2011
Ben ik een kind van God?
September 2011


Bijzonder gedeelte over Persoonlijke vooruitgang

Ben ik een kind van God?

Door één vers in het Oude Testament heb ik mijn goddelijke aard begrepen

Als 21-jarige student zocht ik naar waarheid en was ik verrukt toen ik de evangelieboodschap van de zendelingen hoorde. Ik aanvaardde de boodschap langzaamaan met mijn hele hart. Ik werd lid van de kerk, maar ik was het enige kerklid in de familie.

Toen ik ongeveer een jaar lid van de kerk was, besefte ik dat mijn getuigenis elke dag sterker werd, maar dat er iets aan ontbrak. Ik wist niet dat ik een kind van God was.

Het was waar dat ik God als de Vader van iedereen had aanvaard. Ik was me echter niet bewust hoe persoonlijk Hij ieder van zijn scheppingen kent. ‘Met alles wat deze wereld omvat,’ dacht ik bij mezelf, ‘hoe kan Hij me dan persoonlijk kennen? Hoe kan Hij me als zijn dochter zien? Hoe kan Hij me als zijn kind liefhebben?’

Met deze vragen in gedachte wendde ik me in gebed tot mijn hemelse Vader. Kort daarna kwam ik tijdens mijn schriftstudie 1 Kronieken 28:9 tegen. Koning David zei tegen zijn zoon: ‘En gij, mijn zoon Salomo, ken de God van uw vader, en dien Hem met een volkomen toegewijd hart en een bereidwillig gemoed, want de Here doorzoekt alle harten en doorgrondt al wat de gedachten beramen. Indien gij Hem zoekt, zal Hij zich door u laten vinden; doch indien gij Hem verlaat, zal Hij u voor eeuwig verwerpen.’

Geen enkele schrifttekst heeft me dichter tot mijn Vader in de hemel gebracht dan deze. Het was niet alleen een getuigenis voor me dat ik een dochter van God ben, maar ook dat ik Hem kan vinden als ik Hem zoek. Het is voor mij een getuigenis van mijn goddelijke aard. Ik was in mijn hart niet geheel bekeerd tot het idee dat ik een kind van God was. Ik had wel gehoopt dat het waar was, maar kon de kennis van zo’n liefdevolle Vader niet bevatten. Ik kon geen Wezen bevatten dat mijn diepste gedachten en dromen kende. Ik kon zijn liefde niet aannemen doordat ik mijn tekortkomingen en vele fouten die ik had gemaakt, kende.

Ik leerde veel van deze tekst. Ten eerste: David die zelf veel fouten had gemaakt, raadt zijn zoon, Salomo, aan om de Heer te zoeken en Hem volkomen toegewijd te dienen. Op die manier kan Salomo de Heer vinden. Door deze woorden ontlook in mij een sterk verlangen om een persoonlijke relatie met mijn Vader in de hemel te ontwikkelen. Ik leerde meer over de liefdevolle manier van handelen van onze hemelse Vader. Ik wist dat ik, evenals David en Salomo, door Hem gevonden kan worden. Onze relatie groeide. Deze tekst bood me een formule voor het leven, en ik merkte dat die waar was.

Ik ontdekte dat mijn hemelse Vader me persoonlijk kent. Ik bleef deze tekst bestuderen totdat de zinsnede ‘de Here doorzoekt alle harten’ in mijn gedachten was gegrift. Iedere keer dat ik het vers las, fluisterde de Heilige Geest tot mijn hart dat onze hemelse Vader alles weet, zelfs ‘al wat de gedachten beramen’. Ik wist dat Hij niet alleen mijn Schepper was, maar dat Hij ook mijn liefdevolle Vader was en dat ik zijn geliefde kind was. Ik had eindelijk aanvaard dat Hij me kent. Hij kent mijn diepste gedachten, ambities, dromen, verlangens, angsten, bedoelingen en — van groot belang voor mij — mijn denkbeelden. Hij kent me net zoals mijn ouders hier op aarde, maar nog beter. Door die inzichten kreeg ik een getuigenis dat ik een kind van God ben.

Illustratie Taia Morley

Afdrukken