Dienen in de kerk
Gekwalificeerd door taken in de kerk
In Handboek 2, De kerk besturen. staat: ‘Kerkleden zijn verantwoordelijk voor hun eigen geestelijke en materiële welzijn. Gezegend met de gave van keuzevrijheid, kunnen en moeten zij hun eigen koers uitzetten, hun eigen problemen oplossen en ernaar streven om zelfredzaam te worden. Leden doen dat onder inspiratie van de Heer en met het werk van hun eigen handen.’ ([2010], 6.1.1).
Ik was 57, pas gescheiden, en had nagenoeg geen werkervaring buitenshuis. Maar ik had dringend een baan nodig. Ik had vier kinderen grootgebracht en nu stond ik er na 32 jaar huwelijk alleen voor met alleen enkele jaren voortgezet onderwijs. Ik was heel ongerust nu ik op mijn leeftijd een baan moest zoeken.
Ik zat te wachten op een sollicitatiegesprek als productiecoördinatrice in een grote bibliotheek en dacht steeds dat ik wel gek moest zijn om te denken dat ik in aanmerking kwam voor zo’n positie. Ik had net besloten op te staan en weg te gaan toen de secretaresse zei dat ze me verwachtten in de conferentiezaal. Ik voelde me misselijk, maar raapte mijn moed bij elkaar, bad in stilte en kwam in beweging.
Twee welkbespraakte, professionele mensen vertelden me dat ervaring op bepaalde gebieden essentieel was voor deze positie en vroegen naar mijn ervaring. Ze zochten voor deze baan iemand die alles kon regelen voor grote conferenties, met inbegrip van aankondigingen, uitnodigingen, catering en afwikkeling. Had ik zulke ervaring? Ik dacht eerst van niet, maar toen zag ik opeens een ZHV-conferentie van de ring voor me. Ik was toen raadgeefster in het ZHV-presidium van de ring. Ik had daarvan geleerd hoe je grote bijeenkomsten organiseert en inkopen doet voor grote groepen. Ik kon eerlijk zeggen dat ik precies de ervaring had die hier gevraagd werd.
Ze vroegen me vervolgens: ‘Bent u bekwaam op de computer? U zult corresponderen met vaste klanten en moet een schema bijhouden van het gebruik van de conferentiezaal.’ Ik was direct dankbaar voor alle mensen die me hadden geleerd om met de computer om te gaan zodat ik de wijkagenda kon bijhouden en de ringnieuwsbrief schrijven. Ja, ik was bekwaam op de computer.
‘Er wordt van u verwacht dat u programma’s en lessen voor het publiek ontwikkelt. Bent u in staat om aan kinderen en volwassenen les te geven?’ Alle huiselijk leven-workshops en scoutingactiviteiten kwamen in mijn gedachten. Ik legde uit dat ik mijn hele volwassen leven kinderen en volwassenen had onderwezen. Ik wist dat ik creatief en kunstzinnig was, en was zeker dat ik boeiende programma’s voor kinderen en volwassenen kon bedenken.
Ik was buiten zinnen toen ik de baan kreeg. Ik vond het fijn werk en ik deed wat ik ook met een kerkroeping zou doen: mijn werk grootmaken, extra mijlen gaan en niet zeuren over overwerken. Ik stelde computerlessen in het Engels op en charterde een jonge student om de lessen in het Spaans te onderwijzen. Ik gaf handenarbeidlessen en nodigde talloze schrijvers en vooraanstaande sprekers uit. Ik versierde de bibliotheek ter gelegenheid van feestdagen en besteedde dan speciale aandacht aan boeken die daarmee te maken hadden.
Op zekere dag belde iemand me op mijn werk, beweerde dat hij tot het kantoor van de gouverneur behoorde, en wilde weten of ik geïnteresseerd was in een baan als assistente van de gouverneur. Ik vroeg lachend: ‘Wie is dit?’ Hij verzekerde me dat zijn boodschap serieus was en nodigde me uit om de volgende dag op gesprek te komen. Ik ging erheen met het voorgevoel dat het een grap was. Maar dat was het niet! Het gesprek verliep goed en ik werd ter plekke aangenomen.
In deze baan gebruikte ik vaardigheden die ik had ontwikkeld door jarenlang toespraken te houden in de kerk. De gouverneur kon niet alle bijeenkomsten bijwonen waarvoor hij werd uitgenodigd en dan moesten de leden van zijn staf in zijn plaats spreken. Al die toespraken in de kerk en in leidinggevende taken hadden mij de ervaring gegeven die nodig was om voor publiek te spreken net als senatoren, plaatselijke en nationale waardigheidsbekleders en beroemdheden. Ik heb zeven jaar als de assistente van de gouverneur gewerkt totdat we beiden met pensioen gingen.
Hoe had ik het ooit gered zonder de brede ervaring die ik had opgedaan in allerlei kerkroepingen? Alles wat ik als dienstmaagd van de Heer in zijn kerk heb geleerd heeft mijn leven rijk aan zegeningen gemaakt. Niet alleen hielp ik anderen door mijn dienstbetoon maar ik groeide zelf met sprongen. Ik ben innig dankbaar voor het evangelie en heb een sterk getuigenis van de waarde van dienen in de kerk.