Ik ben van gedachte veranderd
Jessica Baksis (Idaho, VS)
Ik was 21 jaar en mede-eigenaar van een schoonheidssalon. In de kerk gaf ik les in het jeugdwerk. Ik had een goed leven maar was rusteloos. Het leek of er iets anders was dat ik moest doen. Ik wist gewoon niet wát.
Mijn bisschop nodigde me op een zondag uit in zijn kantoor en vroeg of ik een zending had overwogen. Dat had ik helemaal niet verwacht. Ik was pas twee jaar lid van de kerk en ik had er nooit aan gedacht om op zending te gaan.
Ik zei tegen de bisschop dat ik niet dacht dat een zending iets voor mij was. Toen ik zijn kantoor verliet, zei hij: ‘Laat het me weten als je van gedachte verandert.’ Ik dacht dat het onderwerp afgesloten was, maar de woorden van de bisschop bleven in mijn oren klinken.
Ik vroeg me af hoe ik ooit een zending kon vervullen. Ik was het enige lid van de kerk in mijn familie. Hoe zouden zij het vinden? Wat moest ik doen met mijn aandeel in de schoonheidssalon? Kon ik het aan om anderhalf jaar te dienen?
Terwijl ik daar allemaal over nadacht, kreeg ik de ingeving om in het Boek van Mormon te lezen. Ik pakte het en ging naar Alma hoofdstuk 8. Toen ik las hoe Alma en Amulek zich op zending begaven, wist ik dat ook ik de ‘woorden Gods [moest] verkondigen’ (vers 30). De volgende zondag vertelde ik mijn bisschop dat ik van gedachte veranderd was en dat ik op zending wilde gaan.
Mijn familie steunde me en het lukte me om mijn deel van de schoonheidssalon te verkopen. Ik vervulde een zending in Caracas (Venezuela) en pluk nog steeds de vruchten van een toegewijde zending voor de Heer.