2012
Abu krijgt een lesje in eerlijkheid
Maart 2012


Abu krijgt een lesje in eerlijkheid

‘Die eerlijkheid begint bij mij, bij alles wat ik zeg en doe.’ (Kinderliedjes, p. 140.)

Abu zat buiten naar de voorbijkomende mensen op straat voor zijn huis te kijken. Abu had enorme trek. Marian, een vrouw die zoetje koekjes verkocht, liep vlak voor hem in de straat heen en weer. De koekjes zagen er heerlijk uit in de felgekleurde verpakking. Marian droeg ze in een pan op haar hoofd. Abu wilde dolgraag een pak van die koekjes. Hij wist dat ze heel goed zouden smaken.

Marian stopte en zette de koekjes pal voor de neus van Abu neer.

Ze weet dat ik trek heb en zet de koekjes hier voor mij neer! dacht hij. Hij pakte vlug een pak koekjes.

Precies op dat moment zag zijn vader hem. ‘Abu, wat heb je daar?’ vroeg hij.

‘Papa, ik heb zo’n trek! Ik moet een paar koekjes hebben’, zei Abu.

Papa sloot Abu liefdevol in zijn armen. ‘Abu, je mag van mij een paar koekjes hebben’, zei hij. ‘Maar je mag niet iets van andere mensen pakken zonder eerst te vragen of ervoor te betalen. Heb je Marian gevraagd of je een paar koekjes van haar mocht hebben?’

‘Nee’, zei Abu met gebogen hoofd.

‘Laten we Marian dit grote pak koekjes teruggeven, dan koop ik een klein pakje voor je. Ik wil dat je leert om eerlijk te zijn. Weet je wat ik daarmee bedoel?’

‘Leg het me uit, papa’, zei Abu.

‘Dat betekent dat je het goede moet doen’, zei papa. ‘Dat betekent dat je voor dingen moet betalen in plaats van ze te stelen. Dat betekent dat je de waarheid spreekt in plaats van te liegen. Dat betekent dat je doet wat je zegt. We gaan Marian dus betalen voor een pakje van haar koekjes. Marian heeft het geld nodig om eten voor haar kinderen te kopen. Ik hou van je, Abu, en onze hemelse Vader houdt ook van je. En Hij is blij wanneer je het goede doet.’

‘Ik hou ook van jou, papa’, zei Abu. ‘Ik wil altijd eerlijk zijn.’

Illustratie Don Seegmiller