Wat wij geloven

Wij steunen onze leiders

Heiligen der laatste dagen geloven dat Jezus Christus zelf het hoofd is van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Door middel van inspiratie roept Hij profeten en apostelen om zijn kerk te leiden. De Heer heeft deze leiders het gezag gegeven om anderen in de kerk voor een taak te roepen, zoals de leden van de Zeventig. Apostelen en zeventigers roepen ringpresidenten, die op hun beurt bisschoppen roepen, die weer leden voor uiteenlopende posities in hun wijk roepen. Dit priesterschapsgezag en openbaring liggen dus ten grondslag aan alle kerkroepingen, van algemeen tot plaatselijk niveau.

Wij krijgen de gelegenheid om eenieder in zijn of haar functie steun te verlenen — ofwel te ondersteunen, te helpen en voor ze te bidden. Wij steken als teken van onze bereidheid daartoe onze rechterhand op wanneer hun naam wordt voorgesteld tijdens een algemene conferentie, ringconferentie, wijkconferentie of avondmaalsdienst. Door onze rechterhand op te steken geven wij aan onszelf, aan hen en aan de Heer te kennen dat we hen steun zullen verlenen.

Onze hand opsteken ter steunverlening betekent niet op iemand voor die positie stemmen. De betrokkene is al door de Heer in die functie geroepen door iemand die het priesterschapsgezag heeft om hem of haar voor een dergelijke taak te roepen. Onze steunverlening is een stem van vertrouwen in die persoon. We erkennen daarmee dat hij of zij door God is geroepen door middel van priesterschapleiders die we ondersteunen.

Wij kunnen de algemene autoriteiten en onze plaatselijke leiders en functionarissen op verschillende manieren steunen:

• Door ons geloof en onze gebeden voor hen aan te wenden.

• Door hun raad op te volgen.

• Door op hun verzoek te helpen.

• Door taken op ons te nemen waarvoor zij ons roepen.

Steun aan onze leiders is een teken van onze goede wil, ons geloof en onze verbondenheid.

1. Wij verlenen steun aan de algemene autoriteiten van de kerk.

2. Wij maken door handopsteking kenbaar dat wij onze plaatselijke leiders en anderen die zijn geroepen om ons te dienen, steun verlenen.

3. Wij steunen onze leiders door hun raad op te volgen.

4. Wij steunen onze leiders door een roeping aan te nemen, want wij worden geroepen door ‘hen die daartoe het gezag bezitten’ (Geloofsartikelen 1:5).

5. Wij steunen onze leiders door voor hen te bidden (zie LV 107:22).

Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith (1998), hoofdstuk 24; en Leringen van kerkpresidenten: George Albert Smith (2011), hoofdstuk 6 voor meer informatie.

‘Dat u zich allen zult houden aan de belofte die u de Heer en elkaar gegeven hebt met de opgestoken hand, dat u allen van plan bent om die functionarissen in alle verschillende organisaties te steunen, (…) dat u alles in het werk zult stellen om hen te helpen, hen bij te staan, tot zegen te zijn en hen aan te moedigen in het goede werk waarin zij werkzaam zijn.’

President Joseph F. Smith (1838–1918), Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith (1998), p. 218.

Onder: foto John Luke; rechts: foto Leslie Nilsson; foto-illustraties Craig Dimond en Welden C. Andersen