Zou ik een baan vinden?
Greg Burgoyne (Zuid-Afrika)
Ik staarde naar het opgevouwen bankbiljet in mijn hand in het besef dat ik nog tiende moest betalen van het geld dat ik in de laatste week van mijn zomerbaan had verdiend. Ik was negentig rand aan tiende verschuldigd en ik had één biljet van honderd rand.
Ik was net begonnen aan het laatste jaar van mijn medicijnenstudie en ik had veel studiekosten. Ik zat daar aan het biljet van honderd rand te friemelen terwijl ik nadacht over die tiende. Aan mijn zomerbaan was een einde gekomen en er was weinig kans dat ik een baan zou vinden die in mijn drukke schema paste. Maar mijn ouders hadden me geleerd om een eerlijke tiende te betalen. Dit geld was van de Heer, en dat wist ik. Met die gedachte deed ik het geld in de envelop en betaalde mijn tiende.
In de dagen die volgden, bad Ik bij mijn zoeken naar een baan dat de vensters van de hemel voor me open mochten gaan. Ik had een baan nodig die in mijn schema paste, die goed betaalde voor weinig uren, en die tijd overliet voor studie. Kortom, ik had een wonder nodig.
Twee weken later suggereerde een vriend van me dat ik kon solliciteren naar een baan in het ziekenhuis waar onze faculteit net een afdeling had geopend. Ik ging naar het kantoor en klopte aan. De vrouw die daar zat, had mijn klas twee jaar eerder les gegeven en herinnerde zich mij nog.
‘Ik vroeg me af of u nog op zoek bent naar mentoren voor uw nieuwe programma’, zei ik. ‘Als dat zo is, zou ik graag voor u werken.’
‘Inderdaad’, antwoordde zij. ‘We zoeken nog naar een mentor voor een groep tweedejaars medicijnenstudenten voor één uur in de middagen. De begintijd is flexibel. Je moet iedere dag een andere patient bestuderen en de studenten daarover onderwijzen. Kun je dat?’ vroeg ze.
De Heer had me geholpen om precies de baan te vinden die ik nodig had! Het was een antwoord op mijn gebed.
Toen ik er een maand had gewerkt, ontdekte ik pas hoe gezegend ik wel was. Op mijn loonstrookje stond een maandsalaris dat drie keer zo hoog was als ik had verwacht. En daarnaast kreeg ik nog vakantiegeld.
De Heer had de vensters van de hemel opengedaan en zegeningen over me uitgestort die groter waren dan ik ooit had verwacht. Als gevolg daarvan was mijn geloof in het beginsel van de tiende gesterkt.