofsartikelen, de enige formele verklaring van ons geloof, beginnen als volgt: ‘Wij geloven in God, de eeuwige Vader, en in zijn Zoon, Jezus Christus, en in de Heilige Geest.’ Net als de rest van het christendom geloven wij in de Godheid, maar voor ons betekent dat geloof iets anders dan voor de meeste anderen. Wij beweren dat die drie leden van de Godheid drie afzonderlijke personen zijn, en dat God de Vader geen geest is maar een verheerlijkt wezen met een tastbaar lichaam, net als zijn herrezen Zoon, Jezus Christus. Hoewel ze afzonderlijke personen zijn, zijn ze één in doel en streven.

Uit het eerste visioen van Joseph Smith bleek dat de heersende denkbeelden over de aard van God en de Godheid niet juist waren en de aanhangers ervan niet naar de bestemming konden leiden die God voor hen in petto had (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:17–19). Door een daaropvolgende stroom hedendaagse openbaringen werd duidelijk hoe belangrijk deze fundamentele waarheid is. En we kregen het Boek van Mormon. Deze nieuwe schriftuur is eveneens een getuigenis aangaande Christus. De profetieën en leringen uit de Bijbel over de aard en de zending van Christus worden erin bevestigd. Ons begrip van zijn evangelie en de leringen die Hij tijdens zijn aardse bediening verkondigde, worden erdoor vergroot. Er staan ook veel leringen in die ons helpen om achter de waarheid van deze dingen te komen.

Wij baseren ons niet op de wijsheid van de wereld of de levensbeschouwingen van de mens — hoe traditioneel of gerespecteerd die ook mogen zijn. Ons getuigenis van Jezus Christus is gebaseerd op de openbaringen van God aan zijn profeten en aan ons persoonlijk. (Zie 1 Korintiërs 2:1–5; 2 Nephi 28:26.)

Wat bevestigen we dus door ons getuigenis van Jezus Christus?

Jezus Christus is de eniggeboren Zoon van God, de eeuwige Vader. Hij is de Schepper van deze wereld. Door zijn onvergelijkelijke aardse zending is Hij onze leraar. Door zijn opstanding zullen alle mensen die ooit geleefd hebben uit de dood herrijzen. Hij is de Heiland. Door zijn zoenoffer is de overtreding van Adam tenietgedaan en kunnen wij vergeving van onze zonden ontvangen en gereinigd worden en in de tegenwoordigheid van God, onze eeuwige Vader, terugkeren. Dat is de voornaamste boodschap van de profeten uit alle bedelingen.

Ik getuig plechtig van Jezus Christus en de waarheden van zijn evangelie. Hij leeft en zijn evangelie is waar. Hij is het licht en het leven der wereld (zie LV 34:2). Hij is de weg naar onsterfelijkheid en eeuwig leven (zie Johannes 14:6). Voor mij is het wonder van de verzoening van Jezus Christus onbegrijpelijk. Maar de Heilige Geest heeft tot mij getuigd dat het waar is, en ik verheug me dat ik die waarheid kan en mag verkondigen.

Walter Rane, Deze twaalf heeft Jezus uitgezonden (detail), met dank aan het museum voor kerkgeschiedenis

Walter Rane, Herstelling van het Melchizedeks priesterschap © IRI; Walter Rane, DE VERLANGENS VAN MIJN HART, MET DANK AAN HET Church History Museum