2012
De evangeliecultuur
Maart 2012


De evangeliecultuur

Dit artikel is een verkorte weergave van een toespraak, gehouden op 21 november 2010 tijdens de uitzending van een regionale ring- en districtsconferentie voor Afrika.

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

Deze evangeliecultuur vloeit voort uit het heilsplan, de geboden van God en de leringen van de hedendaagse profeten. De kerk leert ons als leden over de hele wereld dat we alle familietradities en persoonlijke gebruiken moeten opgeven die in strijd zijn met die evangeliecultuur.

In de beroemde film The African Queen proberen twee mensen die het geweld van de Eerste Wereldoorlog in Oost-Afrika willen ontvluchten, de relatieve veiligheid van het Victoriameer te bereiken. Nadat ze veel onheil hebben doorstaan, loopt hun boot The African Queen vast in een moeras. De twee vluchtelingen zijn niet in staat de stroomrichting te bepalen en raken door de hoge begroeiing gedesoriënteerd en ontmoedigd. Uitgeput en ontgoocheld staan ze op het punt het bijltje erbij neer te gooien en te sterven.

Dan gaat de camera waardoor we hun benarde situatie volgen op een uiterst dramatisch moment omhoog. En vanuit dat nieuwe perspectief zien we waar ze zich werkelijk bevinden. Buiten hun gezichtsveld, maar slechts enkele meters verderop, bevinden zich de verlossende wateren van het Victoriameer.

Het evangelie van Jezus Christus verklaart onze reis in de sterfelijkheid en toont ons onze bestemming in de eeuwigheid. Net zoals de vluchtelingen op de The African Queen willen we aan het kwaad en aan rampspoeden ontkomen. Overal om ons heen zijn obstakels. We moeten hard werken om onze doelen te bereiken. Soms zien we geen enkel teken van vooruitgang. We raken misschien uitgeput en ontmoedigd. En misschien verliezen we zelfs onze bestemming uit het oog. Maar we mogen de moed niet opgeven. Als we maar verder konden kijken dan onze huidige omstandigheden en weten waar we ons werkelijk bevinden op de weg naar het eeuwige leven, zouden we inzien welke vooruitgang we aan het maken zijn.

Op de Heilige Geest vertrouwen

Gelukkig heeft onze Heiland ons een gids gegeven die ons kan helpen, zelfs als wij niet verder dan de ontmoedigende obstakels kunnen kijken. Ik heb het over de gave van de Heilige Geest. Maar we moeten bereid zijn om die goddelijke gave te gebruiken en we moeten die goed onderhouden.

President Wilford Woodruff (1807–1898), die in een van de moeilijkste tijden van de kerk president was, heeft ons het volgende geleerd over het belang van de Heilige Geest: ‘Iedere man of vrouw die tot de kerk van God is toegetreden en is gedoopt voor de vergeving van zonden [en de gave van de Heilige Geest heeft ontvangen], heeft recht op openbaring, recht op de Geest Gods, om hem of haar te assisteren in zijn of haar werk.’1

President Woodruff legde uit dat die Geest ‘dagelijks aan elk gelovig mens zaken [openbaart] die hem tot nut zijn’.2 Dat is de gave die God ons heeft gegeven om ons te steunen op onze moeilijke reis door het sterfelijk leven, waarin wij leven in geloof.

Als we die waardevolle leiding willen ontvangen, moeten we de geboden onderhouden. President Wilford Woodruff heeft gezegd: ‘De Heilige Geest verblijft niet in een onheilige tabernakel. Als u optimaal gebruik wilt maken van de krachten en gaven van uw godsdienst, dan moet u rein zijn. Als u zich schuldig hebt gemaakt aan zwakheden, dwaasheden en zonden, dan moet u zich daarvan bekeren, dat wil zeggen u moet ze grondig verzaken.’3

De Heer heeft ons geboden om elke week de avondmaalsdienst bij te wonen en deel te nemen aan het avondmaal (zie LV 59:9–12). Als we dat doen, en als we ons van onze zonden bekeren en onze beloften hernieuwen om de Heer te dienen, Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden, dan krijgen wij de kostbare belofte dat we ‘zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben’ (LV 20:77). Zo kunnen we over de hindernissen en teleurstellingen van dit leven heenkijken en zien hoe we naar onze hemelse woning worden geleid.

President Thomas S. Monson heeft verklaard: ‘Wij worden omringd door onzedelijkheid, pornografie, geweld, drugs, en nog meer kwalen die de hedendaagse samenleving teisteren. Het is onze uitdaging en zelfs onze plicht om niet alleen onszelf “onbevlekt van de wereld” (Jakobus 1:27) te houden, maar ook onze kinderen en anderen voor wie wij verantwoordelijk zijn veilig over de stormachtige zeeën van zonde om ons heen te sturen zodat wij eens mogen terugkeren om bij onze hemelse Vader te wonen.’4

Wij hebben werkelijk de leiding van de Geest nodig en moeten ijverig doen wat nodig is om die Geest bij ons te hebben. Concreet houdt dit in dat we de geboden onderhouden, bidden, de Schriften bestuderen en ons wekelijks bekeren bij onze deelname aan het avondmaal.

Een unieke levenswijze

Leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hebben wat we een evangeliecultuur noemen, die ons helpt om Gods geboden te onderhouden. Er is sprake van een unieke levenswijze, een reeks waarden, verwachtingen en gebruiken die alle leden gemeen hebben. Deze evangeliecultuur vloeit voort uit het heilsplan, de geboden van God en de leringen van de hedendaagse profeten. Ze geeft ons een richtsnoer voor de manier waarop we onze kinderen grootbrengen en hoe we zelf leven. De beginselen in de proclamatie over het gezin zijn een prachtige uiting van die evangeliecultuur.5

De kerk leert ons als leden over de hele wereld dat we alle familietradities en persoonlijke gebruiken moeten opgeven die in strijd zijn met de leringen van de kerk van Jezus Christus en van die evangeliecultuur. Daarin luisteren wij naar de waarschuwing van de apostel Paulus, die zei dat we ons door niemand moeten laten meeslepen ‘door zijn wijsbegeerte (…) in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus’ (Kolossenzen 2:8).

Wat het opgeven van valse overleveringen en culturele tradities betreft, prijzen wij onze jonge mensen om hun flexibiliteit en vooruitgang. Wij doen een beroep op onze oudere leden om tradities en culturele of stamgebruiken af te leggen die hen van het pad van ontwikkeling en vooruitgang wegvoeren. Wij vragen allen om de hoogstaandere positie van de evangeliecultuur in te nemen, met gebruiken en tradities die geworteld zijn in het herstelde evangelie van Jezus Christus.

Veel Afrikaanse tradities stroken met de evangeliecultuur en helpen onze leden om zich aan Gods geboden te houden. De sterke Afrikaanse familiecultuur is veel beter dan die in vele westerse landen, waar de gezinswaarden afbrokkelen. Wij hopen dat de voorbeelden van liefde en trouw onder de leden van Afrikaanse gezinnen ons zal helpen om anderen die essentiële tradities in de evangeliecultuur bij te brengen. Ingetogenheid is nog een sterk punt in Afrika. Wij proberen de jongeren elders in de wereld ertoe te bewegen om zich net zo fatsoenlijk te kleden als de meeste jonge mensen die we in Afrika zien.

Maar sommige culturele tradities in bepaalde delen van Afrika zijn negatief in het licht van de evangeliecultuur en evangeliewaarden. Enkele daarvan betreffen familierelaties — en hebben te maken met wat er rondom geboorten, huwelijken en overlijdens gebeurt. Sommige Afrikaanse mannen hebben de verkeerde opvatting dat de man uitrust terwijl de vrouw het meeste werk in huis doet, of dat de vrouw en kinderen slaafjes van de man zijn. Dat is de Heer niet welgevallig, omdat het tegen de soort gezinsrelaties indruist die in de eeuwigheid aan de orde zijn. Ook belemmert het de groei die we hier op aarde moeten doormaken om voor de zegeningen van de eeuwigheid in aanmerking te komen. In de Schriften leest u al dat Adam en Eva, onze eerste ouders en ons aller voorbeeld, samen baden en arbeidden (zie Mozes 5:1, 4, 10–12, 16, 27). Dat moet ook het patroon voor ons gezinsleven zijn — elkaar respecteren en in liefde samenwerken.

Nog een negatieve culturele traditie is lobola, of bruidsprijs, die jonge mannen en vrouwen het nakomen van de geboden van het herstelde evangelie van Jezus Christus danig bemoeilijkt. Wanneer een jonge teruggekeerde zendeling zijn bruid tegen zulk een hoog bedrag van haar vader moet kopen dat het hem jaren kost om dat bij elkaar te sparen, kan hij niet of pas op middelbare leeftijd trouwen. Dat druist in tegen het evangelieplan wat betreft seksuele reinheid buiten het huwelijk, het huwelijk zelf en het grootbrengen van kinderen. Priesterschapsleiders dienen ouders te instrueren om dat gebruik af te schaffen. Jonge mensen dienen het patroon van de Heer te volgen en een huwelijk in de heilige tempel te sluiten zonder op de betaling van een bruidsprijs te hoeven wachten.

Enkele andere culturele gebruiken en tradities die soms niet stroken met de evangeliecultuur zijn bruiloften en uitvaarten. Ik vraag u om geen bruiloften en uitvaarten te plannen waarvoor u zich diep in de schulden moet steken. Vermijd lange reizen en dure feesten. Torenhoge schulden zorgen ervoor dat u geen tiende kunt betalen, niet naar de tempel kunt gaan en uw kinderen niet op zending kunt sturen. Maak plannen die uw toekomstige activiteit in de kerk bevorderen — niet belemmeren.

Het belang van het huwelijk

We leven in een goddeloze wereld. Ik denk daarbij in eerste instantie aan anderen opzettelijk het leven ontnemen, wat zo vaak in oorlogen tussen stammen en landen in Afrika en elders in de wereld voorkomt. God heeft ons ook verboden dat we mensen door diefstal en oplichting hun eigendommen ontnemen. Nog een groot kwaad is de overtreding van het gebod ‘Gij zult niet echtbreken’ (Exodus 20:14) en alle bijbehorende geboden die God heeft geopenbaard dat het geweldige vermogen tot voortplanting — ons voor zijn doeleinden gegeven — alleen binnen het huwelijk aangewend dient te worden. Seksuele omgang buiten het huwelijk is een zonde.

Wij leven in een tijd waarin het huwelijk wordt gezien als een optie, niet als een noodzaak. Een voorbeeld daarvan is dat in de Verenigde Staten veertig procent van alle kinderen uit ongehuwde moeders wordt geboren. Veel mensen wonen samen zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn. De kinderen die uit die relaties worden geboren genieten niet de veiligheid van ouders die elkaar toegewijd zijn door het huwelijk dat God verordineerd heeft voor onze eerste ouders in de hof van Eden.6

Het huwelijk is essentieel, maar in Afrika en in andere landen moeten we ons afvragen wat voor soort huwelijk? Er zijn wettelijk geratificeerde formele huwelijken en er zijn verschillende gewoonte- of stammenhuwelijken die men zonder al te veel formaliteiten kan aangaan en ontbinden. De norm van de Heer — die is geformaliseerd in de vereisten voor de verzegeling van een huwelijk in de tempel — is een huwelijk dat zo permanent is als de wetten van de mens het maar kunnen maken.

Ik onderstreep de raad van onze kerkleiders dat mannen en vrouwen niet voor langere tijd uit elkaar moeten gaan, zoals voor werk in het buitenland of een andere verre plaats. In te veel gevallen leidt een dergelijke afwezigheid tot ernstige zonden. Die scheiding leidt ertoe dat eeuwige verbonden verbroken worden, wat groot verdriet en verspeelde zegeningen tot gevolg heeft. In een hedendaagse openbaring gebiedt de Heer: ‘Gij zult uw vrouw liefhebben met geheel uw hart, en haar aankleven en geen ander’ (LV 42:22). Wanneer we de geboden van de Heer en de raad van zijn leiders volgen wat het huwelijk betreft, kunnen wij Hem aanroepen om ons in alle andere dingen te zegenen.

De zegeningen van tiende

Tiende is een gebod met een belofte. Volgens Maleachi, wiens woorden de Heiland heeft bekrachtigd, gaat voor hen die hun tiende naar de voorraadkamer brengen de belofte van de Heer op dat Hij ‘de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over [hen] uitgieten’. De beloofde zegeningen zijn stoffelijk en geestelijk. De Heer belooft tiendebetalers dat Hij ‘de afvreter [zal] dreigen’ en bovendien: ‘Alle volken zullen u gelukkig prijzen, omdat gij een land van welbehagen [zult zijn]’ (Maleachi 3:10–12; zie ook 3 Nephi 24:10–12).

Ik geloof dat die beloften gelden voor het land waar wij wonen. Toen het volk van God geen tiende en heffingen betaalde, veroordeelde God het ‘volk in zijn geheel’ (Maleachi 3:9). En zo geloof ik ook dat als veel burgers van een volk trouw tiende betalen, zij de zegeningen van de hemel afroepen over hun hele volk. In de Bijbel leren wij: ‘Een weinig zuurdeeg maakt het gehele deeg zuur’ (Galaten 5:9; zie ook Matteüs 13:33) en: ‘Gerechtigheid verhoogt een volk’ (Spreuken 14:34). Op die hoognodige zegen kan men door trouw tiende te betalen aanspraak maken.

Tiende betalen brengt de individuele tiendebetaler bovendien unieke geestelijke en stoffelijke zegeningen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest mijn moeder, die weduwe was, haar drie jonge kinderen onderhouden met het bescheiden inkomen van een onderwijzeres. Toen ik mij ervan bewust werd dat wij ons een aantal interessante zaken moesten ontzeggen omdat we niet genoeg geld hadden, vroeg ik mijn moeder waarom zij zoveel van haar inkomen aan tiende betaalde. Ik ben haar uitleg nooit vergeten: ‘Dallin, sommige mensen kunnen het zich misschien veroorloven om geen tiende te betalen, maar wij kunnen dat niet, omdat we arm zijn. De Heer heeft het goed geacht om je vader tot Zich te nemen en de opvoeding van jullie, kinderen, aan mij over te laten. Dat kan ik niet zonder de zegeningen van de Heer. En die zegeningen krijg ik door een eerlijke tiende te betalen. Als ik mijn tiende betaal, heb ik de belofte van de Heer dat Hij ons zal zegenen, en die zegeningen hebben wij nodig als we willen rondkomen.’

Als levenslange ontvanger van die zegeningen getuig ik van de goedheid Gods en zijn overvloedige zegeningen aan zijn tiendebetalende kinderen.

De kerk opbouwen

Als we de kerk willen vestigen in Afrika en in andere landen, moeten we trouwe heiligen der laatste dagen van de derde en vierde generatie onder onze leden en leiders hebben. Getrouwe heiligen der laatste dagen die naar een ander land verhuizen, verzwakken de kerk in hun eigen land. Natuurlijk verbiedt de kerk haar leden niet om van de ene plek naar de andere te verhuizen om hun situatie te verbeteren, maar het is al vele jaren geleden dat de kerk dergelijke emigraties aanmoedigde.

Lang geleden werden heiligen der laatste dagen aangemoedigd om in Zion te vergaderen in Amerika, de kerk daar op te bouwen en tempels te laten verrijzen. Nu de kerk sterk is in haar ringen daar, raden wij de leden aan om te blijven waar ze wonen en de kerk in hun eigen land op te bouwen. We moedigen dit aan door over de hele wereld tempels te bouwen.

Het is niet makkelijk om de weg van de Heer te volgen. De Heer heeft ons telkens weer gewaarschuwd, zowel rechtstreeks als bij monde van zijn dienstknechten, dat de wereld ons zal haten omdat we een en ander anders doen — op de wijze van de Heer (zie Johannes 15:19).

Het goede nieuws is dat als we het werk van de Heer op de wijze van de Heer doen, we altijd verzekerd zijn van zijn zegeningen om ons te helpen. ‘Ik zal voor uw aangezicht uit gaan’, heeft Hij gezegd. ‘Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen’ (LV 84:88).

Elkander liefhebben

Ik ben erg dankbaar voor het herstelde evangelie van Jezus Christus. Het vertelt ons wie wij zijn. Als we onze relatie met God begrijpen, dan begrijpen we ook onze relatie met elkaar. Daaronder valt ook onze relatie met onze huwelijkspartner en onze kinderen — eeuwige relaties als we de geboden gehoorzamen en heilige tempelverbonden sluiten en nakomen.

Alle mannen en vrouwen op deze aarde zijn nakomelingen van God, geestbroeders en -zusters, ongeacht hun huidskleur of nationaliteit. Geen wonder dat Gods eniggeboren Zoon ons gebood om elkaar lief te hebben. Wat zou de wereld er anders uitzien als broederlijke en zusterlijke liefde en onzelfzuchtige hulp alle grenzen van stammen, volken, geloofsovertuiging en huidskleur zouden overstijgen. Die liefde zou niet alle verschillen in opvatting en doen en laten opheffen, maar ieder van ons ertoe aanzetten om met onze medemensen samen te werken in plaats van ze te haten of te onderdrukken.

Ik bevestig de grote waarheid dat onze hemelse Vader van al zijn kinderen houdt. Dat is een ongelooflijk krachtig denkbeeld dat kinderen door de liefde en opoffering van hun aardse ouders kunnen gaan begrijpen. Liefde is de grootste kracht in de wereld. Ik bid dat iedere ouder het opkomende geslacht het soort liefhebbende voorbeeld geeft dat hen aanmoedigt om de liefde van God voor hen te gaan begrijpen, alsmede het grote verlangen van onze hemelse Vader dat al zijn kinderen op aarde zullen doen wat nodig is om in aanmerking te komen voor de meest uitgelezen zegeningen van de eeuwigheid.

Wij hebben zijn evangelie en moeten de geboden naleven om zijn meest uitgelezen zegeningen te ontvangen. Ik getuig hiervan en vraag onze hemelse Vader om ieder van u te zegenen.

Noten

  1. Leringen van kerkpresidenten: Wilford Woodruff (2004), p. 51.

  2. Leringen: Wilford Woodruff, p. 53.

  3. Leringen: Wilford Woodruff, p. 56.

  4. Thomas S. Monson, ‘Een hemels huis, een eeuwig gezin’, Liahona, juni 2006, pp. 67–68.

  5. Zie ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, p. 129.

  6. Zie Liahona, november 2010, p. 129.

Foto-illustratie Richard M. Romney

Links: foto-illustratie Matthew Reier; rechts: foto-illustratie Richard M. Romney

Links: foto-illustratie Juan Pablo Aragon Armas; rechts: foto-illustratie Christina Smith

Links: foto-illustratie Robert Milne; rechts: foto-illustratie Howard Collett

Afdrukken